
De vorderingen van de werknemer wijst de kantonrechter echter af vanwege onvoldoende onderbouwing.
De werknemer stelt dat hij recht heeft op twaalf vakantiedagen en dat hij gedurende die vakantiedagen recht behoudt op loon. Omdat hij die dagen tijdens zijn dienstverband, dat inmiddels is geëindigd, niet heeft kunnen opnemen heeft hij recht op vergoeding van die vakantiedagen. Ook maakt hij aanspraak op vakantietoeslag over de periode dat hij in dienst was bij de werkgever. De vakantietoeslag moet worden berekend op basis van zijn loon. Alle bedragen moeten netto worden uitgekeerd.
Waar gaat deze zaak over?
Tussen partijen (een rabbijn en de Portugees-Israëlietische Gemeente) staat vast dat tussen hen een arbeidsovereenkomst heeft bestaan. De rabbijn heeft van januari 2019 tot en met 31 december 2021 voor (in elk geval) acht uur per week rabbinale werkzaamheden bij de Gemeente verricht. Dat neemt de kantonrechter dan ook tot uitgangspunt.
Verder staat vast dat tussen partijen geen afzonderlijke schriftelijke arbeidsovereenkomst tot stand is gekomen. Wel is de Overeenkomst tussen de Gemeente en de Vereniging (waar de rabbijn voorzitter van was) tot stand gekomen, waarin is afgesproken dat de Gemeente maandelijks € 3.300 betaalde voor de werkzaamheden van de rabbijn.
All-in loon afgesproken?
Is tussen partijen een all-in loon afgesproken?
Partijen hebben hun arbeidsrelatie geconstrueerd als een uitzendrelatie. Het was het de bedoeling van de rabbijn dat met het aangaan van de Overeenkomst zo min mogelijk (loon)belasting en sociale premies zouden hoeven worden betaald en had de Gemeente de bedoeling om de rabbijn niet in loondienst te nemen om eventuele werknemersrisico’s af te dekken.
Feitelijk bestond er weinig onderscheid tussen de rabbijn en de Vereniging, zo overwoog eerder het hof. Gelet hierop zijn volgens de kantonrechter de afspraken in de Overeenkomst redelijkerwijs dan ook niet anders te zien dan als onderdeel van de arbeidsrechtelijke afspraken tussen partijen.
Voor de uitleg van de tussen partijen gemaakte (loon)afspraken moet dan ook worden gekeken naar de Overeenkomst met de Vereniging. Het hof heeft al geoordeeld dat de daarin overeengekomen vergoeding moet worden gezien als loon.
Vergoeding is all-in loon
De Gemeente stelt ter onderbouwing van zijn standpunt dat die vergoeding een all-in loon betrof tegenover de inzet van 8 uur per week van de rabbijn van € 3.300 bruto per maand. Uit artikel 2.1 van de Overeenkomst blijkt duidelijk dat dit een all-in vergoeding is, waarin bijkomende kosten en aanspraken zijn inbegrepen. Dat volgt ook uit artikel 4.2 van de Overeenkomst, waaruit blijkt dat de Vereniging verantwoordelijk was voor de belastingen/afdrachten en betalingen aan de rabbijn.
Dat ook de rabbijn de maandelijkse vergoeding als een all-in vergoeding zag, blijkt uit de correspondentie over de betaling van de transitievergoeding. Hierin heeft de rabbijn de hoogte van de transitievergoeding van € 3.300 niet ter discussie gesteld, maar slechts de vraag of dit bedrag netto of bruto moest worden betaald.
Vakantiedagen in all-in loon verwerkt?
Ook de opgebouwde vakantiedagen zijn in het all-in loon verdisconteerd. Gelet op de beperkte arbeidsomvang vormde vooruitbetaling hiervan in een all-in vergoeding geen belemmering voor de rabbijn om daadwerkelijk vakantie te genieten. Daarbij heeft hij niet aangetoond dat hij niet in staat was vakantiedagen op te nemen.
De rabbijn betwist dat in de vergoeding van € 3.300 het vakantiegeld is verdisconteerd, omdat dit schriftelijk moet zijn afgesproken en dit is niet is gebeurd. Op de zitting heeft de rabbijn nog toegelicht dat in de Overeenkomst niets staat over vakantiegeld of dat 8% van de vergoeding verspreid over 12 maanden wordt vergoed. Vakantiegeld valt niet onder (bijkomende) kosten, zoals omschreven in de Overeenkomst. Een vereniging kent ook geen vakantiegeld.
Verder voert de rabbijn aan dat de vergoeding op meer dan 8 uur per werkweek zag, Hij was namelijk fulltime beschikbaar en is ook meer uren gaan werken voor de Gemeente. Ook betwist de rabbijn dat hij het loon voor niet genoten vakantiedagen al ontving bij zijn salaris.
De rabbijn heeft aangevoerd dat betaling niet mag zijn inbegrepen in de reguliere loonbetalingen en dat ook nergens op transparante en voor hem begrijpelijke wijze is aangegeven dat de waarde van zijn vakantiedagen maandelijks zou worden uitbetaald.
Loon incl. vakantietoeslag en loon over vakantiedagen
Volgens de kantonrechter brengt een redelijke uitleg mee dat partijen hebben bedoeld een loon inclusief vakantietoeslag en loon over de vakantiedagen af te spreken. Met de bedoeling van de rabbijn om fiscaal zo gunstig mogelijk uitgekeerd te krijgen en de bedoeling van de Gemeente om niet vast komen te zitten aan werknemersrisico’s is in de Overeenkomst opgenomen dat ‘een vergoeding van EUR 3.300,- per maand’ wordt betaald, en: ‘Dit bedrag is inclusief eventuele bijkomende kosten, waaronder ook reiskosten’. Verder is overeengekomen: ‘In de vergoeding bedoeld in artikel 2 zijn begrepen alle kosten die in verband staan met de uitvoering van de Opdracht.’.
Gelet op de hiervoor omschreven bedoeling van partijen is het logisch dat het woord vakantiegeld of vakantiedagen niet in de Overeenkomst is vermeld. Dat met de vergoeding, die volgens het hof als loon moet worden gezien, een all-in loon is bedoeld, kan verder worden afgeleid uit de hoogte van de vergoeding van € 3.300 per maand tegenover de verplichting om 8 uur per week te werken.
Vast staat dat bij aanvang van de arbeidsrelatie is overeengekomen dat dit bedrag werd betaald voor 8 uur per week. De kantonrechter betrekt hierbij dat de Gemeente met stukken heeft onderbouwd dat het gemiddelde uurloon voor een rabbijn bruto € 6,47 is (en het gemiddelde bruto maandloon € 1.125). De rabbijn heeft dit uurloon niet (voldoende) gemotiveerd betwist.
Transitievergoeding
Verder heeft de rabbijn niet weersproken dat beide partijen in de discussie over de uitbetaling van de transitievergoeding ervan zijn uitgegaan dat de hoogte van de transitievergoeding € 3.300 was.
Een transitievergoeding is gebaseerd op loon en vakantiegeld. Dit geeft ook aanknopingspunten dat het de bedoeling van partijen was dat de vergoeding een all-in loon was. Anders dan de rabbijn stelt, heeft het hof de Gemeente overigens niet veroordeeld tot betaling van € 3.300 aan transitievergoeding.
Het hof heeft de wettelijke transitievergoeding toegewezen, zonder daaraan een bedrag te koppelen. Verder hebben partijen geen correspondentie over vakantiegeld of niet genoten vakantiedagen ingediend. Zoals ook beide partijen hebben aangegeven, is ook dat logisch omdat partijen bij aanvang van de samenwerking en gedurende de drie jaar daarna in een andere realiteit hebben geleefd dan die van een arbeidsrelatie.
Brutobedrag
De vergoeding van € 3.300 moet verder redelijkerwijs zijn bedoeld als een brutobedrag. Hoewel dit niet met die woorden in de Overeenkomst is vermeld, blijkt dit uit de daarin gemaakte afspraken over de fiscale afwikkeling. Afgesproken is dat de Vereniging en niet de rabbijn de belastingen en premies zou afdragen.
Uit de door de Gemeente ingebrachte loonadministratie van de Vereniging blijkt verder dat de Vereniging als werkgever hem als rabbijn te werk stelde bij de Gemeente voor een brutoloon van € 2.525,40 per maand en uit het door de Gemeente ingediende bankafschrift blijkt dat de Vereniging aan hem een nettoloon van € 2.110,42 betaalde.
De juistheid van deze stukken heeft de rabbijn als zodanig niet weersproken. Hij heeft weliswaar gesteld dat die betaling niet weergeeft wat hij elke maand ontving maar hij heeft zijn stelling dat hij elke maand € 3.300 netto ontving niet met stukken onderbouwd, bijvoorbeeld door het overleggen van zijn aangifte inkomstenbelasting of bankafschriften. Dat lag wel op zijn weg, nu hij stelt en door de Gemeente is betwist, dat hij recht had op € 3.300 netto per maand.
Dat geldt temeer, nu het hof al heeft vastgesteld dat de rabbijn elke maand hetzelfde bedrag kreeg uitbetaald. Anders dan de rabbijn stelt kan niet worden vastgesteld dat hij een loon van € 3.300 netto ontving.
All-in loon deels niet rechtsgeldig
De kantonrechter neemt dan ook tot uitgangspunt dat een (bruto) all-in loon is overeengekomen. Niet in geschil is dat dit loon volledig is voldaan. De rabbijn meent dat die afspraak niet rechtsgeldig is met betrekking tot vakantiegeld of niet-genoten vakantiedagen. Dit betwist de Gemeente.
Vakantietoeslag
Artikel 17, tweede lid van de WML geeft de mogelijkheid om bij schriftelijke overeenkomst het vakantietoeslag op een ander tijdstip dan jaarlijks in de maand juni uit te betalen. Anders dan de rabbijn stelt hebben partijen hiervan gebruik gemaakt en is dit vastgelegd in artikel 2.1 van de Overeenkomst, op grond waarvan de uitbetaling maandelijks kon en werd gedaan. Dat is een rechtsgeldige afwijking. Dit onderdeel van de vordering is dus niet toewijsbaar.
Niet-genoten vakantiedagen
Wat betreft de vakantiedagen komt de kantonrechter tot een ander oordeel. Artikel 7:639 en artikel 7:640 BW regelen de aanspraken van een werknemer op vakantie met behoud van loon. Dit is dwingend recht dat moet worden uitgelegd volgens de Europese Richtlijn 2003/88/EG.
Het Europese Hof van Justitie heeft bij herhaling beslist dat uit het recht op doorbetaling van loon van artikel 7 van de Richtlijn voor de werkgever de verplichting voortvloeit om de werknemer in staat te stellen vakantie daadwerkelijk op te nemen. Uitgangspunt is daarom dat, gelet op het belang van de recuperatiefunctie van vakantie, het niet mogelijk is om loon gedurende vakantiedagen in een all-in salaris op te nemen.
Klein contract
In de rechtspraktijk worden echter all-in beloningen toegestaan als op (door de werkgever te bewijzen) transparante en begrijpelijke wijze duidelijk wordt gemaakt welk gedeelte van het uitbetaalde loon ziet op de opgebouwde vakantieaanspraken. Het zal ook moeten gaan om een klein deeltijdcontract of oproepcontract. Zo’n contract weerhoudt een werknemer er namelijk niet van om vakantie op te nemen.
Begrijpelijk en transparant
In deze zaak gaat het om een klein contract, namelijk 8 uur per week, maar aan de voorwaarde dat begrijpelijk en transparant moet zijn welk deel van het loon ziet op niet genoten vakantiedagen, is niet voldaan. Dit is een gevolg van de gemaakte keuze van partijen maar dit dient voor rekening en risico van de Gemeente te komen.
De afspraak dat niet genoten vakantiedagen in het all-in loon zaten, is dus niet rechtsgeldig. De Gemeente was dus gehouden om afzonderlijk loon te betalen over de door de rabbijn opgebouwde vakantiedagen.
De Gemeente heeft echter betwist dat de rabbijn die vakantiedagen niet heeft genoten en heeft concreet en met stukken onderbouwd aangevoerd dat de rabbijn gedurende de drie jaar dat de arbeidsrelatie duurde vaak in het buitenland zat en hij vaak niet beschikbaar of bereikbaar was. De werkzaamheden voor de Gemeente hebben de rabbijn niet belemmerd om op vakantie te gaan.
Onvoldoende bewijs
Gezien de wijze waarop partijen invulling hebben gegeven aan de arbeidsovereenkomst en gezien de gemotiveerde betwisting van de Gemeente, lag het op de weg van de rabbijn om gemotiveerd zijn stelling te onderbouwen dat hij in de drie jaar dat hij werkzaam was voor de Gemeente geen vakantiedagen heeft opgenomen of heeft kunnen opnemen. Dat heeft de rabbijn nagelaten.
De kantonrechter ziet daarom geen reden om de rabbijn in de gelegenheid te stellen om bewijs te leveren van zijn stelling.
Nu de grondslag van dit deel van de vordering niet is vast komen te staan, moet dit deel van de vordering ook worden afgewezen.
Uitspraak Rechtbank Amsterdam, 27 maart 2025, ECLI:NL:RBAMS:2025:2058
Een andere uitspraak over all-in loon