Het kabinet deelt op hoofdlijnen de analyse van beide rapporten.
De Commissie Regulering van Werk (of Commissie Borstlap) heeft op 23 januari 2020 haar rapport ‘In wat voor land willen wij werken?’ over de toekomst van de arbeidsmarkt en de sociale zekerheid gepresenteerd.
De minister heeft eerder aangegeven in het eerste kwartaal van 2020 te reageren op het rapport. Dat is nu het vierde kwartaal geworden. In dezelfde periode is ook het WRR-rapport ‘Het betere werk’ uitgekomen, dat ook gaat over de toekomst van de arbeidsmarkt en de sociale zekerheid. Dit rapport is bij de kabinetsreactie op de Commissie Regulering van Werk betrokken.
Grip hebben
De WRR pleit er in ‘Het betere werk’ voor om goed werk voor iedereen te zien als maatschappelijke opdracht voor bedrijven, instellingen, sociale partners en de overheid. Goed werk betekent voor de WRR dat mensen grip hebben: grip op geld, grip op het werk en grip op het leven.
De WRR constateert dat Nederland als het gaat om goed werk in Europa niet voorop loopt. De WRR adviseert om de drie condities van goed werk en de verdeling hiervan over de bevolking tot basis van overheidsbeleid te maken en deze onderdeel te maken van de Monitor Brede Welvaart.
Aanpassingen nodig
De Commissie constateert dat de huidige regulering van werk onvoldoende is toegesneden op toekomstige behoeften en omstandigheden. En dat fundamentele aanpassingen van wet- en regelgeving nodig zijn om op langere termijn economische en sociale vooruitgang te waarborgen.
De Commissie schetst een richting voor deze aanpassingen in de vorm van vier vereisten en vijf bouwstenen voor toekomstbestendige regulering.
De Commissie adviseert het kabinet om de regie te nemen en partijen bijeen te brengen in een brede maatschappelijke alliantie om de geschetste richting verder uit te werken.
In goede richting
De rapporten laten zien dat het kabinet de laatste jaren in de goede richting beweegt, door in een gelijktijdige beweging de verschillen tussen vaste en flexibele contractvormen te verkleinen. Dit maakt het aantrekkelijker voor werkgevers om vaste contracten aan te bieden. Zelfstandigen krijgen de ruimte om te ondernemen, mits zij om de juiste redenen kiezen voor het zelfstandig ondernemerschap en niet eigenlijk sprake is van een arbeidsovereenkomst.
De keuze voor flexibele contracten wordt gemaakt daar waar dit past bij de aard van het werk.
Covid-19
De gevolgen van Covid-19 onderstrepen bovendien de bevindingen uit beide rapporten. Op de Nederlandse arbeidsmarkt is sprake van een tweedeling. Wanneer het economisch tegen zit verliezen werkenden met flexibel werk vaak als eerste hun inkomen.
Met name laagopgeleiden en jongeren missen momenteel de zekerheden die verbonden zijn aan een vast contract. De groep die zich aan de nadelige kant van deze tweedeling bevindt loopt ook een verhoogd risico op armoede.
Weerbaar en wendbaar
Tegelijkertijd laat Covid-19 zien dat het voor werkgevers noodzakelijk is om zich aan te kunnen passen aan veranderingen in hun omgeving. Die behoefte aan wendbaarheid is structureel, zo constateert de Commissie Regulering van Werk. De afgelopen maanden waren veranderingen rond werkgevers extreem als gevolg van Covid-19.
Daarmee onderstreept Covid-19 eveneens in lijn met de Commissie hoe belangrijk het is dat werkenden voldoende weerbaar en wendbaar zijn om zich aan te passen aan onvoorspelbare omstandigheden in de wereld van werk.
Wet- en regelgeving
Een belangrijke boodschap uit de rapporten is dat de oorzaak van de tweedeling op de arbeidsmarkt voor een groot deel ligt in onze eigen wet- en regelgeving. Dat biedt perspectief: het betekent dat we een beweging richting een arbeidsmarkt die werkt voor iedereen in eigen hand hebben – al is de uitdaging bijzonder complex.
De Commissie geeft aan dat het haar niet om de concrete maatregelen gaat, maar vooral om de richting die zij adviseert. Dat past bij de complexiteit van de opgave.
Meerdere regeerperiodes
Ook geeft de Commissie aan dat meerdere regeerperiodes nodig zullen zijn voor de implementatie van haar rapport. Gedurende die regeerperiodes zal in het bijzonder verdere aandacht nodig zijn voor de verschillen tussen contractvormen (vast, flex en zzp), voor effectieve dienstverlening en investeringen in menselijk kapitaal, en voor de beweging richting regels die nog beter aansluiten bij de behoeften van werkenden, ongeacht hun contractvorm, en werkgevers.
Voorbereidingen treffen
Het kabinet zal de komende maanden voorbereidingen treffen die het volgende kabinet in staat stelt om de aanbevelingen uit de rapporten verder ter hand te nemen. Zo is de Tweede Kamer voorzien van een ambtelijke technische uitwerking van de inhoudelijke maatregelen uit het rapport van de Commissie.
Uitwerking advies Commissie Regulering van werk: 39 varianten
Verder werkt het kabinet de komende maanden door op de volle breedte van het beleidsterrein van het ministerie van Sociale Zaken. Zo start een pilot met de webmodule, wordt de introductie van het STAP-budget voorbereid en de verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zelfstandigen uitgewerkt.
Sociale partners
Het kabinet kijkt daarnaast met belangstelling uit naar de bijdragen die sociale partners en andere maatschappelijke partijen kunnen leveren aan de volgende stap, zoals het middellangetermijnadvies van de Sociaal-Economische Raad, dat naar verwachting eind dit jaar verschijnt en een belangrijke bouwsteen kan zijn in de formatie van het volgende kabinet.
Kabinetsreactie op Commissie Regulering van Werk en WRR-rapport Het Beter Werk