
Het kabinet vindt het van groot belang dat iedereen kan participeren op de arbeidsmarkt en economisch zelfstandig is. De verlofregelingen uit de Wet arbeid en zorg (Wazo) dragen hieraan bij.
Wieg en Wbo
In de afgelopen jaren is het verlofstelsel meermaals uitgebreid. Zo kregen partners met de invoering van de Wet invoering extra geboorteverlof (Wieg) per 1 januari 2019 recht op een week geboorteverlof. Per 1 juli 2020 werd dit uitgebreid met vijf weken aanvullend geboorteverlof. Daarnaast kregen ouders met de
inwerkingtreding van de Wet betaald ouderschapsverlof (Wbo) per 2 augustus 2022 recht op negen weken gedeeltelijk betaald ouderschapsverlof.
Complexer verlofstelsel
Met de invoering van deze verlofregelingen zijn meer mogelijkheden gecreëerd om werk en zorgtaken te combineren. Tegelijkertijd heeft dit ertoe geleid dat het verlofstel complexer is geworden, waarmee de wens is versterkt om het verlofstelsel te vereenvoudigen.
Mede door wijzigingen in het ouderschapsverlof is Nederland gestegen naar een achtste plaats in de ranglijst van landen met meest complexe payrollverwerking (in 2021: 16e plaats).
Vereenvoudigingsmogelijkheden
De minister informeert over de meer administratieve, beleidsarme vereenvoudigingsmogelijkheden die tot nu toe zijn geïnventariseerd.
Begin dit jaar is gestart met een verkenning van vereenvoudigingsmogelijkheden binnen de Wazo en verbetermogelijkheden in de informatievoorziening. Hierbij is nauw samengewerkt met UWV.
Clustering verlofregelingen
De Tweede Kamer wordt na de zomer geïnformeerd over de vereenvoudigingsmogelijkheden die zien op het stelsel als zodanig of die financiële gevolgen hebben. Het voornemen is deze mogelijkheden in de vorm van scenario’s te presenteren. Van Gennip denkt daarbij onder meer aan een clustering van de verschillende verlofregelingen, waarbij de voorwaarden binnen die clusters zoveel mogelijk gelijk zijn.
Mogelijke clusters zijn een cluster rond de geboorte van en zorg voor kinderen, een cluster rond het
verlenen van (mantel)zorg aan zieke of hulpbehoevende naasten en een cluster rond persoonlijk verlof. In dit laatste cluster zou bijvoorbeeld een transitieverlofregeling kunnen worden opgenomen.
Met het clusteren van de verlofregelingen wordt mede beoogd het eenvoudiger te maken om mogelijke
nieuwe verlofvormen binnen het bestaande stelsel op te nemen.
Administratieve vereenvoudigingsmogelijkheden
Welke vereenvoudigingsmogelijkheden van administratieve aard zijn er?
1 Uniformering opnameperiode
De periode waarbinnen het verlof kan worden opgenomen verschilt per regeling. Zo kan het geboorteverlof binnen vier weken na de geboorte worden opgenomen, het aanvullend geboorteverlof binnen zes maanden en het betaald ouderschapsverlof binnen een jaar.
Het adoptie- en pleegzorgverlof kan worden opgenomen vanaf vier weken voor opname van het kind in het gezin tot 22 weken erna (in totaal binnen zes maanden).
Kiezen voor langste opnametermijn
De termijnen waarbinnen het verlof kan worden opgenomen wil Van Gennip zo veel mogelijk gelijktrekken. Dit komt de uitlegbaarheid en de begrijpelijkheid van de verlofregelingen ten goede. Daarbij ligt het voor de hand om te kiezen voor de op dit moment langste opnametermijn, om zo de keuzevrijheid van verlofgerechtigden niet te beperken.
Dit zou betekenen dat voor het geboorteverlof, het aanvullend geboorteverlof, het betaald ouderschapsverlof en het adoptie- en pleegzorgverlof zou gaan gelden dat het verlof kan worden
opgenomen in de periode van twaalf maanden na de geboorte van het kind of opname van het kind in het gezin.
Geen aanpassing bij zwangerschaps- en bevallingsverlof
Gezien het wettelijke verbod te werken vanaf 28 dagen voor tot 42 dagen na de bevalling, in verband met de gezondheid en veiligheid van de moeder, wordt opnametermijn voor het zwangerschaps- en bevallingsverlof niet aangepast.
De mogelijkheid om het adoptie- en pleegzorgverlof vanaf vier weken voor de opname in het gezin op te nemen blijft hierbij bestaan.
2 Uniformering aanvraagmoment
Werknemers kunnen, door tussenkomst van de werkgever, bij UWV een verlofuitkering aanvragen. Het moment waarop de uitkering kan worden aangevraagd, verschilt per regeling.
In de praktijk blijkt echter dat werkgevers en verlofgerechtigden de verschillen in aanvraagmomenten onduidelijk vinden. Vooral met het achteraf aanvragen van het betaald ouderschapsverlof, wordt door werkgevers en verlofgerechtigden onduidelijkheid en onzekerheid ervaren.
Om deze onduidelijkheid weg te nemen, wil de minister het aanvraagmoment voor de verschillende verlofuitkeringen gelijktrekken. Er zijn hierin twee voor de hand liggende opties:
- De aanvraag van alle verlofuitkeringen alleen voorafgaand aan de opname van het verlof mogelijk te maken. Hiermee zou worden aangesloten bij de wijze waarop dit nu is geregeld voor zwangerschaps – en bevallingsverlof en adoptie- en pleegzorgverlof.
- De aanvraag van de uitkering zowel voorafgaand, tijdens, als na opname van het verlof mogelijk te maken, oftewel een flexibel aanvraagmoment te hanteren.
Hiermee zou worden aangesloten bij de wijze waarop dit nu is geregeld voor het aanvullend geboorteverlof. De voor- en nadelen van deze opties zullen tegen elkaar worden afgewogen.
Verder uit te werken vereenvoudigingsmogelijkheden
Naast bovengenoemde concrete voorstellen voor vereenvoudiging zijn er een aantal mogelijke opties voor vereenvoudigingen in beeld die nader onderzoek vergen. Twee voorbeelden.
1 Urencriterium ZEZ-uitkering (Zelfstandig en Zwanger)
Het uitgangspunt hierbij is dat de ZEZ-uitkering tegemoetkomt bij het door verlof misgelopen inkomen. Dit blijkt in de praktijk echter niet altijd het geval te zijn. Samen met UWV wordt onderzocht hoe kan worden gekomen tot een vaststelling van de grondslag, die enerzijds recht doet aan het doel van de uitkering en anderzijds eenvoudig uitvoerbaar en beter uitlegbaar is.
2 Verandering van werkgever tijdens verlofperiode
Zowel werkgevers, werknemers als UWV ervaren in deze situatie knelpunten. Als de arbeidsovereenkomst bij de oude werkgever wordt beëindigd voordat het geboorteverlof (volledig) is genoten, heeft de werknemer tegenover de nieuwe werkgever aanspraak op het resterende verlof en
de verlofuitkering.
Uitvoeringsproblemen en onduidelijkheid
In de praktijk leidt de overgang naar een andere werkgever tot uitvoeringsproblemen en onduidelijkheid bij werknemers en werkgevers. Er bestaan problemen met de uitbetaling van de uitkering en ook dat er maar één aanvraag kan worden gedaan leidt tot problemen en onduidelijkheid. Onder andere omdat de uitkering is gebaseerd op het salaris bij de oude werkgever en niet altijd passend is voor de situatie bij de nieuwe werkgever.
Voor de geïnventariseerde problemen zal samen met UWV worden onderzocht in hoeverre communicatie een oplossing kan bieden, dan wel wanneer dat onvoldoende blijkt op welke wijze de situatie kan worden vereenvoudigd en wat hierin wenselijk is.
Niet-administratieve vereenvoudigingsmogelijkheden
Ook zijn er vereenvoudigingsmogelijkheden in kaart gebracht die op het eerste oog administratief of beleidsarm leken. Bij nader inzien bleken deze mogelijkheden (mogelijk) budgettaire gevolgen te
hebben of passender om mee te nemen bij de mogelijkheden voor vereenvoudigingen waarover na de zomer informatie volgt, omdat deze zien op het stelsel als zodanig. Hieronder twee voorbeelden.
1 Gelijktrekken doelstellingen kort- en langdurend zorgverlof
Het gelijktrekken van de doelstellingen komt de uitlegbaarheid en begrijpelijkheid ten goede. Wanneer daarbij voor de meest ruime doelstelling wordt gekozen, kan dit mensen meer flexibiliteit bieden in het combineren van werk en zorgtaken. Tegelijkertijd heeft deze wijziging mogelijk financiële gevolgen voor werkgevers.
2 Extra bevallingsverlof (couveuseregeling)
Deze regeling voorziet in extra bevallingsverlof wanneer het kind gedurende het verlof is opgenomen in het ziekenhuis. De berekening die hieraan ten grondslag ligt is complex en daarmee moeilijk uitlegbaar. Ook hier hebben eventuele vereenvoudigen budgettaire gevolgen en raakt het mogelijk aan het stelsel als zodanig.
Wetstechnische wijzigingen en stroomlijning
Als onderdeel van de vereenvoudiging zal ook de wetstekst worden geherformuleerd, geherstructureerd en gestroomlijnd. De wettekst behoeft, ruim 22 jaar na invoering en na meerdere wetswijzigingen, een actualisatieslag.
Informatievoorziening en communicatie
Uit de geanalyseerde publiekssignalen blijkt dat vooral veel vragen worden gesteld over de recent gewijzigde of ingevoerde regelingen, zoals het betaald ouderschapsverlof.
Waar nodig zal de informatie over de verlofregelingen op Rijksoverheid.nl worden verduidelijkt of aangevuld.
Op Rijksoverheid.nl is een overzicht van de verschillende verlofregelingen te vinden. In aanvulling hierop zal een infographic van de verlofregelingen worden ontworpen. Naar verwachting kan dit overzicht na de zomer worden opgeleverd.
Daarnaast werkt de minister aan het verbeteren van de informatievoorziening rondom zwangerschap en werk en zwangerschapsdiscriminatie, zowel richting werkgevers als richting werkenden. Daarin wordt ook het thema verlof meegenomen.
Keuzehulp
Ook heeft UWV een keuzehulp ontworpen, waarmee mensen op basis van hun persoonlijke situatie kunnen bekijken van welke verlofregelingen zij gebruik kunnen maken.
Na de zomer
De vereenvoudiging van het verlofstelsel als geheel zal naar verwachting bijdragen aan het verbeteren van de begrijpelijkheid en toegankelijkheid hiervan. Wanneer wijzigingen in het verlofstelsel worden doorgevoerd, zal er voldoende aandacht uitgaan naar de communicatie hierover.
Om beter aan de doelstellingen bij te kunnen (blijven) dragen, is het wenselijk om het verlofstelsel te vereenvoudigen. Van Gennip is ervan overtuigd dat de voorstellen in deze brief hieraan bijdragen en zij gaat de komende periode verder aan de slag met de technische uitwerking van de vereenvoudigingsmogelijkheden die zien op het stelsel als zodanig of die financiële gevolgen hebben. Zij zal hier na de zomer over berichten.