De praktijkovereenkomst moet wel door alle betrokken partijen ondertekend zijn.
De meeste onderdelen van de Wet arbeidsmarkt in balans (Wab), waaronder premiedifferentiatie WW, zijn per 1 januari 2020 in werking getreden. Het Kennisdocument Premiedifferentiatie WW gaat in op de nieuwe wet- en regelgeving met betrekking tot de hoge en lage WW-premie.
Vraag 2.8 gaat in op drie situaties waarin de werkgever altijd de lage WW-premie mag betalen waaronder voor de BBL-leerling met een praktijkovereenkomst.
Bij vraag 2.8 onder a) is verduidelijkt hoe de uitzondering voor de BBL-leerling moet worden toegepast. De lage WW-premie is pas van toepassing indien de praktijkovereenkomst is ondertekend door alle betrokken partijen.
Vraag 2.8
Er zijn drie situaties waarin de werkgever altijd de lage WW-premie mag betalen.
- a) Wanneer een werkgever met een BBL-leerling een praktijkovereenkomst sluit en die voorziet van dagtekening en in de administratie opneemt, dan mag de werkgever de lage WW-premie betalen als de werkgever ook een arbeidsovereenkomst met de BBL-leerling heeft.
BBL staat voor Beroeps Begeleidende Leerweg. Dit is een onderwijsvorm waarbij de leerlingen werkend leren. De leerling gaat meestal één dag in de week naar school, de andere vier dagen werkt hij bij een erkend leerbedrijf.
De praktijkovereenkomst kan dus gepaard gaan met een arbeidsovereenkomst doordat beide overeenkomsten door partijen worden gesloten of doordat uit de aard van de feitelijk te verrichten activiteiten en de verhouding waarbinnen die activiteiten worden verricht ook sprake is van een arbeidsovereenkomst.
Let op: de lage WW-premie is slechts van toepassing indien de praktijkovereenkomst is ondertekend door alle betrokken partijen (de instelling, de student en het bedrijf dat of de organisatie die de beroepspraktijkvorming verzorgt). Als de laatste handtekening op een later moment wordt gezet dan de ingangsdatum van de arbeidsovereenkomst, is over de tussenliggende periode de hoge WW-premie verschuldigd.