De huur van de man is bijna 600 euro hoger dan het normbedrag dat moet worden toegepast in de berekening van de beslagvrije voet. De wetgever houdt er geen rekening mee dat een schuldenaar met hogere huurkosten, die ondanks inspanningen daartoe soms niet kan verlagen, bijvoorbeeld door de overspannen woningmarkt. Dat onder die omstandigheden geen rekening meer wordt gehouden met de hogere huur, leidt tot een onevenredige hardheid.
Geen nieuwe schulden
Door de beslagvrije voet tijdelijk te verhogen maakt de man geen nieuwe schulden meer, zodat hij samen met zijn schuldhulpverlener iets aan zijn schulden kan gaan doen. In de beslagvrije voet is ook de alimentatie verwerkt die hij nog moet betalen.
Wat is de situatie?
Op 3 december 2018 heeft de man een aanvraag schuldhulpverlening ingediend. Bij besluit van 14 maart 2019 is zijn aanvraag gehonoreerd.
De man is alleenstaand, werkt fulltime in loondienst, verdient € 2.462,23 netto exclusief vakantiegeld per maand en huurt een vrijesector woning voor € 1.331,20 per maand. De man is vader van een elfjarig kind. Er bestaat een omgangsregeling op grond waarvan de man 45 procent van de tijd voor het kind zorgt. Hij heeft geen recht op toeslagen.
Bij beschikking van 11 november 2020 is de man veroordeeld tot betaling aan de moeder van het kind van € 250 per maand aan alimentatie voor het kind voor de toekomst, met terugwerkende kracht tot vijf jaar geleden ten bedrage van in totaal € 11.569 inclusief kosten aan achterstand.
Beslag op inkomen
De gerechtsdeurwaarder heeft executoriaal derdenbeslag gelegd op het inkomen van de man. Op 19 februari 2021 heeft de man verzocht om verhoging van de beslagvrije voet. De deurwaarder heeft deze vervolgens vastgesteld op € 1.984,00 per maand.
In juli 2021 heeft de werkgever van de man voor het eerst loon aan de deurwaarder afgedragen.
Met ingang van augustus 2021 past de deurwaarder een beslagvrije voet van € 1.665 per maand toe.
Problematische schuldenlast
De schuldhulpverlener van de man heeft voor zover relevant het volgende verklaard over de financiële situatie van de man:
“Daar sprake is van een problematische schuldenlast wordt gekeken naar de mogelijkheden van de start van een schuldregelingstraject. Tot op heden werd getracht toe te werken naar de start van een minnelijke schuldregeling, echter door het gelegde beslag is het niet mogelijk om deze regeling ook daadwerkelijk op te starten. De financiële situatie is daarvoor te instabiel. Door de beslagvrije voet van 1665 euro die op dit moment wordt gehanteerd, ontstaan er elke maand nieuwe vorderingen. Dit zorgt er voor dat een minnelijke schuldregeling niet gestart kan worden. (…) Indien de beslagvrije voet wordt opgehoogd naar aanleiding van dit verzoekschrift, dan naar verwachting een budget passend kunnen worden bereikt.”
Naar de rechter
De man verzoekt de kantonrechter om verhoging van de beslagvrije voet, waarbij rekening wordt gehouden met zijn persoonlijke omstandigheden.
De man stelt dat hij met de nu toegepaste beslagvrije voet van € 1.665 zijn maandelijkse betalingsverplichtingen niet kan nakomen. Dat leidt tot acute problemen. Hij maakt hierdoor namelijk nieuwe schulden, wat niet alleen een probleem vormt voor de schuldhulpverlening die hij nu ontvangt, maar er ook voor zorgt dat een minnelijke schuldenregeling dan wel de wettelijke schuldsaneringsregeling dan geen haalbare mogelijkheid meer kan zijn. Dit leidt tot een uitzichtloze situatie.
De deurwaarder voert geen verweer.
Hoger beslagvrije voet voor zes maanden
Artikel 475da lid 5 Rv geeft de deurwaarder de mogelijkheid om de beslagvrije voet te verhogen voor de duur van maximaal zes maanden indien de schuldenaar hoge woonkosten heeft.
De achterliggende gedachte van artikel 475da lid 6 Rv is dat de schuldenaar na zes maanden wordt geacht zijn uitgaven te hebben aangepast aan zijn inkomsten, bijvoorbeeld door zijn huis te hebben verkocht, dan wel een goedkopere huurwoning te hebben gevonden
Relatief hoge huurkosten
Vaststaat dat de nu vastgestelde beslagvrije voet van € 1.665, gelet op het budgetplan en de daarin genoemde inkomsten en uitgaven, waarvan de deurwaarder de juistheid niet heeft betwist, leidt tot een aanzienlijk tekort in de maandelijkse uitgaven van de man. Dat komt met name door de relatief hoge huurkosten.
Overspannen woningmarkt
Het is onwaarschijnlijk dat de huurkosten van de man binnen afzienbare tijd zijn te verlagen, gelet op de huidige overspannen woningmarkt. In dit kader heeft de man ter zitting mondeling toegelicht dat hij al sinds het begin van dit jaar doende is met het zoeken naar een goedkopere woonruimte (zowel binnen als buiten de regio) maar dat dit tot nu toe tot niets heeft geleid.
Onevenredige hardheid
De hoge woonkosten en de onmogelijkheid goedkopere woonkosten te krijgen is een omstandigheid die leidt tot een onevenredige hardheid. Daarbij is in aanmerking genomen dat de door de man nu verschuldigde huur ten bedrage van € 1.331,20 per maand voor een passende vrijesectorwoning in de regio Amsterdam niet ongebruikelijk hoog is en dat de man vanwege zijn werk en de omgangsregeling met zijn kind aan deze regio is gebonden. Door het tekort maakt de man bovendien nieuwe schulden. de man heeft er groot belang bij om geen nieuwe schulden te maken.
Verhoging beslagvrije voet
De kantonrechter verhoogt daarom de beslagvrije voet. De beslagvrije voet wordt ook tijdelijk verhoogd met het te betalen bedrag aan alimentatie.
Het voorgaande leidt tot een beslagvrije voet van € 2.493,87 per maand. De huidige beslagvrije voet van € 1.665 wordt tot dat bedrag tijdelijk verhoogd.
Minnelijke schuldregeling
Toepassing van deze verhoogde beslagvrije voet voor een periode van zes maanden moet in principe voldoende zijn voor het bewerkstelligen van een minnelijke schuldenregeling dan wel voor de behandeling van een verzoek tot toelating tot de wettelijke schuldsanering natuurlijke personen (WSNP). Voor de man is het noodzakelijk dat zijn financiële situatie de komende periode stabiel blijft.
Negen maanden in totaal
Aangezien het voor partijen al in augustus 2021 duidelijk was dat toepassing van een beslagvrije voet van € 1.665 ontoereikend is om de maandelijkse kosten te voldoen, waardoor nieuwe schulden ontstaan, zal de deurwaarder de verhoogde beslagvrije voet vanaf die maand moeten toepassen.
Gelet op dat moment en de verstreken tijd tot aan de datum van deze beschikking, plus de zes maanden voornoemd, zal de verhoogde beslagvrije voet gelden voor de duur van negen maanden in totaal.
Als de man eerder lagere huurkosten kan realiseren en/of zijn alimentatie kan verlagen, moet hij de deurwaarder daarvan direct in kennis te stellen.
Uitspraak Rechtbank Amsterdam, 19 oktober 2021, ECLI:NL:RBAMS:2021:5936