De werkgever heeft ook aanspraak op compensatie van de transitievergoeding van slapende dienstverbanden van vóór 1 juli 2015. Dat heeft de Centrale Raad van Beroep op 1 juni 2022 bepaald.
Als de werkgever de werknemer ontslaat of zijn contract niet verlengt, heeft deze werknemer recht op een transitievergoeding. De werkgever kan in sommige gevallen compensatie krijgen voor de betaalde vergoeding. Dit geldt bij ontslag wegens langdurige arbeidsongeschiktheid of bedrijfsbeëindiging.
Compensatie bij einde dienstverband na 1 juli 2015
Bij langdurige arbeidsongeschiktheid kan de werkgever met terugwerkende kracht compensatie aanvragen voor dienstverbanden die zijn geëindigd op of na 1 juli 2015.
Werknemers hadden wel recht op een transitievergoeding als de verplichte termijn van loondoorbetaling bij ziekte (2 jaar of 104 weken) vóór 1 juli 2015 was verstreken en het dienstverband op of na 1 juli 2015 was beëindigd. Maar werkgevers die een transitievergoeding hadden betaald, kregen in deze situatie geen compensatie voor de vergoeding.
Uitspraak Centrale Raad: ook vóór 1 juli 2015
De Centrale Raad van Beroep heeft op 1 juni 2022 bepaald dat werkgevers wel recht hebben op compensatie van de transitievergoeding als de verplichte termijn van loondoorbetaling bij ziekte vóór 1 juli 2015 was verstreken.
Gevolgen uitspraak
Op dit moment onderzoekt het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid de gevolgen van de uitspraak. Heeft de werkgever naar aanleiding van deze uitspraak al (opnieuw) een aanvraag ingediend? Dan kan UWV mogelijk niet voldoen aan de genoemde beslistermijn in de ontvangstbevestiging. UWV neemt de aanvraag in behandeling zodra duidelijk is hoe UWV deze moet afhandelen.
Meer informatie over de compensatie transitievergoeding bij langdurige arbeidsongeschiktheid
Ook compensatie transitievergoeding na 2 jaar ziekte vóór 1 juli 2015