De Wajong-uitkering is bedoeld om het inkomen van een Wajonger aan te vullen. Op die manier hebben Wajongers genoeg geld om rond te komen. Omdat het een aanvulling is, krijgen Wajongers die zelf genoeg verdienen de uitkering niet. Daarom wordt een deel van het inkomen verrekend als je meer gaat verdienen.
Een bonus of het uitbetalen van vakantiedagen hoort ook bij het inkomen dat wordt verrekend. Het is vervelend als extra inkomen helemaal verrekend wordt met de uitkering. Dat is daarom aangepast.
Oude regels
Vóór 1 januari 2021 waren de regels waarmee inkomen verrekend werd lastiger dan nu. De regels waren ook niet hetzelfde voor alle Wajongers. Dat had te maken met wanneer iemand voor het eerst een Wajong-uitkering kreeg.
Als een Wajonger voor 2010 voor het eerst een uitkering kreeg dan waren de regels anders dan voor een Wajonger die na 2010 voor het eerst een uitkering kreeg.
Daarnaast waren de regels ook anders voor Wajongers die meer of minder inkomen verdienden. Voor veel Wajongers werd toen al het inkomen helemaal verrekend met de uitkering. Het maakte niet uit of dat gewoon salaris was, een bonus was of het uitbetalen van vakantiedagen.
Nieuwe regels
De oude regels waren lastig om te begrijpen. Daarom zijn de regels per 1 januari 2021 eenvoudiger gemaakt. Ook vond de regering dat (meer) werken moet lonen. Een Wajonger houdt nu meer geld over als hij meer gaat werken, of bijvoorbeeld een bonus krijgt of zijn vakantiedagen laat uitbetalen. Sinds 1 januari 2021 geldt die nieuwe regel voor het verrekenen van inkomen voor alle Wajongers.
70 procent verrekend
De nieuwe regel is dat 70 procent van elke euro die een Wajonger verdient, wordt verrekend met de uitkering. Dat betekent dat een Wajonger van elke euro die hij extra verdient 30 cent kan houden. Ook als een Wajonger een bonus krijgt of extra vakantiedagen laat uitbetalen mag de Wajonger daar dus een deel van houden.
Werkkostenregeling
Werkgevers kunnen een bonus ook op een andere manier geven waardoor de vergoeding niet verrekend wordt met de uitkering. Hiervoor moet een werkgever de werkkostenregeling gebruiken. De werkgever moet dan aangeven dat de vergoeding aan de werknemer ‘eindheffingsloon’ is. Als de werkgever dat doet, verrekent UWV de vergoeding niet met de uitkering. Dan kan de Wajonger de vergoeding én zijn uitkering houden. De werkgever kan niet alles als ‘eindheffingsloon’ opschrijven. Dat mag tot een bepaald bedrag. De werkgever moet soms dus kiezen.