De werknemers bezoeken met de werkgever een concert in 2025. Doorgaans bestelt de werkgever kaartjes (bijvoorbeeld in 2024) en houdt deze in eigen beheer tot kort voor het bezoek aan het concert in 2024. De kaartjes worden dan pas aan de werknemers uitgedeeld. Het bezoek aan het concert is dan loon in natura 2024.
Geen genietingsmoment in 2024
De vraag is of je door het in 2024 uitreiken van de concertkaartjes ook het genietingsmoment naar 2024 verschuift. Dit is in deze situatie niet het geval. De Belastingdienst gaat er daarbij vanuit dat de werknemers de in 2023 uitgereikte kaartjes namens de werkgever bewaren. De werknemers mogen niet beschikken over het kaartje door het kaartje te verkopen of te schenken. Waar dat kaartje wordt bewaard (bij de werkgever of de werknemer) maakt dan niet uit. Er is nog geen genietingsmoment.
Wel genietingsmoment in 2024
Dit wordt anders als het concertkaartje in 2024 wordt uitgereikt met de boodschap dat de werknemer wel over het kaartje kan beschikken, aangezien de werknemer het kaartje mag schenken, verkopen of op een andere manier te gelde kan en mag maken. In dat geval is er wel een genietingsmoment in 2024.
Feiten bepalen genietingsmoment
De feiten bepalen het genietingsmoment. Bij een cadeaubon in een kerstpakket eind 2024 heeft de werknemer direct de beschikking over een bon. Of hij die bon al in 2024 of 2025 besteedt is dan niet van belang, omdat het genietingsmoment bij de verstrekking van de cadeaubon ligt.
Tijdstip waarop werkgever loon uitbetaalt
In de regel geniet een werknemer loon op het tijdstip dat de werkgever het loon uitbetaalt. Naast het tijdstip van uitbetalen bestaan de volgende genietingsmomenten:
Het tijdstip waarop het loon:
- wordt verrekend;
- ter beschikking wordt gesteld;
- rentedragend wordt;
- vorderbaar én inbaar wordt.
Bron: Forum Salaris