Met dit wetsvoorstel wordt een toelatingsstelsel ingevoerd voor uitzendbureaus en andere bedrijven die arbeidskrachten ter beschikking stellen. De regering streeft naar inwerkingtreding van de wet op 1 januari 2025. De toelatingsplicht wordt in dat geval per 1 januari 2026 ingevoerd.
De kern van dit stelsel is dat deze uitleners alleen op de markt mogen opereren als zij daartoe toegelaten zijn. Daarvoor moeten zij onder meer een VOG indienen, een waarborgsom van honderdduizend euro overmaken, laten zien dat zij het juiste loon betalen en netjes hun belastingen betalen. Periodiek wordt gecontroleerd of de uitzendbureaus zich aan de regels blijven houden. Bedrijven die gebruik maken van uitzendbureaus (inleners) mogen alleen zakendoen met uitzendbureaus die toegelaten zijn tot de markt.
Toezicht door Arbeidsinspectie
De Arbeidsinspectie zal toezicht houden op de verplichtingen voor in- en uitleners. De Arbeidsinspectie wordt daarvoor met 90 fte uitgebreid. Het toezicht houdt onder meer in dat de Arbeidsinspectie boetes kan opleggen aan uitleners die zonder toelating arbeidskrachten ter beschikking stellen, en aan inleners die arbeidskrachten inlenen van niet-toegelaten uitleners.
De toelating wordt geschorst als de minister vaststelt dat een uitlener niet (langer) voldoet aan de gestelde eisen en vervolgens niet op tijd herstelt. Zonder toelating mag de uitlener niet langer arbeidskrachten ter beschikking stellen.
Minister Van Gennip van SZW:
“Nog te vaak worden arbeidsmigranten in Nederland behandeld als tweederangsburgers. Zij slapen in slechte omstandigheden en werken op gevaarlijke plekken, met onzekere contracten. Malafide uitzendbureaus maken misbruik van hun kwetsbare positie en verdienen daar geld aan. Dit is Nederland onwaardig. Dit wetsvoorstel moet ervoor zorgen dat deze uitzendbureaus goed voor hun personeel zorgen. Dat verbetert de positie van arbeidsmigranten én zorgt voor een gelijk speelveld voor alle uitzendbureaus.”
Wetsvoorstel toelating terbeschikkingstelling van arbeidskrachten