Het wetsvoorstel Wijziging van de WIA en de Ziektewet om het advies van een bedrijfsarts over de belastbaarheid van de werknemer leidend te maken bij de toets op de re-integratie inspanningen door het UWV draagt eraan bij onzekerheid bij werkgevers weg te nemen en maakt daarmee onderdeel uit van het totaalpakket om de balans tussen vaste en flexibele contracten te herstellen.
Advies bedrijfsarts
In dit wetsvoorstel is daarom het uitgangspunt dat de werkgever uit moet kunnen gaan van het
advies van de bedrijfsarts over de belastbaarheid van een zieke werknemer, aangezien de
werkgever dit niet zelf kan vaststellen. Daarmee wordt ook onderscheid gemaakt tussen dat wat
voor werkgever en werknemer niet beïnvloedbaar is, namelijk de vaststelling van de medische
belastbaarheid door de bedrijfsarts, en dat waar werkgever en werknemer wel invloed op hebben,
namelijk de re-integratie-inspanningen.
Grondslag loonsanctie vervalt
Slechts een van de grondslagen tot het opleggen van een loonsanctie vervalt met dit wetsvoorstel.
In totaal gaat het relatief gezien niet om grote aantallen loonsancties waarbij het oordeel van de
verzekeringsarts afweek van het advies van de bedrijfsarts: 12 procent van de opgelegde loonsancties in de periode 2015-2017. In de meeste gevallen is het oordeel van de verzekeringsarts overeenkomstig het medisch advies van de bedrijfsarts.
Verlenging loondoorbetalingsplicht
Werkgevers worden ook na de wetswijziging geacht passende werkzaamheden te blijven aanbieden om de re-integratie van zieke werknemers te bevorderen. Als de verrichte re-integratie-inspanningen niet in overeenstemming zijn met het medisch advies van de bedrijfsarts, dan kan een verlenging van de
loondoorbetalingsverplichting nog steeds aan de orde zijn.
De minister zet in op jaarlijkse monitoring van het effect van de wijziging, onder meer door middel van steekproefsgewijs kwalitatief dossieronderzoek naar de adviezen van bedrijfsartsen in het re-integratieverslag en de beoordelingen van verzekeringsartsen bij de claimbeoordeling.
Loonsanctie wel of niet meeverzekeren
Sinds 1 januari 2020 is er een MKB verzuim-ontzorgverzekering op de markt gekomen,
waardoor kleine werkgevers zo veel mogelijk ontzorgd worden. Ook op sommige andere
verzuimverzekeringen is een poortwachtersgarantie van toepassing. Het is aan werkgevers om zich
al dan niet uitgebreid te verzekeren.
Of de risico’s op een loonsanctie nu wel of niet mee verzekerd kunnen worden, doet niets af aan het uitgangspunt dat werkgevers moeten kunnen vertrouwen op het medisch advies van de bedrijfsarts.
De financiële tegemoetkoming van € 450 miljoen per jaar voor kleine werkgevers is bedoeld als
tegemoetkoming in de loondoorbetalingskosten. Werkgevers kunnen dit bedrag aanwenden om zich goed te verzekeren, maar zij kunnen dit bijvoorbeeld ook benutten voor de tijdelijke vervanging van een werknemer.
Belastbaarheid zieke werknemer
Koolmees vindt het van belang onderscheid te maken tussen dat wat niet beïnvloedbaar is voor werkgever en werknemer, namelijk de vaststelling van de medische belastbaarheid door de bedrijfsarts, en dat waar werkgever en werknemer wel invloed op hebben, namelijk de re-integratie-inspanningen. Daarom ziet dit wetsvoorstel op het vervallen van een van de grondslagen van een loonsanctie, namelijk een verschil in oordeel over de belastbaarheid van de zieke werknemer tussen de bedrijfsarts van de werkgever en de verzekeringsarts van UWV.
Verantwoordelijkheid bij werkgever
De verantwoordelijkheid voor de ondernomen re-integratie-inspanningen door werkgever en
werknemer ligt uiteindelijk bij de werkgever, aan wie de verlenging van de loondoorbetalingsverplichting kan worden opgelegd. Of de werkgevers dit risico nu of wel niet door
middel van een verzekeringsproduct afdekt, staat los van de verantwoordelijkheid van een werkgever.
Het is aan werkgevers of zij zich wel of niet uitgebreid verzekeren voor de kosten van loondoorbetaling bij ziekte en re-integratiedienstverlening. Het is aan de overheid om aan werkgevers plichten te geven die redelijk zijn.
Goed arbo- en verzuimbeleid
Iedere werkgever is verantwoordelijk voor een goed arbo- en verzuimbeleid. De werkgever moet
zich daarbij laten ondersteunen door een arbodienst en/of deskundigen, zoals een bedrijfsarts, arbeidshygiënist en/of andere deskundigen. De werkgever moet in ieder geval beschikken over een
overeenkomst met een arbodienst of bedrijfsarts: het basiscontract.
Deskundigenoordeel bij UWV
Een werkgever kan, indien hij/zij niet tevreden is over de kwaliteit van de deskundige ondersteuning, overgaan tot beëindiging van het basiscontract en op zoek gaan naar een andere arbodienst of bedrijfsarts. In feite is dit onnodig: de werkgever staat immers een deskundigenoordeel bij het UWV ter beschikking.
Ook geldt bij inschakeling van een andere arbodienst of bedrijfsarts dat de vaststelling van de medische belastbaarheid door de bedrijfsarts niet beïnvloedbaar is.
Of second opinion
Wanneer een werknemer twijfelt aan de juistheid van het door de bedrijfsarts gegeven advies, kan
de werknemer een deskundigenoordeel bij UWV of een second opinion van een andere bedrijfsarts
aanvragen. Bedrijfsartsen moeten zo’n verzoek altijd honoreren.
Medisch advies bedrijfsarts
Uitgangspunt is dat werkgevers moeten kunnen vertrouwen op het medisch advies van de
bedrijfsarts. De bewindsman vindt het onredelijk dat loonsancties kunnen worden opgelegd die als grond hebben dat het oordeel van de verzekeringsarts afwijkt van het medisch advies van de bedrijfsarts.
Werkgevers moeten niet afhankelijk zijn van maatregelen die zij zelf moeten nemen om een onredelijke loonsanctie te proberen te voorkomen of de impact ervan te verzachten. Daarop ziet het onderhavig wetsvoorstel.
Uitvoerbaarheid RIV-toets
Voor UWV is het van belang dat de arbeidsdeskundige op basis van de aangeleverde informatie kan
beoordelen of de re-integratie-inspanningen in overeenstemming zijn met de beschreven
belastbaarheid.
Nieuw beoordelingskader
UWV heeft aangegeven dat voor de uitvoerbaarheid van de RIV-toets er een door alle betrokken beroepsverenigingen (arbeidsdeskundigen, verzekeringsartsen en bedrijfsartsen) gedragen gemeenschappelijk beoordelingskader moet komen van waaruit bedrijfsartsen hun adviezen opstellen over de belastbaarheid van zieke werknemers. Hierdoor weten arbeidsdeskundigen van UWV hoe de adviezen van de bedrijfsartsen over de belastbaarheid van de zieke werknemers zijn opgesteld en zal dit tot minder of geen vragen aan de bedrijfsarts moeten leiden.
Het nieuwe beoordelingskader is in december opgeleverd, waarna uiterlijk 1 mei de begeleidende leidraad gereed is.
De leidraad is multidisciplinair en beschrijft op welke wijze en wanneer de drie beroepsgroepen met elkaar zouden moeten samenwerken. Vanwege de benodigde tijd voor opleiding en training van arbeidsdeskundigen die daarop volgt is daarmee het wetsvoorstel per 1 september 2021 uitvoerbaar voor UWV.
Rol bedrijfsarts
Zowel de werkgever als de werknemer moeten kunnen vertrouwen op het medisch advies van de bedrijfsarts voor het juist uitvoeren van de begeleidende rol tijdens de private loondoorbetalingsperiode. Het is dan ook van belang dat bij twijfel hierover een werknemer een second opinion bij een andere bedrijfsarts aanvraagt of een deskundigenoordeel bij UWV. Dit zal in de meeste gevallen niet nodig zijn.
Met de regeling die in (waarschijnlijk juli) 2021 in werking zal treden wordt de actieve rol van de werknemer tijdens de re-integratie daarnaast versterkt, doordat de werknemer zijn visie moet geven tijdens het opstellen van een plan van aanpak, bij bijstellingen hierop en bij de eerstejaarsevaluatie.
Dit wetsvoorstel verandert niets aan de rol van de bedrijfsarts. Als het gaat om het bepalen van
het recht op een uitkering, is en blijft een verzekeringsarts van UWV de leidende arts.
Samenwerking met verzekeringsarts
Ook in de nieuwe situatie blijft het de verzekeringsarts die de WIA-claimbeoordeling doet. Daardoor
blijft de kans bestaan dat het oordeel van de verzekeringsarts verschilt van dat wat werkgever en werknemer op basis van het advies van de bedrijfsarts hadden verwacht. Om dat risico te verkleinen blijft goede samenwerking tussen verzekeringsarts en bedrijfsarts belangrijk.
Tijdig ingrijpen
Het is aan de werknemer om niet achteraf – na de RIV-toets of de WIA-claimbeoordeling -, maar tijdens de loondoorbetalingsperiode in te grijpen. Als er twijfel bestaat over het advies van de bedrijfsarts, dan is het zaak dit voortvarend op te pakken.
Een werknemer kan een second opinion bij een andere bedrijfsarts aanvragen, een klacht indienen bij de bedrijfsarts, een deskundigenoordeel bij UWV aanvragen of in het uiterste geval zich bij de tuchtrechter melden.
RIV-toets door UWV
UWV blijft de RIV-toets uitvoeren en zal nog steeds verlengingen van de loondoorbetalingsverplichting opleggen, waarna gemiste re-integratiekansen hersteld kunnen worden in het derde jaar.
Een werkgever moet kunnen vertrouwen op het medisch advies van de bedrijfsarts, aangezien een werkgever niet zelf de belastbaarheid van zijn zieke werknemer in kaart kan brengen.
Onderhavig wetsvoorstel neemt de onzekerheid bij werkgevers weg dat zij een loonsanctie opgelegd krijgen vanwege een verschil in oordeel over de belastbaarheid van de zieke werknemer tussen de bedrijfsarts van de werkgever en de verzekeringsarts van UWV.
Nota n.a.v. verslag wetsvoorstel RIV-toets UWV door arbeidsdeskundigen