Hoeveel aanvragen zijn er met terugwerkende kracht ingediend en om welke bedragen gaat het?
Minister Koolmees en staatssecretaris Van ’t Wout beantwoorden vragen over de begroting van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) waaronder over de compensatie transitievergoeding.
1 april 2020
Sinds 1 juli 2015 moet bij ontslag op initiatief van de werkgever een transitievergoeding worden
betaald. In bepaalde gevallen, zoals ontslag vanwege langdurige arbeidsongeschiktheid, leidde dit
tot onwenselijke situaties. Als reactie hierop is de compensatieregeling transitievergoeding in
verband met langdurige arbeidsongeschiktheid opgezet. Deze regeling trad op 1 april 2020 in werking.
‘Oude gevallen’
De regeling kent de mogelijkheid om ook voor ‘oude gevallen’ compensatie aan te vragen. Het gaat
om gevallen waarbij tussen 1 juli 2015 en 1 april 2020 een transitievergoeding is betaald na een
ontslag wegens langdurige arbeidsongeschiktheid van de werknemer. Werkgevers hadden daarvoor
van 1 april 2020 tot 1 oktober 2020 de tijd.
Daarmee is nu een beeld van de compensatie van de transitievergoeding die betrekking heeft op bijna vijf jaar: voor oude gevallen zijn 63.329 aanvragen voor compensatie van de transitievergoeding ingediend. Niet alle aanvragen resulteren in een toekenning.
Aantal aanvragen
Op basis van de huidige inzichten is de verwachting dat het aantal toegewezen compensatieaanvragen circa 56.000 zal zijn.
Het gemiddelde bedrag per toegewezen compensatie is, op basis van huidige toekenningen, € 20.549.
Het aantal aanvragen ligt in de lijn van de verwachting (raming 53.000 toekenningen).
Hoogte vergoeding
De hoogte van de te compenseren transitievergoeding is wel hoger dan verwacht. Rekening was gehouden met een gemiddelde prijs van € 16.655. Het verschil komt hoofdzakelijk omdat de duur van de dienstverbanden waarover compensatie voor de transitievergoeding werd aangevraagd significant langer was (en dus tot een hogere transitievergoeding leidde) dan geraamd.
De totale uitgaven aan compensatie waren geraamd op € 884 miljoen voor ‘oude gevallen’. De daadwerkelijke uitgaven voor ‘oude gevallen’ vallen naar schatting € 266 miljoen hoger uit dan verwacht. Naar verwachting leidt dit tot € 250 miljoen meeruitgaven in 2020 en € 16 miljoen meerkosten in 2021.
Zes maanden
UWV heeft nadat een compensatieaanvraag voor een oud geval binnenkomt zes maanden de tijd om te beslissen op de aanvraag en te betalen, hierdoor valt een deel van de meerkosten in 2021. De extra uitgaven voor 2020 worden in de 2e suppletoire begroting van SZW verwerkt.
Beantwoording Kamervragen over begroting ministerie SZW 2021