In de aangifte loonheffingen geef je de werknemer op in een inkomstenverhouding. Je geeft daarin ook indicaties en coderingen op die gelden voor een bepaalde periode in die inkomstenverhouding, de zogenoemde inkomstenperiode, zoals code soort inkomstenverhouding / inkomenscode, code aard arbeidsverhouding en code incidentele inkomensvermindering.
Welke code moet je gebruiken als een gedeelte van de maand betaald ouderschapsverlof is opgenomen, bijvoorbeeld tot 15 oktober? Vervolgens neemt de werknemer (on)betaald ouderschapsverlof op conform een cao-regeling. Gebruik je dan voor die maand de code K of code O?
Zijn er in het aangiftetijdvak meerdere inkomstenperioden? Vul dan voor alle inkomstenperioden altijd dezelfde code in, bijvoorbeeld:
- de werknemer is in een aangiftetijdvak 2 weken ziek, waardoor hij minder loon heeft ontvangen. Je vult in alle inkomstenperioden van dat aangiftetijdvak code ‘Z’ in.
- de werknemer heeft aanvullend geboorteverlof, maar wordt op 21 maart ziek. Hij is hersteld op 15 april. In de maand maart geef je voor de hele aangifteperiode code ‘K’ op. In april geef je voor de hele aangifteperiode code ‘Z’ op.
Meer informatie lees je in paragraaf 29.3 Inkomstenperiode van het Handboek Loonheffingen.
Bron: Forum Salaris