De Wet arbeidsmarkt in balans (WAB) is op 1 januari 2020 in werking getreden. Met deze wet zijn verschillende regels in het arbeidsrecht en in de premieheffing voor de WW gewijzigd.
In de motie-Nijkerken-de Haan/Peters wordt de regering verzocht het effect van de payrollbepalingen op de doelgroep banenafspraak en beschut werk terug te koppelen aan de Tweede Kamer via een quickscan.
Quickscan payroll
UWV heeft in opdracht van het ministerie van Sociale Zaken gekeken naar mensen uit de doelgroep banenafspraak en beschut werk die eind 2019 aan het werk waren als payrollwerknemer, en voor de eerste 3 maanden van 2020 in kaart gebracht wat voor arbeidsverhouding zij hadden en bij welke
werkgever.
De uitkomsten van de quickscan geven slechts een indicatie van het effect van de payrollmaatregelen in de WAB. Zowel werkgevers als werknemers moeten wennen aan nieuwe wetgeving en dat kost tijd en moeite. Daarnaast zijn er vele andere variabelen die ook invloed hebben op de verschuivingen in arbeidsverhoudingen. Het is daarmee niet mogelijk om op basis van deze quickscan definitieve
uitspraken te doen over de effecten van de WAB.
Doelgroep banenafspraak
Te zien is dat van de mensen uit de doelgroep banenafspraak die eind 2019 payrollwerknemer waren, in maart 2020 35,3 procent dat nog steeds is bij dezelfde werkgever. Dit percentage is lager dan de vergelijkbare situatie in 2018 (61,7 procent) en 2019 (57,5 procent) en laat dus een grotere afname zien van payrollwerknemers die bij dezelfde werkgever als payrollwerknemer in dienst bleven.
Met 9,1 procent in 2020 is er geen groot verschil in het aantal payrollwerknemers dat naar de groep uitkering en/of pensioen gingen in vergelijking met 2018 (10,9 procent) en 2019 (8,8 procent).
Naar welke groep zijn deze payrollwerknemers uit de doelgroep banenafspraak doorgestroomd?
Het aantal payrollwerknemers dat bij dezelfde werkgever is blijven werken maar in een andere arbeidsverhouding (uitzendkracht of werknemer) is gestegen.
Een groot aantal is bij een andere werkgever gaan werken (29,4 procent). Meer dan de helft van die groep (15,7 procent) doet dat via een regulier dienstverband. Dat is hoger dan in 2018 (9,6 procent) en in 2019 (11,4 procent). Hieronder vallen ook payrollwerknemers die in vaste dienst zijn getreden bij een werkgever waar hij eerder al als payrollwerknemer werkzaamheden verrichten.
Uitzendkrachten
Als de controlegroep daarnaast bekeken wordt is te zien dat het aantal uitzendkrachten is gestegen (van 9.883 in 2019 naar 10.606 personen in 2020) terwijl dat voor de payrollwerknemers niet het geval is (924 naar 912 personen).
Daarnaast is bij de uitzendkrachten de daling van het aantal werkenden die bij dezelfde werkgever in dezelfde arbeidsverhouding zijn blijven werken ook te zien maar is die bij deze groep minder groot dan bij payrollwerknemers.
Ook zijn de doorstroomroutes anders dan bij payrollwerknemers. Het wisselen van arbeidsverhouding bij dezelfde werkgever komt bij uitzendkrachten minder vaak voor.
Daarnaast is de toename van het aantal uitzendkrachten die in een regulier dienstverband ging werken (11,0 procent in 2018, 12,0 procent in 2019 en 13,5 procent in 2020) niet zo groot als de toename voor payrollwerknemers.
Beschut werk
Het aantal beschut werkers is lager dan het aantal mensen in de banenafspraak en daarmee ook het aantal personen dat eind 2019 werkzaam was als payrollwerknemer (224) of uitzendkracht (246). Hierdoor kunnen kleine feitelijke verschuivingen percentueel gezien groot lijken.
Van de 224 beschut werkers die eind 2019 payrollwerknemer waren, werkten 176 mensen (78,6%) ook de eerste drie maanden van 2020 bij dezelfde werkgever. Dit aantal is vergelijkbaar met de overgang 2018/2019 (80%).
De opbouw binnen de groep is wel veranderd. Van de 176 personen die in 2020 bij dezelfde werkgever bleef werken stroomden 17 mensen door naar een uitzendcontract en 1 naar een vast dienstverband. Iedereen die in 2019 bij dezelfde werkgever bleef werken, bleef dat via een payrollcontract doen.
Indicatie effect
Voor alle bovengenoemde verschuivingen is het voorbarig om de WAB aan te wijzen als de oorzaak, aldus de minister. De resultaten geven slechts een indicatie. Die indicatie is dat de WAB voor de doelgroep banenafspraak het resultaat heeft dat het aantal payrollbanen vermindert zonder dat dit ten koste gaat van het totale aantal banen.
Daarnaast vindt een toename plaats van het aantal payrollwerknemers dat doorstroomt naar een vast dienstverband. Bij de doelgroep beschut werken is het door de kleine aantallen moeilijker een indicatie te geven.
Het is wel duidelijk dat het aantal verschuivingen van arbeidsverhouding binnen de groep is toegenomen. In het algemeen lijken de payrollbepalingen op basis van deze informatie niet ten koste te gaan van de mensen die via de banenafspraak of beschut werk een baan zouden kunnen krijgen of hebben gekregen.
Monitor
Naast deze quickscan heeft het kabinet een monitor opgezet om de gevolgen van payrolling op de doelgroep banenafspraak en beschut werk in de gaten te houden.
De uitkomsten van de monitoring worden periodiek – voor het eerst voorjaar 2021 – besproken tussen het ministerie van SZW, de VNG en de Stichting van de Arbeid.