Een turboliquidatie is een snelle manier waarop je een rechtspersoon zoals een bv kunt beëindigen. Voor een turboliquidatie geldt een belangrijke eis. Er mogen géén baten (bezittingen) meer zijn op het moment van ontbinding.
Waar gaat deze zaak over?
De werknemer is op 1 juni 1998 in dienst getreden van de werkgever. Hij had een bruto basissalaris van € 3.845,85 per maand, inclusief vakantietoeslag.
Bij besluit van 18 september 2024 heeft het UWV de werkgever toestemming verleend de arbeidsovereenkomst met de werknemer op te zeggen wegens de beëindiging van haar bedrijfsactiviteiten.
De werkgever heeft van die bevoegdheid gebruik gemaakt en de arbeidsovereenkomst opgezegd tegen 1 februari 2025.
De werknemer verzoekt de werkgever te veroordelen tot betaling aan hem van:
- de transitievergoeding van € 33.437,53 bruto, met rente, en
- € 188,53 aan deurwaarderskosten en € 1.342,34 aan buitengerechtelijke kosten, met rente,
- met veroordeling van de werkgever in de proceskosten, met rente.
Als toelichting heeft de werknemer gesteld dat de werkgever ondanks herhaalde aanmaning in gebreke is gebleven de hem toekomende wettelijke transitievergoeding te betalen. De werkgever moet daarom ook buitengerechtelijke kosten en rente betalen.
Recht op transitievergoeding
Nu de arbeidsovereenkomst door de door de werkgever gedane opzegging is geëindigd, heeft de werknemer op grond van artikel 7:673 lid 1 sub a onder 1 BW recht op de transitievergoeding. Het door de werknemer verzochte bedrag wijst de kantonrechter dan ook toe.
Dat de werkgever recent door middel van een turboliquidatie is ontbonden, kan tot geen ander oordeel leiden. Die door de werkgever zelf ingeroepen omstandigheid doet niet af aan het recht van de werknemer op de wettelijke transitievergoeding.
De door de werknemer over de transitievergoeding verzochte wettelijke rente wordt ook toegewezen en wel vanaf 1 maart 2025.
De verzochte buitengerechtelijke kosten van € 1.342,34, die zijn berekend volgens de daarvoor geldende tarieven, zijn toewijsbaar, omdat is voldaan aan de voorwaarden om deze kosten vergoed te krijgen.
Geen aparte vergoeding voor deurwaarderskosten
De door de werknemer daarboven verzochte deurwaarderskosten worden afgewezen omdat deze geacht worden te zijn begrepen in de toe te wijzen vergoeding voor buitengerechtelijke werkzaamheden.
De door de werknemer over de buitengerechtelijke kosten verzochte wettelijke rente, wijst de kantonrechter toe en wel vanaf de datum van deze beschikking.
De werkgever moet de kosten van de procedure betalen omdat hij ongelijk krijgt.
Uitspraak Rechtbank Rotterdam, 25 september 2025, ECLI:NL:RBROT:2025:11273

