Bij veel werkgevers maakt een pensioenregeling deel uit van de arbeidsvoorwaarden. Meestal is dit voor de werkgever de duurste aanvullende arbeidsvoorwaarde. Dit betekent dat een werknemer bij een gegeven ontslag niet alleen schade oploopt ten aanzien van zijn loon maar ook ten aanzien van zijn toekomstige pensioenopbouw. Vandaar dat een claim tot vergoeding van deze pensioenschade een bekend fenomeen is. Hierbij speelt dan wel de vraag hoe hoog deze claim in de praktijk zou moeten zijn.
Pensioenschade betreft waarde pensioenuitkeringen vanaf pensionering
De schade van de werknemer na een gegeven ontslag ziet in de eerste plaats op het toekomstige gemis aan loon. Een werknemer die het niet eens is met het gegeven ontslag, kan de rechter vragen om hem een billijke vergoeding toe te kennen op basis van de loonderving. Normaal gesproken moet dan een inschatting worden gemaakt van de periode waarin de werknemer verwacht geen loon te ontvangen uit een andere dienstbetrekking. Verder moet er rekening gehouden worden met de WW-uitkering waarop de werknemer aanspraak kan maken. De duur van deze WW-uitkering is beperkt en de hoogte bedraagt een percentage van het (gemaximeerde) loon.
Onderdeel billijke vergoeding
Onderdeel van de billijke vergoeding kan de claim tot pensioenschade zijn. Hierbij speelt natuurlijk wederom de vraag hoe lang de werknemer geen nieuwe dienstbetrekking zou kunnen vervullen en de vraag of bij deze nieuwe dienstbetrekking weer sprake is van een pensioenregeling. Globaal genomen bouwt 95% van de werknemers in Nederland een vorm van pensioen op via zijn werkgever. Verder is van belang via welk pensioensysteem er pensioen wordt opgebouwd, hoe hoog de jaarlijks (beoogde) opbouw daadwerkelijk is en welke eigen bijdrage de werknemer moet leveren aan de financiering van de pensioenopbouw. Ook de verwachte toekomstige indexatie van de opgebouwde pensioenen speelt mogelijk een rol.
Contante waarde toekomstige levenslange pensioen
De door de werknemer geclaimde pensioenschade is natuurlijk niet het toekomstige jaarlijkse gemis aan pensioen zelf, maar de contante waarde van dit toekomstige levenslange pensioen. Met andere woorden, wat moet er vandaag worden ingelegd bij een pensioenuitvoerder om het gemiste pensioen in te kopen. Minus de contante waarde van de eigen bijdrage van de werknemer over de meegenomen opbouwperiode.
19 maal bedrag aan gemiste pensioenopbouw
In december 2023 is rechtbank Rotterdam meegegaan in een pensioenclaim waarbij de werknemer deze had gesteld op 19 maal het bedrag aan gemiste pensioenopbouw. De duur van 19 jaar had hij gebaseerd op de gemiddelde levensverwachting volgens het CBS. Het bedrag aan gemiste pensioenopbouw lijkt in deze casus niet gegarandeerd te zijn. Naar het oordeel van de kantonrechter klonk de onderbouwing door de werknemer geloofwaardig en was er geen aanleiding om uit te gaan van een ander bedrag aan pensioenschade. Aangezien de werknemer de loonschade en de pensioenschade bij elkaar optelde, hiervan de totale WW-uitkering aftrok en het restant vervolgens maal 50% deed, leidde dit tot toekenning van de geclaimde billijke vergoeding.
Verweer werkgever over hoogte claim
Dat een claim tot vergoeding van pensioenschade een onderdeel is van de geëiste billijke vergoeding is redelijk standaard geworden. Toch valt over de hoogte van deze claim door de werkgever nog wel wat verweer te voeren.
Als de pensioenregeling is gebaseerd op het middelloonsysteem, moet worden berekend welke koopsom op dit moment nodig is om het gemis aan pensioenopbouw te compenseren, eventueel vermeerderd met indexatie. De normaal door de werknemer verschuldigde eigen bijdrage wordt in mindering gebracht.
Bij een beschikbare premieregeling kan gewoon worden uitgegaan van het werkgeversdeel in de toegezegde beschikbare premie. Voor beide uitkomsten geldt natuurlijk wel de vraag hoe realistisch het is dat de werknemer nooit meer ergens pensioen gaat opbouwen. Dit lijkt in de huidige tijd niet erg realistisch, waardoor het verwachte gemis aan pensioenopbouw, of premie-inleg, aanzienlijk beperkt wordt.
Goed onderbouwde berekening potentiële pensioenschade
Uit de aangehaalde rechtspraak kan worden afgeleid dat het voor de werkgever zeker de moeite loont om een goed onderbouwde eigen berekening van de potentiële pensioenschade van de werknemer in te zetten tegen een claim tot pensioenschade bij een gegeven ontslag.
Meer weten?
Wil je meer weten over pensioenschade? Neem dan contact op met de contactpersoon van Forvis Mazars of rechtstreeks met Paul van Ravenzwaaij van Pellicaan Advocaten per e-mail of per telefoon: +31 (0)88 627 22 39. Zij helpen u graag verder.