De bijdrage Zvw van 5,70% moet ingehouden worden op (pre)pensioenuitkeringen en RVU-uitkeringen die kwalificeren als loon uit vroegere arbeid, zoals FLO-uitkeringen vanaf de 25e maand dat de werkgever deze betaalt.
Dit is nieuw opgenomen in het Handboek Loonheffingen 2019.
Inkomensafhankelijke bijdrage Zvw
De ‘werkgeversheffing Zvw’ is het bedrag voor de Zvw dat voor rekening van de werkgever komt en dat de werkgever aan de Belastingdienst betaalt.
De ‘bijdrage Zvw’ is het bedrag voor de Zvw dat de werkgever inhoudt op het nettoloon van de werknemer en dat de werkgever aan de Belastingdienst betaalt.
De overkoepelende term voor de bijdrage Zvw en de werkgeversheffing Zvw is ‘inkomensafhankelijke bijdrage Zvw’.
De werkgever hoeft niet altijd werkgeversheffing Zvw te betalen of bijdrage Zvw in te houden
Het maakt voor de werkgeversheffing Zvw of de bijdrage Zvw niet uit of de werknemer jonger is dan 18 jaar.
Wanneer werkgeversheffing Zvw betalen?
De hoofdregel is dat de werkgever een werkgeversheffing Zvw van 6,95% moet betalen over het loon uit tegenwoordige dienstbetrekking van de werknemer tot een maximumbijdrageloon van € 55.927. De werkgever betaalt de werkgeversheffing Zvw aan de fiscus via de aangifte loonheffingen.
De werkgeversheffing Zvw van 6,95% is ook van toepassing op:
- loon uit vroegere dienstbetrekking dat u betaalt tot en met het einde van de maand waarin de werknemer de AOW-leeftijd bereikt.
In 2019 is de AOW-leeftijd 66 jaar en 4 maanden. - uitkeringen op grond van een regeling voor vervroegd uittreden (RVU-uitkeringen) die kwalificeren als loon uit tegenwoordige arbeid.
- FLO-uitkeringen, gedurende maximaal 24 maanden.
Een FLO-uitkering is een uitkering voor werknemers die functioneel leeftijdsontslag (FLO) krijgen. Zij stoppen dan eerder met werken en krijgen van u een FLO-uitkering tot het moment waarop ze anders gestopt zouden zijn met werken. Betaalt de werkgever de FLO-uitkering langer dan 24 maanden, dan betaalt de werkgever daarover vanaf de 25e maand geen werkgeversheffing meer, maar houdt deze bijdrage Zvw in. - periodieke uitkeringen in verband met invaliditeit, ziekte of een ongeval waarop de werknemer op grond van de cao of de arbeidsovereenkomst recht heeft.
De werkgeversheffing Zvw die de werkgever betaalt, is geen loon van de werknemer.
Ex-werknemers en uitkeringsgerechtigden
De werkgever houdt de bijdrage Zvw in voor bepaalde uitkeringsgerechtigden en ex-werknemers. De werkgever houdt de bijdrage Zvw van 5,70% (2019) in op:
- loon uit vroegere dienstbetrekking van (ex-)werknemers en uitkeringsgerechtigden die de AOW-leeftijd hebben bereikt.
Dit geldt vanaf de eerstvolgende kalendermaand nadat de werknemer of uitkeringsgerechtigde de AOW-leeftijd heeft bereikt. - bepaalde wettelijke pensioenen.
Het gaat bijvoorbeeld om pensioenen op grond van de Toeslagwet Indonesische Pensioenen 1956 en de Garantiewet Surinaamse Pensioenen. - lijfrenten, uitkeringen aan verzetsstrijders en oorlogsslachtoffers en uitkeringen van beroepspensioenfondsen.
- periodieke uitkeringen ter vervanging van gederfd of te derven loon: stamrechtuitkeringen
- (pre)pensioenuitkeringen en RVU-uitkeringen die kwalificeren als loon uit vroegere arbeid, zoals FLO-uitkeringen vanaf de 25e maand dat de werkgever deze betaalt.
- periodieke uitkeringen in verband met invaliditeit, ziekte of een ongeval die niet zijn opgenomen in de cao of de arbeidsovereenkomst.
- lijfrente-uitkeringen aan minderjarigen en meerderjarigen en uitkeringen uit een lijfrentespaarrekening of uit een lijfrentebeleggingsrekening.
De werkgever houdt de bijdrage Zvw van 5,70% ook in op het loon uit tegenwoordige dienstbetrekking van:
- pseudowerknemers (opting-in)
- directeuren-grootaandeelhouders die niet verplicht verzekerd zijn voor de werknemersverzekeringen
De werkgever houdt de bijdrage Zvw in op het nettoloon tot een maximumbijdrageloon van € 55.927. De werkgever betaalt de bijdrage aan de fiscus via de aangifte loonheffingen.