
Er komt per 1 januari 2026 één uniforme pensioenregeling voor uitzendkrachten die voldoet aan het SER-MLT advies en de Wet toekomst pensioenen (Wtp). Dat laat NBBU, brancheorganisatie van professionele intermediairs op de arbeidsmarkt, weten.
De bruto pensioenpremie wordt vastgesteld op 23,4% van de pensioengrondslag, met een premieverdeling van 15,9% voor werkgevers en 7,5% voor werknemers. Hiermee wordt de pensioenregeling marktconform.
Zekerheid, stabiliteit en goede pensioenregeling
De vernieuwde pensioenregeling omvat ouderdomspensioen, nabestaandenpensioen en een arbeidsongeschiktheidsvoorziening, waarbij minimaal 20% van de premie wordt besteed aan de opbouw van het ouderdomspensioen.
Doelstelling van de onderhandelingen was: een betere pensioenregeling voor uitzendkrachten. De opdracht vanuit het SER-MLT advies hierbij was om te komen tot een marktconforme regeling. Daarnaast speelde de implementatie van de nieuwe Wet toekomst pensioenen een belangrijke rol.
Werkgevers en vakbonden hebben de afgelopen periode intensieve gesprekken gevoerd over een nieuwe pensioenregeling. In deze periode is onder meer onderzoek gedaan naar marktconformiteit en de technische aspecten van de implementatie van de Wet toekomst pensioenen.
Marco Bastian, directeur NBBU:
“We zijn tevreden dat we nu een resultaat hebben bereikt waarmee we met ingang van 1 januari 2026 zekerheid, stabiliteit en een goede pensioenregeling voor uitzendkrachten realiseren in lijn met het SER-advies.”
Aanpassing NBBU-cao per 2026
Eind november stemmen de leden van de betrokken partijen over de voorgestelde pensioenregeling. Na een verdere uitwerking van de regeling in samenwerking met StiPP zal met ingang van 1 januari 2026 de NBBU-cao van uitzendkrachten worden aangepast. De nieuwe pensioenregeling gaat gelden voor zo’n 1 miljoen werkenden.