
Minister Van Gennip maakt zich zorgen over het toegenomen gebruik van het concurrentiebeding en over de beperkingen die het oplegt aan de mobiliteit van werknemers.
Een uitgebreid wetsvoorstel om het nodeloze gebruik van het concurrentiebeding in te dammen zal de komende maand in internetconsultatie gaan.
Grens bij 1,5 keer modaal
Een motie is ingediend die inhoudt dat een concurrentiebeding nietig is als deze is gesloten met een werknemer die minder dan 1,5 keer modaal salaris verdient bij een voltijd dienstverband.
In de motie staat het volgende:
“overwegende dat de minister van SZW plannen heeft ter hervorming van het non-concurrentiebeding;
overwegende dat de voorgestelde wijzigingen niet voorkomen dat de bal altijd bij de werknemer ligt om een procedure te entameren als de werkgever hem na afloop van het dienstverband aan het non-concurrentiebeding wil houden;
overwegende dat het onderzoek van Panteia laat zien dat het gebruik van het non-concurrentiebeding zodanig breed is dat het tot een ongerechtvaardigde beperking van werknemers kan leiden;
overwegende dat er in België een goed werkend verbod ligt op non-concurrentiebedingen;
verzoekt de regering om in de hervormingsplannen, naast de voorgestelde 4 elementen om non-concurrentiebedingen bij wet redelijk en billijk te maken, tevens een duidelijke grens op te nemen, ter hoogte van anderhalf keer modaal salaris (periodeloon + vakantietoeslag + vaste uitkeringen) bij voltijd dienstverband, waaronder een non-concurrentiebeding geacht wordt te allen tijde nietig te zijn.”
Volgend kabinet
De minister zal ervoor zorgen dat de verkenning van het voorstel parallel plaatsvindt aan de internetconsultatie. Dan is het aan een volgend kabinet, en niet meer aan Van Gennip, om te kijken hoe dit met die vier elementen van non-concurrentiebeding moet worden geknipt en geplakt.
De motie is op 13 februari 2024 aangenomen.
Tweeminutendebat Arbeidsmarktbeleid (CD 25/1) (ongecorrigeerd)