Daarnaast heeft het voorstel onnodige extra regeldruk voor bedrijven (jaarlijks minstens € 143 miljoen) tot gevolg. Een consequente en daadkrachtige handhaving van de al bestaande regels is veel effectiever en ook nog eens minder belastend. Dat schrijft het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR) in een advies aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
Aan het ATR is voor advies voorgelegd de Wijziging van het Besluit allocatie arbeidskrachten door intermediairs in verband met de invoering van een toelatingsplicht voor het ter beschikking stellen van arbeidskrachten.
Twee doelen
Het bij de Tweede Kamer ingediende wetsvoorstel toelating terbeschikkingstelling van arbeidskrachten (Kamerdossier 36446) heeft twee doelen:
- het verbeteren van de positie van ter beschikking gestelde arbeidskrachten en in het bijzonder die van arbeidsmigranten;
- het waarborgen van een gelijk speelveld voor alle in- en uitleners. ATR heeft over de consultatieversie van dit wetsvoorstel geadviseerd.
De onderbouwing van het wetsvoorstel vertoonde meerdere tekortkomingen. Bovendien was er een minder belastend alternatief voor de voorgestelde wettelijke certificeringsplicht, namelijk een consequente en strikte handhaving van de al bestaande normen, aldus ATR.
Twee belangrijke wijzigingen
In het wetsvoorstel dat bij de Tweede Kamer is ingediend, zijn twee belangrijke wijzigingen ten opzichte van de consultatieversie doorgevoerd:
- In plaats van een wettelijk verplichte certificering wordt voor uitzendbureaus en andere bedrijven die arbeidskrachten ter beschikking stellen, een toelatingsstelsel ingevoerd. Het is de minister als zelfstandig bestuursorgaan (zbo) die over de toelating beslist. De minister wijst ook de private inspectie-instellingen aan, die de periodieke controle gaan verzorgen. De inspecties moeten ook over een accreditatie van de Raad van Accreditatie beschikken.
- Bedrijven die niet beroeps- of bedrijfsmatig werknemers ter beschikking stellen, kunnen bij de minister een ontheffing van het uitleenverbod vragen.
In het voor advies voorgelegde besluit is een aantal onderwerpen uit het wetsvoorstel nader uitgewerkt.
Regels niet naleven
De meeste organisaties die personeel uitlenen, doen dat op een nette manier. Helaas zijn er ook veel voorbeelden van uitleners die de regels niet naleven en bijvoorbeeld arbeidskrachten te weinig betalen en/of in onveilige omstandigheden laten werken en wonen. Om die uitwassen tegen te gaan, komt het ministerie met diverse nieuwe administratieve procedures en eisen aan de uitleners.
VOG en waarborgsom van € 100.000
In het door het kabinet voorgestelde nieuwe stelsel mogen uitzendbureaus alleen op de markt opereren als zij door de minister zijn toegelaten. Of zij moeten over een door de minister afgegeven ontheffing van het uitleenverbod beschikken.
Om toegelaten te worden, moeten de bedrijven onder meer een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) indienen en een waarborgsom van € 100.000 storten. Ook moeten zij aantonen het juiste loon aan hun personeel te betalen en aan hun belastingverplichting voldoen. Een private inspectie-instelling moet bij toelating en vervolgens ook jaarlijks aan de minister rapporteren dat het bureau zich aan de regels houdt.
Consequente en strikte handhaving
De misstanden (huisvesting, beloning en arbeidsomstandigheden) kunnen echter niet effectief worden bestreden met meer papier en nieuwe procedures. De bureaus die slecht voor hun personeel – vaak arbeidsmigranten – zorgen, laten zich doorgaans niet door administratieve eisen en procedures leiden. Consequente en strikte handhaving is noodzakelijk en ook veel effectiever. Inzetten op handhaving is daarnaast een minder belastend alternatief dat voorkomt dat er voor bedrijven ten minste € 143 miljoen aan extra regeldruk gaat optreden.
Werkbaarheid niet in beeld gebracht
De toelichting op wet en besluit gaat niet in op de werkbaarheid van de voorstellen. Daarvoor is echter wel aandacht nodig, omdat het nieuwe stelsel vrij complex is. Dat zal met name het geval zijn voor kleinere uitzendbureaus en detacheerders en voor bedrijven waarvoor het uitlenen van personeel een bijkomstige activiteit is.