
Door het wetsvoorstel wordt de toets door UWV op de re-integratie inspanningen (RIV-toets)
na twee jaar ziekte een geheel arbeidskundige toets, zonder taken voor de verzekeringsarts bij
UWV.
Bij de RIV-toets wordt beoordeeld of de werkgever en de werknemer voldoende re-integratie-inspanning hebben verricht. Het doel is om de onzekerheid die bestaat bij werkgevers over loonsancties vanwege het medisch advies van de bedrijfsarts weg te nemen.
60-plusmaatregel
De 60-plusmaatregel (aangekondigd tot 1 januari 2024) en de maatregel ‘Beoordelen op verdiensten, die de minister op dit moment aan het verkennen is, kunnen een samenloop hebben met onderhavig wetsvoorstel. UWV beziet of de werkwijze bij de 60-plusmaatregel moet worden aangepast als het RIV-toets wetsvoorstel wordt ingevoerd.
De 60-plusmaatregel is in het leven geroepen om op zeer korte termijn UWV zoveel mogelijk te ontlasten in het aantal te verrichten sociaal-medische beoordelingen, en kent zodoende een ander doel.
Bij de 60-plusmaatregel wordt de WIA-claimbeoordeling vereenvoudigd gedaan zonder inzet van een verzekeringsarts. Deze maatregel is tijdelijk, waardoor eventuele samenloop van de maatregelen beperkt zal zijn. Beide maatregelen kunnen naast elkaar bestaan. UWV beziet wel of de werkwijze bij de 60-plusmaatregel moet worden aangepast als de onderhavige maatregel wordt ingevoerd.
Op z’n vroegst per 1 juli 2023
Ook heeft UWV aangegeven dat bij de implementatie van nieuwe werkprocessen rekening moet worden gehouden dat deze samengaan met dit wetsvoorstel en dat de wetswijziging voor UWV op zijn vroegst uitvoerbaar is per 1 juli 2023.
De verwachting is dat vanaf het jaar van inwerkingtreding van het wetsvoorstel de WIA-uitkeringslasten jaarlijks met circa €4 miljoen zullen toenemen, daarna vlakt jaarlijks de toename wat af. De extra uitkeringslasten bereiken na circa 50 jaar het structurele niveau.
Loonsanctie
De effecten van de verlengingen van de loondoorbetalingsverplichting zijn grotendeels positief. Een loonsanctie leidt tot herstel van de tekortkomingen bij een deel van de werknemers, tot hogere werkhervatting en tot verlaging van de WIA-instroom. De minister vindt het echter onredelijk dat loonsancties vanwege het medisch advies van de bedrijfsarts aan werkgevers kunnen worden opgelegd en wil de onzekerheid bij werkgevers hierover zo snel mogelijk wegnemen. Dat is het doel van onderhavig wetsvoorstel.
De verwachting is inderdaad dat minder werknemers (gedeeltelijk) herstellen en dus meer mensen de Wet WIA instromen, doordat de re-integratieprikkels worden verminderd. Dit zal tot een lager inkomen leiden dan in de huidige situatie. Uiteraard moeten werkgevers passende werkzaamheden blijven aanbieden om de re-integratie van hun zieke werknemers te bevorderen.
Actieve rol werknemer
Ook zal een werknemer – net als nu het geval is – een actieve rol in de twee jaar van ziekte moeten
aannemen. Als de werknemer daarnaast twijfelt aan het afgegeven advies van de bedrijfsarts, kan hij een second opinion bij een andere bedrijfsarts vragen, hij kan een klacht indienen bij de bedrijfsarts en een deskundigenoordeel bij het UWV vragen, of in het uiterste geval zich melden bij de tuchtrechter. Dit wetsvoorstel maakte onderdeel uit van een pakket aan afspraken, dat een balans kent in de rechten van werknemers en de verplichtingen van werkgevers.
Alternatief pakket en coalitieakkoord
Dit wetsvoorstel komt voort uit het alternatieve pakket van maatregelen uit het vorige regeerakkoord op het gebied van loondoorbetaling bij ziekte en WIA. Het staat daarmee in principe los van de aanpak van hardheden in de WIA, zoals het kabinet zich dat in het huidige coalitieakkoord ten doel heeft gesteld. De ambitie uit het coalitieakkoord om hardheden in de WIA weg te nemen richt zich, na overleg met de sociale partners, op de onderwerpen CBBS, inkomstenverrekening en daglonen.
Advies bedrijfsarts leidend
Het voorstel waarbij het medisch advies van de bedrijfsarts over de belastbaarheid van de werknemer leidend wordt bij de toets door UWV op de re-integratie inspanningen van de werkgever, maakt daarmee geen onderdeel uit van de aanpak om hardheden weg te nemen en botst daar ook niet mee.
Toch kan de huidige situatie, waarin de bedrijfsarts en de verzekeringsarts verschillend oordelen over de belastbaarheid van een individuele werknemer, voor werkgevers als onredelijk worden ervaren wanneer zij met een loonsanctie worden geconfronteerd. Dit wetsvoorstel neemt de onzekerheid in dergelijke gevallen weg door het advies van de bedrijfsarts leidend te maken.
Re-integratie bij ander werkgever
In het coalitieakkoord is – in lijn met het SER MLT advies – afgesproken dat de re-integratie in het tweede ziektejaar zich in principe uitsluitend richt op het tweede spoor (re-integratie bij een andere werkgever). Aan de precieze uitwerking wordt op dit moment gewerkt.
Zowel het wetsvoorstel waarbij de RIV-toets door arbeidsdeskundigen wordt uitgevoerd als deze maatregel richten zich op de loondoorbetaling bij ziekte, maar deze kunnen naast elkaar bestaan. Ze doorkruisen elkaar inhoudelijk niet.
Belastbaarheid zieke werknemer
In dit wetsvoorstel is het uitgangspunt dat de werkgever uit moet kunnen gaan van het advies van de bedrijfsarts over de belastbaarheid van een zieke werknemer, aangezien de werkgever dit niet zelf kan vaststellen. Daarmee wordt ook onderscheid gemaakt tussen dat wat voor werkgever en werknemer niet beïnvloedbaar is, namelijk de vaststelling van de medische belastbaarheid door de bedrijfsarts, en dat waar werkgever en werknemer wel invloed op hebben, namelijk de re-integratie-inspanningen.
Slechts één van de grondslagen tot het opleggen van een loonsanctie vervalt met dit wetsvoorstel.
Regie over eigen re-integratie
De minister is het ermee eens dat zowel de werkgever als de werknemer moet kunnen vertrouwen op
het medisch advies van de bedrijfsarts voor het juist uitvoeren van de begeleidende rol tijdens
de private loondoorbetalingsperiode. Van belang is dat de werknemer de regie neemt over zijn
eigen re-integratie en daarbij geholpen wordt.
Het blijft voor een goede re-integratie net als in de huidige situatie van belang dat een werknemer al tijdens de loondoorbetalingsperiode de mogelijkheden gebruikt om bij twijfels over de re-integratie een deskundigenoordeel bij UWV aan te vragen of een second opinion bij een andere bedrijfsarts. Ook is het mogelijk om een klacht in te dienen bij de bedrijfsarts of in het uiterste geval zich bij de tuchtrechter te melden.
Antwoorden op Kamervragen over wetsvoorstel RIV-toets UWV door arbeidsdeskundigen
Advies bedrijfsarts leidend bij RIV-toets door UWV – stand van zaken