
De werkgever heeft primair verzocht de arbeidsovereenkomst te ontbinden op grond van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten en subsidiair op grond van verstoorde arbeidsverhouding.
De werkgever heeft aan het verzoek ten grondslag gelegd dat de werknemer zich ziek heeft gemeld, dat hij tijdens zijn ziekteverlof onbereikbaar was voor de verzuimbegeleidende instantie en dat hij zich vervolgens met terugwerkende kracht beter heeft gemeld.
Niets meer van zich laten horen
Nadat de werknemer zich beter heeft gemeld, heeft hij niets meer van zich laten horen. Hij heeft, ondanks meerdere sommaties daartoe en ondanks een loonstop, zijn werk niet hervat en is meerdere malen niet verschenen op uitnodigingen van de werkgever om in gesprek te gaan.
Werknemer onvindbaar
Volgens de werkgever is de werknemer onvindbaar en heeft hij geen enkele inspanning gedaan om met de werkgever in contact te komen. Van de werkgever kan redelijkerwijs niet worden gevergd om de arbeidsovereenkomst met de werknemer nog langer te laten voortduren, aldus de werkgever.
Werknemer verwijtbaar gehandeld
De werknemer is in deze procedure niet verschenen en heeft de voormelde door de werkgever aangevoerde feiten en omstandigheden niet weersproken. Die staan dan ook vast. Op basis hiervan oordeelt de kantonrechter dat de werknemer verwijtbaar heeft gehandeld en nagelaten. Dit levert een redelijke grond voor ontbinding op en zoals de werkgever primair heeft verzocht.
Gesteld noch gebleken is dat een opzegverbod van toepassing is.
Gelet op het verwijtbaar handelen en nalaten door de werknemer ligt herplaatsing in een andere passende functie niet in de rede.
Ontbinding arbeidsovereenkomst
De kantonrechter stelt vast dat het verzoek om ontbinding niet is gegrond op het zonder deugdelijke grond door de werknemer niet nakomen van zijn re-integratieverplichtingen. De werknemer heeft zich immers beter gemeld per 4 september 2023 en de feiten en omstandigheden op grond waarvan ontbinding wordt verzocht, liggen dan ook in de periode ná zijn betermelding.
Aan alle vereisten voor ontbinding van de arbeidsovereenkomst is voldaan. De kantonrechter wijst het verzoek van de werkgever tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst toe.
Geen rekening houden met opzegtermijn
De kantonrechter kwalificeert het – ten tijde van het indienen van het verzoekschrift al anderhalve maand – onbereikbaar en onvindbaar zijn voor de werkgever als ernstig verwijtbaar handelen aan de zijde van de werknemer. Daarom zal de kantonrechter geen rekening houden met de geldende opzegtermijn. Dit betekent dat de arbeidsovereenkomst wordt ontbonden met ingang van de datum van de uitspraak, 2 februari 2023.
Geen transitievergoeding
Omdat de ontbinding het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen van de werknemer, is de werkgever aan de werknemer geen transitievergoeding verschuldigd.
De werknemer wordt in deze procedure in het ongelijk gesteld. Hij moet daarom de proceskosten van de werkgever betalen.
Uitspraak Rechtbank Overijssel, 2 februari 2023, ECLI:NL:RBOVE:2023:448