Een medewerker heeft in het verleden een WGA-uitkering toegekend gekregen en is destijds herplaatst in een lagere functie. Per augustus 2020 is de werknemer ziek geworden in nieuwe functie. In januari 2022 is met terugwerkende kracht tot 1e ziektedag in augustus 2020 IVA-uitkering toegekend aan werknemer. De IVA-uitkering komt in plaats van de WGA-uitkering.
De loondoorbetalingsverplichting geldt tot augustus 2022. Geldt hier toch nog de witte tabel voor?
De IVA-uitkering gaat de werkgever op de tweede inkomstenverhouding (IKV) betalen. Is dit dan ook nog witte tabel of groene tabel?
In artikel 9.6.2 regels voor het bij elkaar optellen van lonen wordt over een WGA-uitkering gesproken, geldt dit ook voor een IVA-uitkering?
WGA wordt IVA
Bij beantwoording van de vraag gaan we ervan uit dat de eerdere WGA-uitkering wordt omgezet in een IVA-uitkering.
Als je de WGA-uitkering in een aparte IKV hebt verantwoord, is dat voor het verleden alleen van invloed op de code ‘soort inkomstenverhouding’. Voor WGA is dit code 40 en voor IVA is dit code 39. Hiervoor corrigeer je eerdere aangiften.
Aanvulling op uitkering
Het gevolg van de loondoorbetalingsplicht is dat de werkgever een ‘aanvulling op de uitkering’ verschuldigd is. Dit geldt als loon uit tegenwoordige dienstbetrekking gedurende de dienstbetrekking, maar maximaal gedurende de wettelijke termijn van de loondoorbetalingsverplichting. In artikel 629 van BW7 lees je meer over de loonbetalingsverplichting.
Je berekent de loonheffingen over het totaal van de aanvulling en uitkering. Het maakt daarbij niet uit of je alles in één IKV of in twee IKV’s opgeeft.
Witte tabel
De aanvulling op de uitkering is loon uit tegenwoordige dienstbetrekking, omdat de dienstbetrekking nog niet is beëindigd en de wettelijke termijn van de loondoorbetalingsverplichting nog niet is overschreden.
De IVA-uitkering is loon uit vroegere dienstbetrekking. Maar omdat je ook een aanvulling betaalt, is op het totaal de witte tabel van toepassing. Je gebruikt de witte tabel voor het samengevoegde loon en verdeelt de inhouding over de beide inkomstenverhoudingen.
De samenvoegingsbepaling staat in artikel 9.2 Uitvoeringsregeling loonbelasting.
In paragraaf 9.6.2 van het Handboek Loonheffingen 2022 vind je een toelichting hierop (UWV laat een uitkering door u betalen).
Aandachtspunten
Het heeft de voorkeur van de Belastingdienst dat je twee IKV’s gebruikt. Op termijn is dit mogelijk verplicht, maar je mag nu nog één IKV gebruiken, als dit geen invloed heeft op het bedrag van de loonheffingen. Als je twee IKV’s gebruikt, verdeel je de gevonden bedragen over de beide IKV’s.
Houd daarbij rekening met het volgende:
- Voor de inhouding van LB/PVV houd je rekening met het totaal van uitkering en aanvulling.
- Voor de bijdrage Zvw en de premies werknemersverzekeringen bepaal je de bijdrage en premies over het totaal volgens de systematiek van voortschrijdend cumulatief rekenen.
- Bij het gebruik van één IKV geef je de WW-premie ( AWf-premie) op in de rubriek die van toepassing is voor het reguliere loon van de werknemer.
- Mogelijk geldt de hoge AWf-premie voor het loon en de lage AWf-premie voor de uitkering. Dan bereken je het juiste bedrag aan premie AWf (hoog en laag) en vermeld je dat totaal in de rubriek voor premie AWf-hoog. Je vult dan alleen de premieloonrubriek AWf-hoog met het totaal van het premieloon. In één IKV mag namelijk niet zowel AWf-laag als AWf-hoog voorkomen.
- Voor de Aof-premie geldt een andere systematiek dan voor de AWf-premie. Of de hoge of lage Aof-premie geldt, is afhankelijk van de grootte van de werkgever. Deze premie gebruik je voor de aanvulling. Op de uitkering is altijd de hoge premie van toepassing. Deze geef je aan in de rubriek voor Aof-uitkering. Aof hoog c.q. Aof laag kan daarom in één IKV samengaan met Aof-uitkering.
Bron: Forum Salaris