In het debat in de Tweede Kamer over de Verzamelwet SZW 2022 van 11 november 2021 hebben de leden Gijs van Dijk (PvdA), Palland (CDA) en Ceder (ChristenUnie) een motie ingediend die oproept een uitwerking aan de Kamer te sturen waardoor pensioenfondsen met een beleidsdekkingsgraad van 105 procent in het jaar 2022 kunnen indexeren met nadrukkelijke waarborgen voor evenwichtig invaren en de belangen van toekomstige generaties. De motie is 18 november 2021 aangenomen.
Samenhang met Wet toekomst pensioenen
In het debat heeft staatssecretaris Wiersma van Sociale Zaken aangegeven dat hij de samenhang van deze uitwerking met de Wet toekomst pensioenen (WTP) essentieel vindt. Daarom is hij van plan de uitwerking van de motie – door middel van een AMvB – tezamen met de WTP in het voorjaar aan te bieden, zodat de Kamer van beide stukken kennis kan nemen en ze in samenhang kan bezien.
Ook heeft de staatssecretaris aangegeven de waarborgen uit de WTP die gelden voor fondsen die gebruik maken van het transitie-ftk, ook in de AMvB op te nemen vanuit het oogpunt van evenwichtige belangafweging die fondsbesturen moeten betrachten. Dat zijn bijvoorbeeld waarborgen met betrekking tot de onderbouwing en het inzichtelijk maken van de effecten en het voornemen tot invaren.
Het besluit om gebruik te maken van de ruimte die via de AMvB wordt geboden, is aan de pensioenfondsen. Zij bepalen, gelet op een evenwichtige afweging van belangen, of indexatie kan worden verleend en zij leggen hierover verantwoording af.
Een van de onderdelen die fondsbesturen in hun afweging betrekken is de transitie naar het nieuwe stelsel. De verbondenheid van de AMvB en het transitie-ftk als onderdeel van de Wet toekomst pensioenen komt in al deze elementen tot uitdrukking en ze worden zo gezamenlijk bezien.
Wetsvoorstel Toekomst Pensioenen – nieuw pensioenstelsel per 2023
Nieuwe pensioenstelsel ingrijpend?
Gevraagd wordt of de regering het ermee eens is dat het nieuwe pensioenstelsel buitengewoon ingrijpend is voor gepensioneerden en (gewezen) deelnemers.
Volgens Wiersma is ons pensioenstelsel aan een herziening toe. Maar hier is een nuancering op zijn plaats. Voor de (gewezen) deelnemers verandert in de kern weinig. Zij behouden een pensioenrecht, waarbij deze wordt uitgedrukt in vermogen. In de communicatie naar de deelnemer staat de pensioenverwachting (in drie scenario’s) centraal, zoals ook nu zo is.
Voor de gepensioneerden kan er bij de overgang naar het nieuwe stelsel sprake zijn van een verhoging of verlaging van het al ingegane pensioen, afhankelijk van de dekkingsgraad van het fonds. Wel geldt daarbij dat fondsen verschillende instrumenten hebben om bij het invaren de al ingegane uitkeringen op peil te houden, ook als er sprake is van onderdekking.
Pensioenen zullen in het nieuwe stelsel sneller meebewegen met financiële ontwikkelingen. Dit betekent dat pensioenen bij meevallers sneller verhoogd zullen worden en bij tegenvallers sneller verlaagd.
Wel zitten er in de nieuwe pensioencontracten verschillende dempende elementen om de uitslagen bij
al ingegane pensioenen te dempen. Hoewel het pensioenstelsel in de kern – onder de motorkap – ingrijpend wordt herzien, zal de (gewezen) deelnemer en gepensioneerden dat vermoedelijk niet zo ervaren.
Verruimen indexatieregels in 2022
Zowel de motie Van Dijk c.s. en het ingediende amendement door lid Gijs van Dijk (PvdA) strekken tot het verruimen van de indexatieregels in 2022. Het amendement knipt de inhoudelijke link tussen de WTP en de indexatieregels los en bevat niet de waarborgen die het transitie-ftk wel bevat. De motie borgt beiden wel.
Zowel het amendement als de motie maken de verruimde indexatieregels mogelijk voor pensioenfondsen die naar verwachting de huidige pensioenen zullen overzetten (invaren) naar het nieuwe pensioenstelsel.
Pensioenfondsen bepalen
De mate waarin uiteindelijk indexatie wordt verleend is afhankelijk van de stand van de dekkingsgraad op basis waarvan het indexatiebesluit wordt genomen en de afweging die het bestuur maakt om al dan niet te indexeren. Het besluit om gebruik te maken van de ruimte die via de AMvB wordt geboden, is aan de pensioenfondsen. Zij bepalen, gelet op een evenwichtige afweging van belangen, of indexatie kan worden verleend en zij leggen hierover verantwoording af. Conform artikel 58 van de Pensioenwet is de positie van slapende deelnemers gelijk aan die van gepensioneerde deelnemers.
Memorie van antwoord bij Verzamelwet SZW 2022
Pensioenen in 2022 weer omhoog: indexatie bij dekkingsgraad van 105