
Het wetsvoorstel verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden op internetconsultatie.nl maakt duidelijk wanneer als werknemer moet worden gewerkt en wanneer als zelfstandige kan worden gewerkt. Je kunt tot 11 november reageren op het wetsvoorstel.
Het beoogde tijdstip van inwerkingtreding van de maatregelen in dit voorstel is 1 juli 2025.
Daarnaast worden werkenden met beperkte onderhandelingsmacht ondersteund bij het opeisen van hun arbeidsovereenkomst. Dit wetsvoorstel is onderdeel van het in april gepresenteerde arbeidsmarktpakket met samenhangende maatregelen voor meer zekerheid voor werkenden en meer wendbaarheid voor ondernemers.
Nieuw is dat indicaties die wijzen op het zelfstandig ondernemerschap ook stevig mee gaan wegen bij de beoordeling van een arbeidsrelatie.
Dit wetsvoorstel is een van de maatregelen waarmee het kabinet schijnzelfstandigheid wil tegengaan en meer ruimte wil bieden aan ondernemers.
Toetsingskader ‘werken in dienst van’

De wetgeving rond ‘werken in dienst van’ is in het wetsvoorstel verduidelijkt. Hiervoor is de jurisprudentie bij elkaar gebracht en gevat in een toetsingskader (pagina 49 van de Memorie van toelichting). Dit maakt het geheel overzichtelijker en beter hanteerbaar. Bedrijven die iemand willen inhuren en werkenden kunnen zich dan op dat toetsingskader richten. Daarbij geven deze hoofdelementen en bijbehorende indicaties niet alleen aan wanneer sprake is van werknemerschap, maar wegen ook indicaties van ‘eigen rekening en risico’ mee, indicaties van zelfstandigheid. Dit geeft zelfstandigen handvaten om hun werk waar mogelijk vorm te geven binnen de regels.
In de Memorie van toelichting zijn negen voorbeeldcasussen te vinden (vanaf pagina 50). Zie onderaan dit artikel een voorbeeld van zo’n casus.
Minister Van Gennip van SZW:
‘We hebben de jurisprudentie uitgeplozen en verduidelijkt en een toetsingskader gemaakt. Deze houdt simpel gesteld in:
- Hoe word je aangestuurd en gecontroleerd? Heb je daar alle vrijheid in of sta je onder leiding van een ander?
- Doe je werk dat structureel gedaan wordt in een organisatie? Een vaste plek in de organisatie heeft? En doe je hetzelfde werk als en met werknemers?
- Of werk je juist zelfstandig, voor je eigen rekening en risico?
Met deze verduidelijking kunnen werkgevenden en zelfstandigen straks beter uit de voeten. Zonder bij opdrachten een berg jurisprudentie uit te moeten zoeken.’
Toekomstbestendige arbeidsmarkt
Het kabinet heeft in het voorjaar een breed pakket afspraken gemaakt met de werkgevers- en werknemersorganisaties voor een toekomstbestendige arbeidsmarkt, waaronder de crisisregeling personeelsbehoud en het reguleren van flexwerk. Een onderdeel van het pakket is het herstellen van de balans in het werken met en als zelfstandige(n).
Gelijker speelveld, duidelijkere regels en betere handhaving
Het kabinet is langs drie parallelle lijnen aan het werk. Op alle drie de lijnen zijn inmiddels stappen genomen. Het wetsvoorstel dat op 6 oktober 2023 in consultatie is gegaan, is onderdeel van de tweede lijn:
- Het creëren van een gelijker speelveld voor contractvormen van werknemers en zelfstandigen.
- Het verduidelijken van de regels over wanneer als werknemer wordt gewerkt en wanneer als zelfstandige kan worden gewerkt.
- Het versterken en verbeteren van de handhaving en in voorbereiding op afschaffen van het handhavingsmoratorium per 1 januari 2025.
Wat wijzigt er?
Het wetsvoorstel bevat de volgende maatregelen:
1 Verduidelijking beoordeling arbeidsrelatie
De wettelijke norm om werknemers van zelfstandigen te onderscheiden is op dit moment een open norm die door rechterlijke uitspraken (jurisprudentie) is ingekleurd. Met het voorstel wordt het meest onderscheidende wettelijke vereiste ‘werken in dienst van’ (gezag) uit artikel 7:610 van het Burgerlijk Wetboek verduidelijkt.
De jurisprudentie is bij elkaar gebracht, gestructureerd en gecomprimeerd aan de hand van drie hoofdelementen (werkinhoudelijk ondergeschiktheid, organisatorische inbedding en werken voor eigen rekening en risico). Deze hoofdelementen worden verder ingevuld door indicaties en de wijze waarop toetsing plaats moet vinden, is ook gestructureerd.
Meer duidelijkheid en consistente beoordeling
Het doel van deze maatregel is de duidelijkheid te vergroten voor werkenden, werkgevers en opdrachtgevers, uitvoeringsorganisaties (zoals het UWV, de Belastingdienst en de Nederlandse Arbeidsinspectie) en de rechtspraak en bevorderen dat de wijze van het beoordelen van arbeidsrelaties consistent is. Een verduidelijking moet het voor de markt, de uitvoeringsorganisaties (onder meer voor de handhaving) en de rechtspraak inzichtelijker maken wanneer als zelfstandige of werknemer kan worden gewerkt.
2 Rechtsvermoeden uurtarief
Met het wetsvoorstel wordt een civielrechtelijk rechtsvermoeden geïntroduceerd bij een uurtarief onder € 32,24 (peildatum 1 juli 2023).
Als een werkende aan kan tonen dat sprake is van een uurtarief lager dan € 32,24, wordt vermoed dat sprake is van een arbeidsovereenkomst en moet de werkgever bewijzen dat dit niet zo is.
Arbeidscontract makkelijker opeisbaar en preventief effect rechtsvermoeden
Het doel van de maatregel is om het voor de werkenden aan de basis van de arbeidsmarkt eenvoudiger te maken om een arbeidsovereenkomst op te eisen bij de werkgevende en indien nodig bij de rechter. Daarnaast zorgt het rechtsvermoeden voor een preventief effect doordat bij werken tegen een tarief onder de norm beter dan nu wordt beoordeeld of de klus door een zelfstandige kan worden gedaan of dat het een arbeidsovereenkomst betreft.
Voorbeeld casus
Casus 9: inhuur HR-specialist

Opdrachtnemer laat zich inhuren om als HR-specialist een rapport op te stellen i.v.m. een
aanstaande reorganisatie, waarbij de kosten van een afdeling moeten worden beperkt.
Opdrachtnemer is geheel vrij om te bepalen hoe dit rapport tot stand komt zolang dit maar voldoet
aan de randvoorwaarden die door opdrachtgever zijn geschetst in de opdracht. Er wordt hiervoor
een overeenkomst van opdracht gesloten van 16 uur per week voor een periode van 6 maanden.
Na afronding van een succesvolle reorganisatie is de klus afgerond.
Na 5 maanden wordt één van de parttime HR medewerkers (20 uur per week) van opdrachtgever
langdurig ziek. Opdrachtgever verzoekt opdrachtnemer om de werkzaamheden van de zieke
medewerker over te nemen. Deze aanvullende werkzaamheden bestaan voornamelijk uit
verzuimregistratie en het bijwonen en vastleggen van arbeidsvoorwaardengesprekken in
afstemming met het hoofd HR. Opdrachtnemer neemt deze werkzaamheden voor 12 maanden over
en werkt daarbij onder dezelfde voorwaarden en binnen hetzelfde team als de zieke medewerker.
Op basis van de informatie:
- Bij de eerste opdracht is er geen sprake van ‘werkinhoudelijke aansturing’ (de
werkgevende heeft niet mogelijkheid om instructies te geven en kan het werk inhoudelijk
bijsturen er is een resultaatsverplichting) - Bij de eerste opdracht is geen sprake van organisatorische inbedding (geen kernactiviteit,
geen interne regels, geen afgesproken tijden) - Bij deze eerste opdracht zijn er onvoldoende elementen van ‘werkinhoudelijke aansturing’
en ‘organisatorische inbedding’ om een arbeidsovereenkomst aan te nemen. - Bij de tweede opdracht inzake het overnemen van de werkzaamheden van de zieke
werknemer is er sprake van ‘werkinhoudelijke aansturing’ (werkzaamheden worden in
afstemming met het hoofd HR uitgevoerd) en van organisatorische inbedding (structureel
werk want de activiteiten worden normaal ook uitgevoerd, het is een kernactiviteit, ze
worden zij aan zij verricht). - Bij het overnemen van de werkzaamheden van de zieke werknemer is geen sprake van
werken voor eigen rekening en risico (de risico’s liggen bij de opdrachtgever, er is geen
sprake van specifieke kennis die niet structureel aanwezig is binnen de organisatie en de
werkende is niet herkenbaar als zelfstandig werkende, ook niet voor beperkte duur en
omvang: opdracht van korte duur).
Conclusie 1: bij de eerste opdracht is geen sprake van een arbeidsovereenkomst.
Conclusie 2: door het overnemen van de werkzaamheden van de zieke werknemer ontstaat er voor
dit deel van de werkzaamheden een arbeidsovereenkomst.
Wet verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden