Je moet de verschuldigde loonheffing per loontijdvak berekenen door de loonbelastingtabellen toe te passen op het totale belastbare loon in het betreffende loontijdvak van de werknemer per dienstbetrekking (dus IKV1+2). Een negatief bedrag aan verrekende arbeidskorting is dan niet mogelijk.
De Kennisgroep loonheffing algemeen van de Belastingdienst heeft een standpunt ingenomen over de toepassing van de arbeidskorting voor de loonheffing.
Bijlessen naast normale baan
Een leraar verzorgt op grond van zijn dienstbetrekking naast zijn normale werkzaamheden ook bijlessen. De vergoeding die de leraar ontvangt voor zijn normale werkzaamheden wordt in een inkomstenverhouding (IKV) geadministreerd (IKV1) en de vergoeding die de leraar ontvangt voor de bijlessen wordt in een separate IKV geadministreerd (IKV2).
Negatief bedrag aan arbeidskorting
Als gevolg van de afbouw van de arbeidskorting wordt een negatief bedrag aan arbeidskorting verwerkt bij de bepaling van de verschuldigde loonheffing in de IKV waar de uren voor de bijlessen worden geadministreerd om op die manier te zorgen dat het totaal aan arbeidskorting over de beide IKV’s voor dat loontijdvak goed loopt.
Vooraf ingevulde aangifte
De loongegevens worden per IKV verwerkt in de ‘vooraf ingevulde aangifte’ (VIA). Als het bedrag aan verrekende arbeidskorting in het cumulatieve bedrag van de IKV negatief is, wordt de IKV niet opgenomen in de VIA. Ook staat de Belastingdienst in de aangifte inkomstenbelasting (IH) geen negatieve arbeidskorting toe.
Vraag en antwoord
Kan er op formele grond sprake zijn van cumulatief een negatief bedrag aan verrekende arbeidskorting in een IKV in de situatie waarbij er één dienstbetrekking is met meerdere IKV’s?
Nee. De inhoudingsplichtige moet de verschuldigde loonheffing per loontijdvak berekenen door de loonbelastingtabellen toe te passen op het totale belastbare loon in het betreffende loontijdvak van de werknemer per dienstbetrekking (dus IKV1+2). Een negatief bedrag aan verrekende arbeidskorting is dan niet mogelijk.
In de praktijk
In de praktijk komt het voor dat de inhoudingsplichtige eerst de loonbelastingtabel toepast op het reguliere loon in IKV1 en de loonheffingen en het bedrag van de verrekende arbeidskorting bepaalt. Daarna past de inhoudingsplichtige de loonbelastingtabel toe op het totale loon (bijvoorbeeld IKV1+2) en bepaalt dan de juiste bedragen. Het saldo tussen de gevonden bedragen vermeld hij in IKV2 en dat kan negatieve bedragen opleveren.
Het toepassen van de loonbelastingtabel op een deel van het loon is echter niet conform de Wet LB 1964. Het salderen met als resultaat een negatieve arbeidskorting dus ook niet. De inhoudingsplichtige moet op een juiste wijze de tabel toepassen en het bedrag van de verrekende arbeidskorting (en de algemene heffingskorting en ouderenkorting) verdelen. Als hij de loonheffingen op een juiste wijze berekent, kan geen sprake zijn van een bedrag aan negatieve arbeidskorting.
Geen wettelijke verplichting
De werkgever moet conform artikel 28 Wet LB 1964 aan de werknemer jaarlijks opgave verstrekken van het genoten loon en de ingehouden belasting, premie volksverzekeringen, de eventueel inkomensafhankelijke bijdrage Zvw, de verrekende arbeidskorting en de door de werkgever verschuldigde premies werknemersverzekeringen en inkomensafhankelijke bijdrage Zvw. Er is geen wettelijke verplichting om dat per IKV te doen.