
Voor ziektegevallen die op of na 1 juli 2023 ontstaan, gaat de termijn van zes weken gelden. Dit staat in de Verzamelwet SZW 2023 die op internetconsultatie.nl is gepubliceerd. Het streven is om deze wijziging per 1 januari 2023 in werking te laten treden.
Werken na AOW-gerechtigde leeftijd
De Wet werken na de AOW-gerechtigde leeftijd is op 1 januari 2016 in werking getreden. Met deze wet zijn maatregelen getroffen die het (door)werken na de AOW-gerechtigde leeftijd
vergemakkelijken.
Met de Wet werken na de AOW-gerechtigde leeftijd is geregeld dat voor AOW-gerechtigde werknemers het opzegverbod bij ziekte, de loondoorbetalingplicht bij ziekte en de duur van het recht op ziekengeld korter duren dan voor werknemers die de AOW-gerechtigde leeftijd nog niet hebben bereikt.
13 in plaats van 6 weken
In het oorspronkelijke wetsvoorstel had de regering een termijn van zes in plaats van 104 weken voorgesteld. Er waren echter zorgen over mogelijke verdringingseffecten ten aanzien van niet AOW-gerechtigden. Daarom is bij amendement in het wetsvoorstel opgenomen dat tot op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip de termijn werd gesteld op dertien in plaats van zes weken.
Geen verdringing
Deze termijn kan op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip worden teruggebracht naar zes weken als uit evaluatie zou blijken dat er geen verdringing heeft plaatsgevonden. Uit de evaluatie die is uitgevoerd, zijn geen signalen van verdringing naar voren gekomen. Daarop is een ontwerp voor een koninklijk besluit, waarmee het tijdstip werd vastgesteld waarop de termijn zou worden teruggebracht, voorbereid.
Overgangsrecht bestaande ziektegevallen
Uit de uitvoeringstoets van UWV op voornoemd ontwerp is echter gebleken dat het overgangsrecht voor bestaande ziektegevallen op het vast te stellen tijdstip voor wat betreft het recht op ziekengeld niet uitvoerbaar is. Het huidige overgangsrecht houdt in dat vanaf het vast te stellen tijdstip de zeswekentermijn zou gaan lopen voor bestaande ziektegevallen, mits dat niet tot gevolg zou hebben dat de totale termijn meer zou bedragen dan dertien weken. Daarom stelt de regering voor om dit overgangsrecht te wijzigen.
Vanwege de verbondenheid van het ziekengeld met de loondoorbetaling bij ziekte en het opzegverbod bij ziekte wordt voorgesteld om voor deze onderwerpen hetzelfde overgangsrecht te hanteren voor bestaande ziektegevallen. Hetzelfde overgangsrecht geldt voor politieambtenaren en defensiepersoneel. Dit wordt daarom ook aangepast.
Voorgestelde wijziging
De voorgestelde wijziging houdt in dat voor de groep werknemers met de AOW-gerechtigde leeftijd die op het vast te stellen tijdstip al ziek waren de termijn van dertien weken blijft gelden voor het recht op ziekengeld, loondoorbetaling bij ziekte en het opzegverbod bij ziekte. Voor ziektegevallen die op of na die datum ontstaan, gaat de termijn van zes weken gelden (eerbiedigende werking).
Om te bepalen welke termijn van toepassing is, moeten ook de regels omtrent samentelling van ziekteperioden in ogenschouw worden genomen. Als twee ziekteperioden elkaar met een onderbreking van minder dan vier weken opvolgen, wordt dit gezien als één ziekteperiode.
Voorbeeld
Als een werknemer met de AOW-gerechtigde leeftijd de Ziektewet instroomt voor het vast te stellen tijdstip bestaat er recht op ziekengeld voor een periode van maximaal dertien weken. Als de
werknemer binnen deze termijn weer herstelt en daarna binnen vier weken opnieuw ziek wordt, kan hij de maximale termijn van dertien weken volmaken. Vanwege de samentelling van ziekteperioden geldt dat ook als de eerste dag van de tweede ziekteperiode gelegen is na het vast te stellen tijdstip.
Gevolgen overgangsrecht Ziektewet
De wijziging van het overgangsrecht bij de Ziektewet heeft tot gevolg dat een beperkte groep ZW-gerechtigden een iets langere uitkeringsduur hebben; zij behouden het recht op dertien weken
ziekengeld. Deze wijziging leidt daardoor tot iets hogere ZW-lasten. De ZW-uitgaven voor personen met de AOW-gerechtigde leeftijd verhaalt UWV echter op de werkgever. De wijziging heeft daardoor geen gevolgen voor de Rijksuitgaven. De uitvoeringskosten zijn naar verwachting gering en deze zal UWV binnen de eigen begroting opvangen.
Per 2023
Het voornemen is deze wijzigingen met ingang van 1 januari 2023 in werking te laten treden. Het tijdstip vanaf wanneer de termijn van zes weken gaat gelden, zal niet eerder dan 1 juli 2023 zijn
vanwege de voorbereidingstijd die UWV nodig heeft. Het daarvoor benodigde koninklijk besluit zal worden voorgelegd aan de Eerste en Tweede Kamer, vanwege de voorgeschreven
voorhangprocedure.
Verzamelwet SZW 2023 op internetconsultatie.nl