Het pensioenakkoord betreft een totaalpakket aan maatregelen. Afspraken zijn onder meer gemaakt over de vernieuwing van het pensioenstelsel, een minder snelle stijging van de AOW-leeftijd, een arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zelfstandigen en over een pakket maatregelen dat het voor eenieder haalbaar maakt om gezond werkend het pensioen te bereiken.
Kabinet en sociale partners hebben het pensioenakkoord samen uitgewerkt. Daarmee is een belangrijke mijlpaal bereikt op weg naar een nieuw pensioenstelsel.
De afspraken die zijn uitgewerkt zorgen voor een duurzaam houdbaar pensioenstelsel dat:
- eerder perspectief biedt op een koopkrachtig pensioen. Dit betekent ook dat het pensioen directer meebeweegt met de ontwikkeling van de economie;
- pensioen transparanter en persoonlijker maakt;
- beter aansluit bij de ontwikkelingen in de maatschappij en op de arbeidsmarkt.
Solidair en collectief
Solidariteit en collectiviteit blijven belangrijke uitgangspunten en de huidige verplichtstelling blijft behouden. Pensioenfondsen blijven pensioenregelingen collectief uitvoeren en beleggen. Zij blijven hun best doen om goede rendementen te halen, binnen acceptabele risico’s. De premiekosten worden stabieler en beter voorspelbaar.
Weg met doorsneesystematiek
De doorsneesystematiek, die leidt tot herverdeling tussen generaties en arbeidsmobiliteit belemmert, wordt afgeschaft. In het nieuwe pensioenstelsel is – met uitzondering van de overgangsregeling voor bestaande deelnemers met een premieregeling – alleen nog sprake van opbouw in een premieregeling met een premie die voor jong en oud gelijk is.
Aan de bestaande premieregelingen wordt een nieuw pensioencontract toegevoegd.
Door optioneel meer risicodeling mogelijk te maken wordt de verbeterde premieregeling toegankelijker voor bedrijfstakpensioenfondsen en voor uitvoerders van een beroepspensioenregeling.
Geen aanspraken
De nieuwe solidaire pensioenregeling werkt niet meer met ‘aanspraken’ en (dus) ook niet meer met verplichtingen voor de pensioenuitvoerder. Wel is nog steeds sprake van één collectief tussen actieven, gepensioneerden en slapers.
Projectiemethode
Voor de relatie tussen de afgesproken premie en het te verwachten pensioen en doelstellingen daarover, voor de communicatie over het te verwachten pensioen en voor de fiscale begrenzing wordt gewerkt met een projectiemethode. De (risicovrije) rekenrente en dekkingsgraden zijn van de baan. Rente speelt alleen nog een rol als element van het beleggingsrendement.
Deelnemers krijgen meer inzicht in welke premie er wordt ingelegd, wat het persoonlijk voor hen gereserveerde vermogen is en hoe hoeveel pensioen zij kunnen verwachten. Dat wordt jaarlijks zichtbaar gemaakt.
Solidariteitsreserve
Intrinsiek onderdeel van het nieuwe pensioencontract is een collectieve solidariteitsreserve. Dit is een collectief (niet toebedeeld) vermogen dat wordt gevuld uit premies en/of uit overrendement. Het uitgangspunt daarbij is, in lijn met het pensioenakkoord, dat het deel dat wordt ingelegd vanuit de premie niet groter mag zijn dan 10 procent. 90 procent van de premie wordt gebruikt voor het persoonlijk voor de uitkering gereserveerd vermogen.
Met deze solidariteitsreserve worden risico’s binnen en ook met toekomstige generaties volgens duidelijke en evenwichtige regels over leeftijdsgroepen gedeeld. Deze solidariteit leidt – gemiddeld genomen – tot een beter pensioenresultaat voor alle deelnemers in een collectief (welvaartswinst).
Stabiel pensioen
Ingegane pensioenen kunnen – vaker dan nu – worden verhoogd. Als het economisch meezit (maar ook als het tegenzit), moet dit zichtbaar zijn in het pensioen.
Drie afspraken zijn gemaakt om de pensioenuitkeringen te stabiliseren:
- Naarmate mensen ouder zijn, wegen mee- en tegenvallers minder zwaar mee. Pensioengerechtigden merken hier dus veel minder van dan jongeren. Jonge deelnemers kunnen beter gebruikmaken van een langere beleggingshorizon en zijn daarmee ook beter in staat om mee- en tegenvallers op te vangen.
- Mee- en tegenvallers kunnen in de tijd worden gespreid. Financieel slechte jaren worden hierdoor gecompenseerd door goede jaren.
- In slechte jaren kunnen tegenvallers verder worden gedempt met de solidariteitsreserve.
Verbeterde premieregeling
Sociale partners kunnen ook kiezen voor een verbeterde premieregeling. Ook in dit contract kunnen zij – als zij dat willen en als dit contract wordt uitgevoerd door een bedrijfstakpensioenfonds of beroepspensioenfonds – meer risico’s delen dan nu het geval is. Mede hierdoor wordt dit contract beter toegankelijk voor deze pensioenuitvoerders.
Afgesproken is dat sociale partners bij de verbeterde premieregeling kunnen bepalen dat een variabele uitkering de standaard wordt. Hierdoor wordt in de uitkeringsfase de kans op een verhoging van het pensioen vergroot. Deelnemers die een vaste uitkering wensen, mogen daarvoor kiezen.
Beide pensioenregelingen in het nieuwe pensioenstelsel zijn ook toegankelijk voor het netto pensioen.
Afgesproken is dat eventuele nadelen voor het te verwachten pensioen als gevolg van de overstap naar een nieuw contract en andere manier van pensioenopbouw adequaat en kostenneutraal worden gecompenseerd.
Compensatie
Afgesproken is dat alle deelnemers persoonlijk inzicht krijgen in de hoogte van hun pensioen dat zij vóór de overstap mochten verwachten en het verwachte pensioen na de overstap. De werkgever laat, in samenwerking met het pensioenfonds, zien welke maatregelen zijn genomen om adequaat te
compenseren. En welke mogelijkheden zijn benut om de compensatie te financieren.
Adequate compensatie vereist maatwerk op het niveau van de pensioenregeling of van de pensioenuitvoerder. Werkgevers en werknemers zullen dit per sector of onderneming moeten bezien. Waar nodig kunnen zij aanvullende afspraken maken.
Invaren
Eén pensioenfonds met dezelfde regels voor nieuwe en bestaande aanspraken en rechten heeft belangrijke voordelen voor de uitvoering, de uitlegbaarheid en de mogelijkheid om mee- en tegenvallers te delen. Daarom is afgesproken dat de nieuwe pensioenopbouw en de bestaande rechten zoveel mogelijk bij elkaar worden gehouden in één fonds.
In het standaard transitiepad worden bestaande rechten in principe omgezet naar het nieuwe contract (‘invaren’). Dit betekent dat de regels van dat nieuwe contract ook van toepassing worden op de bestaande rechten. Wanneer invaren tot onevenredig nadeel zou leiden voor (een deel van) de belanghebbenden, kan het pensioenfonds – na afstemming met sociale partners – onderbouwd afwijken van het standaard transitiepad.
Langer uitfaseren in tijd
In het pensioenakkoord is aandacht gevraagd voor de transitie binnen bestaande premieregelingen, waarbij geen compensatie kan worden geboden vanuit de overgang naar een nieuw contract. Nader onderzoek en berekeningen laten zien dat de overstap van een premieovereenkomst met een in leeftijd oplopend premiepercentage naar een premieovereenkomst met een voor iedereen gelijk premiepercentage in de meeste gevallen niet binnen de randvoorwaarden van adequate en kostenneutrale compensatie mogelijk is. Het zou tot fors hogere premies en/of lagere pensioenresultaten leiden. Voor deze regelingen wordt daarom gekozen voor een langere uitfasering in de tijd.
Werkgevers kunnen ervoor kiezen om bestaande deelnemers in premieregelingen met een progressieve premie te blijven faciliteren.
Rust en vertrouwen
Nieuwe deelnemers in bestaande en nieuwe premieregelingen moeten uiterlijk per 1 januari 2026 een leeftijdsonafhankelijke premie te ontvangen. Zij starten in de nieuwe systematiek en bouwen pensioen op met de vlakke premiesystematiek. Dit betekent dat voor huidige deelnemers in premieregelingen er geen compensatieproblematiek is. Uitgangspunt is dat voor nieuwe medewerkers geen versobering van de regeling is beoogd. Daarmee biedt het rust en vertrouwen en geen hoge compensatielasten voor deze werknemers en werkgevers.
Periodiek overleg
Realisatie van de doelen is en blijft een gezamenlijke verantwoordelijkheid van de minister van Sociale Zaken en werkgevers- en werknemersorganisaties.
Partijen zullen in een periodiek bestuurlijk overleg monitoren hoe het bereiken van de afgesproken doelen uit het pensioenakkoord wordt gerealiseerd en opkomende problematiek van bijvoorbeeld specifieke groepen bespreken. Partijen verplichten zich om in zo’n situatie met elkaar in gesprek te gaan en te zoeken naar een oplossing.
Minister Koolmees:
“Nu de belangrijke mijlpaal van de uitwerking van het pensioenakkoord is bereikt, is het zaak de volgende stap te zetten, namelijk het opstarten van het wetstraject om alle gemaakte afspraken in wet- en regelgeving om te zetten. De beoogde inwerkingtredingsdatum hiervan is 1 januari 2022.”