
Voor de doelgroep die inkomen uit arbeid geniet op het moment waarop een WIA-beoordeling ziet, geldt dat een theoretische schatting achterwege blijft als de mate van arbeidsongeschiktheid op grond van een praktische beoordeling kan worden bepaald.
Minister Van Gennip van SZW informeert de Tweede en Eerste Kamer over het ontwerpbesluit tot wijziging van het Schattingsbesluit arbeidsongeschiktheidswetten in verband met tijdelijke regels over het beoordelen van arbeidsongeschiktheid bij feitelijke arbeid.
Recht op WIA-uitkering
Werknemers die arbeidsongeschikt raken krijgen na het doorlopen van de wachttijd of tijdens de duur van de arbeidsongeschiktheidsuitkering te maken met de beoordeling van hun mate van arbeidsongeschiktheid. Wanneer de mate van arbeidsongeschiktheid ten minste 35% bedraagt, heeft of behoudt de werknemer recht op een WIA-uitkering.
Theoretische en praktische schatting
Deze vaststelling vindt plaats op basis van een beoordeling wat de werknemer met arbeid in theorie nog kan verdienen (de theoretische schatting) en op basis van de arbeid waarin de werknemer na het intreden van de arbeidsongeschiktheid (gedeeltelijk) werkzaam is (in de praktijk praktische schatting genoemd, hierna de praktische beoordeling).
Mismatch bij sociaal-medische beoordelingen
De afgelopen jaren is een pregnante problematiek ontstaan rondom de mismatch tussen de vraag naar en het aanbod van sociaal-medische beoordelingen bij arbeidsongeschiktheid. Hierdoor is de uitvoerbaarheid van de arbeidsongeschiktheidsvaststelling onder druk komen te staan. Werknemers moeten nu lang wachten op hun (her)beoordeling, wat onzekerheid geeft over het recht op een uitkering.
Tijdelijke bepaling geeft eerder duidelijkheid
Om de efficiëntie van de inzet van verzekeringsartsen te vergroten en werknemers eerder duidelijkheid te kunnen bieden, regelt de onderhavige maatregel een tijdelijke bepaling voor de doelgroep die inkomen uit arbeid geniet op het moment waarop de WIA-beoordeling ziet.
Ook verzekerden die bij eerder onderzoek tot vaststelling van arbeidsongeschiktheid een praktische beoordeling hebben ondergaan en waarvan die beoordeling heeft geleid tot de laagste mate van arbeidsongeschiktheid, vallen onder de doelgroep.
Voor hen geldt dat een theoretische schatting achterwege blijft als de mate van arbeidsongeschiktheid op grond van een praktische beoordeling kan worden bepaald.
Geen theoretische schatting meer
De maatregel draagt er daarnaast aan bij dat de beoordeling van de mate van arbeidsongeschiktheid voor alle betrokkenen (werknemer en de eventuele (ex-)werkgever) inzichtelijker wordt, wanneer deze alleen wordt gebaseerd op herkenbare gegevens, zijnde de werkzaamheden en inkomsten uit feitelijke arbeid. Ook biedt het achterwege laten van een theoretische schatting een herkenbaarder beeld van voor de verzekerde geschikte arbeid en de inkomsten die hieruit volgen, omdat diegene de betreffende arbeid daadwerkelijk uitvoert en daarmee affiniteit heeft.
Beoogde ingangsdatum 1 juli 2024
De maatregel heeft een tijdelijk karakter voor de duur van drie jaar, met een beoogde ingangsdatum van 1 juli 2024. De verwachting is dat na afloop van deze termijn de wachttijden en achterstanden van sociaal-medische beoordelingen – door het gehele pakket aan maatregelen – zal zijn afgenomen. Ook is er dan meer zicht op de implementatie van de adviezen die OCTAS zal geven.
Ontwerpbesluit over beoordelen van arbeidsongeschiktheid bij feitelijke arbeid