Op dit moment is geen cijfermateriaal beschikbaar van het aantal ziekmeldingen en andere redenen voor het niet kunnen werken als gevolg van de coronacrisis. Dat inzicht is echter wel belangrijk. Daarom heeft minister Koolmees aan TNO gevraagd om hierover een uitvraag op te nemen in de herbenadering van de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden (NEA). De NEA bevat door werknemers zelf gerapporteerde gegevens over ziekteverzuim. De resultaten worden in het najaar 2020 verwacht.
Alternatieve oplossingen
Als werknemers in deze coronatijd niet kunnen werken terwijl ze niet ziek zijn, moeten werkgevers en werknemers samen kijken naar alternatieve oplossingen, zodat werknemers waar mogelijk vanuit huis kunnen werken. Soms kan het daarbij handig zijn om advies te vragen van een bedrijfsarts of arbodienst over de uitvoerbaarheid en omstandigheden waaronder het werk kan worden uitgevoerd. Ook de ondernemingsraad of personeelsvertegenwoordiging kan hierbij meedenken.
Protocol veilig werken
Voorlopig moet iedereen zich instellen op werken binnen een 1,5-meter samenleving. Bedrijven maken concrete plannen over veilig werken voor de 1,5 meter samenleving op de werkvloer (protocollen). In een protocol worden de algemene richtlijnen van het RIVM op maat gemaakt naar de praktijk op de werkvloer, zodat werkgevers en werknemers veilig kunnen werken.
Eigen verantwoordelijkheid
Volgens de Arbeidsomstandighedenwet draagt de werkgever zorg voor de veiligheid en gezondheid van de werknemers. De werknemer heeft ook een eigen verantwoordelijkheid om zorg te dragen voor zijn/haar eigen gezondheid en die van anderen. Dit betekent dat werknemers de plicht hebben om alle veiligheidsmaatregelen in acht te nemen en bijvoorbeeld ook zelf moeten inschatten of het medisch verantwoord is om naar werk te komen.
Arbowetgeving blijft gelden
Een door sectoren vastgesteld protocol is geen vervanging van de geldende wet- en regelgeving, zoals de arbowetgeving; die blijft onverminderd geldig. Sectoren worden aanbevolen om na vaststelling van het protocol de arbo-onderdelen uit het protocol te laten doorwerken in de bestaande arbo-systematiek. Concreet betekent dit de arbocatalogus op branche- of sectorniveau en de risico-inventarisatie- en evaluatie (RI&E) op bedrijfsniveau.
De arbo-onderdelen uit het protocol kunnen als addendum op de arbocatalogus ter toetsing worden ingediend bij de Inspectie SZW. I-SZW hanteert hiervoor een versnelde procedure.
Premie en ziekteverzuim
De mate waarin ziekteverzuim invloed heeft op de premiehoogte hangt af van de specifieke situatie. Op macroniveau geldt dat hoger ziekteverzuim tot hogere lasten voor werkgevers leidt.
De werkgever betaalt in principe het loon door van het zieke personeel dat bij hem in dienst is. Mogelijk heeft deze hiervoor een private verzuimverzekering afgesloten. In dat geval kan het zijn dat hij de ziekteperiode op een later moment in de verzekeringspremie terugziet. Dit is afhankelijk van de voorwaarden van de verzekering.
Werkgevers die voor de Ziektewetuitkeringen voor hun ex-werknemers bij het UWV verzekerd zijn, zien het hogere verzuim niet direct terug in de premies, maar mogelijk wel één jaar of twee jaar later. De premie wordt voor kleine bedrijven geheel en voor middelgrote bedrijven gedeeltelijk bepaald op
basis van het gemiddeld ziekteverzuim in de sector. Voor grote bedrijven wordt de premie bepaald op basis van het gemiddeld ziekteverzuim van het eigen bedrijf.
De overheid verwacht van werkgevers dat zij in overleg met werknemers en eventueel de bedrijfsarts bekijken in hoeverre werknemers, die relatief lichte klachten hebben en normaliter prima hadden kunnen werken, alsnog vanuit huis kunnen werken.
Ziekteverzuim, zeker voor kleinere werkgevers, is een last. Niet alleen vanwege de financiële lasten, maar bijvoorbeeld ook vanwege de re-integratieverplichtingen waarmee werkgevers dan te maken krijgen. Tegelijkertijd hebben de meeste (kleine) werkgevers zich verzekerd voor het ziekteverzuim. De verzekeraar ondersteunt hen dus bij hun verplichtingen.
Omdat het ziekteverzuim grotendeels een private aangelegenheid is, zijn er geen centrale cijfers over (langdurig) ziekteverzuim en de daarbij behorende lasten beschikbaar.
Vanuit huis werken
De minister ziet dat de huidige situatie een grote druk legt op de samenleving en ook op werkgevers. Het kabinet heeft verschillende maatregelen genomen om werkgevers te ondersteunen en te compenseren voor de risico’s die zij lopen, zoals de Tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging voor Werkgelegenheid (NOW).
Niet iedereen die vanwege de RIVM-richtlijnen thuis moet blijven, is daadwerkelijk ziek en kan daardoor niet werken. De minister hoopt dat werkgevers en werknemers daar samen afspraken over maken zodat werknemers zoveel als mogelijk vanuit huis kunnen werken.
Beantwoording Kamervragen over het bericht ‘Piek ziekteverzuim zet ondernemers voor het blok’