Het lijkt erop dat er in het cao-overleg in het eerste halfjaar van 2021 sprake is van twee heel verschillende perspectieven.
Vakbonden komen met een looneis van 5 procent en wijzen vooral op bedrijven waar het goed gaat. Werknemers zien dat we de coronacrisis achter ons laten en verwachten een flinke loonstijging.
Werkgevers daarentegen wijzen erop dat er, naast goed draaiende bedrijven, ook veel bedrijven en bedrijfsonderdelen zijn waar het (nog) niet goed gaat. Daarnaast hebben de werkgevers te kampen met economische onzekerheden die het herstel kunnen belemmeren, zoals de afbouw van de steunmaatregelen, de mogelijkheid dat er nieuwe virusvarianten ontstaan, problemen met de aanvoer van materialen en grondstoffen, en stijgende inkoopprijzen. Daarom zijn zij veel voorzichtiger.
In een aantal gevallen is de arbeidsvoorwaardenruimte voor 2021 beperkt, omdat eerder gemaakte loonafspraken in 2020 – als gevolg van de coronacrisis die maart 2020 inzette – (veel) te hoog bleken. Het resultaat is moeizaam cao-overleg.
Kale cao-akkoorden
Tot nu toe is 2021 vooral een beleidsarm jaar, het zijn nogal kale cao-akkoorden die tot stand komen. Het overleg beperkt zich doorgaans tot de loonparagraaf en de looptijd. Over kwalitatieve thema’s maken onderhandelaars relatief weinig afspraken.
Cao-partijen zijn vooral bezig met de afwikkeling van de coronacrisis en houden zich nog weinig bezig met de uitdagingen van de toekomst.
Looptijd
33 procent van de cao’s heeft een eenjarig karakter, maar het percentage tweejarige cao’s staat inmiddels op 30 procent. De gemiddelde looptijd is met 20 maanden zelfs een fractie hoger dan normaal.
Loonstijging
De meest afgesproken contractloonstijging is zowel 2 procent (23 keer) als 0 procent (21 keer):
- 0 tot circa 1 procent in bedrijven en sectoren waar het slecht gaat (meestal hard geraakt door – de naweeën van – corona; denk vooral aan horeca, cultuur, sport en de evenementenbranche)
- 2 procent of meer waar het goed gaat, met name in industrie en pakketbezorging.
De gemiddelde contractloonstijging over de eerste maanden van 2021 komt uit op 1,72 procent. In de loop van 2021 nam de gemiddelde contractloonstijging per afsluitmaand toe. In de maand mei was de gemiddelde contractloonstijging opgelopen tot 2,2 procent. De afbouw van de lockdownmaatregelen en de oplopende inflatie hebben hierbij een belangrijke rol gespeeld.
Eenmalige uitkering
Een op de vijf (20 procent) akkoorden kent een afspraak over een eenmalige uitkering. De gemiddelde uitkering bedraagt € 604, het gemiddelde percentage is 0,8. Meest voorkomende afspraak is € 300 eenmalig (0,5 en 1 procent).
De contractloonstijging op twaalfmaandsbasis ligt in akkoorden met een eenmalig bedrag lager (1,5 procent) dan in akkoorden zonder eenmalige uitkering (1,8 procent). In dit soort akkoorden is de contractloonstijging gemiddeld 0,3 procentpunt lager.
Trends in cao’s
Het aantal afspraken over de zogeheten kwalitatieve thema’s, valt deze eerste helft van 2021 tegen.
Trends zijn:
- sterke toename in het aantal afspraken over hybride werken, de RVU-vrijstellingsregeling in relatie tot zware beroepen, het voorkomen van verlofstuwmeren en rouwverlof.
- afname in het aantal afspraken over stageplaatsen en het vergoten van de wendbaarheid van de organisatie.
Cao-overleg 2021 en hybride werken: meer afspraken over thuiswerken
Verlopen cao’s
Er moeten nog veel cao’s worden afgesloten: in 2021 zijn tot nu toe ruim 175 cao’s verlopen zonder dat cao-partijen overeenstemming hebben bereikt over een nieuwe (1,2 miljoen werknemers). Daarnaast wachten nog ruim 80 al in 2020 verlopen cao’s (410.000 werknemers) op vernieuwing.
Bron: AWVN