Het concurrentiebeding wordt aangescherpt. Bedrijven kunnen zo hun concurrentiegevoelige belangen beschermen terwijl tegelijkertijd onnodig gebruik van het concurrentiebeding wordt tegengegaan. Minister Van Gennip van SZW regelt dit in het Wetsvoorstel modernisering concurrentiebeding dat artikel 653 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek en de Overgangswet nieuw Burgerlijk Wetboek wijzigt. Deze wet is op 4 maart 2024 in internetconsultatie gegaan. Betrokkenen kunnen zes weken reageren. De sluitingsdatum is 15 april 2024.
Het concurrentiebeding verbiedt een werknemer om na het einde van zijn arbeidsovereenkomst soortgelijke werkzaamheden uit te oefenen bij een ander bedrijf of als ondernemer. Het doel van de werkgever is om hiermee zijn bedrijfsbelangen te beschermen, zoals bijvoorbeeld bedrijfsgeheimen, kennis over tarieven, klantgegevens en -bestanden en goodwill (het bedrijfsdebiet).
Aanscherping regels
Door dit wetsvoorstel worden de bestaande regels die gelden voor het concurrentiebeding aangescherpt:
- Een concurrentiebeding kan maximaal één jaar effect hebben na het einde van de arbeidsovereenkomst.
- Het gebied waarin de werknemer niet mag werken vanwege het concurrentiebeding moet worden vermeld.
- Het zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelang voor een concurrentiebeding moet worden gemotiveerd voor alle arbeidsovereenkomsten. Dus niet alleen voor tijdelijke arbeidsovereenkomsten, zoals nu het geval is.
- Een werkgever moet de werknemer een vergoeding betalen wanneer een beroep op het concurrentiebeding wordt gedaan.
- De vergoeding bedraagt 50% van het laatstverdiende maandloon, voor elke maand dat het concurrentiebeding wordt ingeroepen. Wordt het beding bijvoorbeeld voor zes maanden ingeroepen, dan heeft de werknemer recht op een vergoeding van drie maanden loon.
Doelen wetsvoorstel
Met dit wetsvoorstel worden de volgende doelen beoogd:
- Een afname van het gebruik van het aantal (niet noodzakelijke) bedingen, waarbij de vrije arbeidskeuze, de arbeidsmobiliteit en een optimale arbeidsallocatie bevorderd worden.
- Het in evenwicht brengen van de balans in belangen tussen werkgevers en werknemers.
- Het bieden van meer rechtszekerheid, zodat op voorhand duidelijk is welke rechten en plichten voor werkgevers en werknemers gelden, waardoor een gang naar de rechter minder vaak nodig is.
- Het in stand houden van de mogelijkheid voor werkgevers tot het beschermen van het bedrijfsdebiet.
Een derde werknemers heeft concurrentiebeding
Naar schatting heeft meer dan een derde van alle werknemers een concurrentiebeding. Dit houdt in dat er in hun arbeidsovereenkomst restricties staan bij het vertrekken naar een volgende baan, bijvoorbeeld dat een arbeidskracht een bepaalde periode bij een aantal concurrenten niet aan de slag mag of anders een geldbedrag moet betalen. Het afsluiten van een concurrentiebeding moet voorkomen dat werknemers cruciale informatie meenemen, zoals bedrijfsgeheimen of klantbestanden die het bedrijf kunnen schaden.
Oneigenlijk gebruik concurrentiebeding
Een grote groep werknemers die aan een concurrentiebeding is gebonden, heeft echter helemaal geen toegang tot dit soort informatie. Er is in de praktijk dan ook veel oneigenlijk gebruik van het concurrentiebeding. Werkgevers zetten het bijvoorbeeld vaak in om te voorkomen dat schaars personeel naar een concurrent vertrekt. Werknemers worden hierdoor onnodig gehinderd in hun arbeidsmobiliteit. Ook raakt het aan het recht dat je als werknemer zelf mag bepalen waar je werkt.
Minister Van Gennip wil daarom het aantal concurrentiebedingen terugbrengen en de balans tussen werkgever en werknemer herstellen, net als de rechtszekerheid. Terwijl tegelijkertijd bedrijven die het concurrentiebeding echt nodig hebben er gebruik van kunnen blijven maken.
Verplichte vergoeding betalen
De modernisering van het concurrentiebeding houdt onder meer in dat het concurrentiebeding voor maximaal een jaar mag worden toegepast. Ook moet een werkgever door dit wetsvoorstel altijd motiveren welke zwaarwegende bedrijfs- en dienstbelangen er zijn om het concurrentiebeding af te sluiten. En moet de werkgever een verplichte vergoeding betalen aan de werknemer als hij een beroep doet op het concurrentiebeding.
Geen concurrentiebeding tot 1,5 modaal
Naar aanleiding van de Motie Van Oostenbruggen/Patijn zal het kabinet, ook als informatie voor het nieuwe kabinet, verkennen of concurrentiebedingen kunnen worden verboden tot een minimumsalarisgrens (1,5 modaal). De toezegging aan de Tweede Kamer is dat deze verkenning voor komende zomer wordt opgeleverd.