
Ook geen onrechtmatige daad. Niet staat vast dat het administratiekantoor administratie heeft vernietigd. Dat oordeelt de rechtbank.
Waar gaat deze zaak over?
Het administratiekantoor heeft van 2014 tot en met het tweede kwartaal van 2015 de privé- en zakelijke boekhouding van de klant gevoerd. Daarnaast is door het administratiekantoor een jaarrekening over 2012 opgesteld.
Tussen partijen is een overeenkomst van opdracht tot stand gekomen voor het voeren van de administratie van de klant.
Volledige administratie teruggegeven
De klant stelt dat het administratiekantoor tekort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst omdat het administratiekantoor niet de volledige administratie aan de klant heeft teruggegeven. Het administratiekantoor betwist dit en voert daartoe aan dat zij de volledige administratie op het eerste verzoek heeft teruggegeven.
Concrete feiten
De klant beroept zich op een rechtsgevolg. Op de klant rust daarom de stelplicht en – zo nodig – de bewijslast van de stelling dat het administratiekantoor tekortgeschoten is in de nakoming van de overeenkomst. Het is dan ook aan de klant om zijn stelling met voldoende concrete feiten te omkleden.
Stellingen onvoldoende onderbouwd
Volgens van de kantonrechter heeft de klant zijn stellingen onvoldoende onderbouwd. De klant heeft zijn standpunt algemeen geformuleerd en heeft bijvoorbeeld niet concreet aangegeven welke stukken hij nog van het administratiekantoor had willen ontvangen. Daardoor is niet vast komen te staan dat het administratiekantoor niet de volledige administratie aan de klant heeft overgedragen en dat zij daarmee tekort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst.
Digitale stukken
De kantonrechter weegt in haar oordeel ook mee dat het feit dat de klant de documenten voor het doen van zijn administratie altijd zelf naar het administratiekantoor heeft gemaild, maakt dat de klant daar zelf (op dat moment) ook nog over beschikte. Het betreft immers digitale stukken. In dat geval gaat het dus niet om fysieke stukken die het administratiekantoor onder zich had en aan de klant terug kon overhandigen.
Geen back-up
De klant stelt dat hij op een gegeven moment niet meer over die digitale stukken beschikte omdat de relatie met zijn ex-partner was geëindigd.
Ter zitting heeft de klant toegelicht dat zijn ex-partner tijdens de relatie zijn administratie verzorgde via haar e-mailaccount. Vanaf de beëindiging van de relatie kon hij deze niet meer inzien. De klant had hier zelf kennelijk geen back-up van. Dat de klant vanaf dat moment niet meer over zijn documenten kon beschikken, hoe vervelend ook, komt voor zijn rekening en risico nu hij, zoals het administratiekantoor terecht aanvoert, zelf de administratieplichtige is waar artikel 52 en artikel 53 Awr naar verwijzen.
Verantwoordelijk voor eigen administratie
De klant blijft dan ook verantwoordelijk voor zijn eigen administratie. De stelling dat het uitbesteden van het voeren van de administratie een stuk verantwoordelijkheid bij de klant weg zou nemen, volgt de kantonrechter niet.
Niet onrechtmatig gehandeld
Subsidiair stelt de klant dat het administratiekantoor onrechtmatig heeft gehandeld jegens de klant door binnen de bewaartermijn de administratie te vernietigen. Door het administratiekantoor is weersproken dat zij de administratie heeft vernietigd en dat verweer is door de klant onvoldoende gemotiveerd weerlegd. Ook op dit punt is de kantonrechter van oordeel dat de klant zijn stellingen onvoldoende heeft onderbouwd.
Geen grond voor schadevergoeding
De kantonrechter concludeert dat het administratiekantoor niet tekort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst en ook geen onrechtmatige daad heeft gepleegd. De vordering tot verklaring van recht wordt dan ook afgewezen. Dit leidt er ook toe dat een grond voor schadevergoeding ontbreekt. Daarom wijst de kantonrechter ook dat deel van de vordering af.
Uitspraak Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 2 oktober 2024, ECLI:NL:RBZWB:2024:8495