Minister Schouten informeert over de inwerkingtreding van de 2e volzin van artikel 475b, lid 2, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, die is ingevoerd met de Wet vereenvoudiging beslagvrije voet.
De Wet vereenvoudiging beslagvrije voet is in werking getreden op 1 januari 2021 met uitzondering van de tweede volzin van artikel 475b, lid 2. Dit onderdeel van de wet luidt: “Beslag op een vordering tot betaling van vakantiebijslag is niet verder geldig dan indien de vakantiebijslag gelijk met de periodieke inkomsten was betaald.”
Problematisch bij uitvoering
Na de behandeling van het wetsvoorstel vereenvoudiging beslagvrije voet door beide Kamers en uit nadere gesprekken met partijen is gebleken dat het voor derdenbeslagenen problematisch is de wet op dit onderdeel uit te voeren. De complexiteit die het met zich meebrengt om per beslag uit te rekenen welk deel opgebouwde vakantietoeslag vatbaar was voor beslag heeft grote impact op de uitkeringssystematiek. Daarbij spelen ook de variabelen in de hoogte van de beslagvrije voet waarvan de normbedragen halfjaarlijks worden geactualiseerd en indexatie van het loon.
Wie heeft op welk deel vakantietoeslag recht?
Partijen in het veld waaronder SVB geven aan dat de impact daarvan niet is te onderschatten. Daarbij wijst de Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders op de rol van de coördinerend deurwaarder, die in geval van meerdere (opeenvolgende) beslagen moet uitrekenen wie op welk deel vakantietoeslag recht heeft. Ook hier is de uitvoerbaarheid in het geding.
Voordeel als deel vakantietoeslag niet onder beslag valt
De opsteller van een brief aan de Tweede Kamer stelt dat inwerkingtreding van de betreffende volzin ten gunste komt van mensen met schulden wanneer een deel van de vakantietoeslag niet onder beslag valt. Dit voordeel zal in sommigen situaties voorkomen en is het grootst bij beslagen die gelegd zijn vlak voor de uitkering van het vakantiegeld. Bij langer lopende beslagen is dat voordeel er niet of kleiner omdat het aantal maanden vakantiegeld dat in aanmerking komt voor beslag hoger is.
Onder beslagvrije voet komen
Voor andere gevallen zal inwerkingtreding van de tweede volzin van artikel 475b, lid 2 er juist toe leiden dat er beslag mogelijk is op vakantiegeld dat nog niet is uitbetaald. Hierdoor kan iemand op maandbasis onder de beslagvrije voet terechtkomen.
De beslagvrije voet is bedoeld om het bestaansminimum van burgers te borgen. Een thema dat onze aandacht heeft, aldus de minister.
Nog meer regeldruk, inspanningen en kosten
Uit gesprekken met partijen blijkt dat inwerkingtreding van de tweede volzin van artikel 475b, lid 2 tot nog meer regeldruk, inspanningen en kosten leidt voor derdenbeslagenen zoals UWV, SVB, pensioenfondsen, gemeenten maar ook werkgevers en hun “payrollers”, die al zonder eigen belang de inning van schulden moeten faciliteren.
In gesprek
Het is een complex vraagstuk waarvoor een eenvoudige oplossing niet voorhanden is. Schouten laat weten in gesprek te zijn met alle betrokken partijen en departementen om te kijken of, en zo ja, hoe tot wetgeving is te komen die recht doet aan de belangen van de schuldenaren, derdenbeslagenen én tegelijkertijd uitvoerbaar is. Begin 2024 zal de Tweede Kamer worden geïnformeerd over de uitkomst van deze afweging.
Kamerbrief met reactie op verzoek over Wet vereenvoudiging beslagvrije voet