
Het kabinet neemt extra maatregelen om de koopkracht van mensen met een laag (midden)inkomen of een uitkering, en grote gezinnen, te verbeteren.
Het kabinet investeert komend jaar € 2 miljard in structurele maatregelen om ervoor te zorgen dat iedereen kan meekomen in de samenleving en om te voorkomen dat de armoede stijgt. Dit schrijven de ministers Van Gennip en Schouten in de begroting Sociale Zaken en Werkgelegenheid die op 19 september 2023 aan de Tweede Kamer is overhandigd.
Minder belasting, meer arbeidskorting
Werk moet lonen en zekerheid bieden, zodat je plannen voor de toekomst kunt maken. Werkenden met lage of middeninkomens gaan minder belasting betalen: de arbeidskorting gaat omhoog.
Hervorming arbeidsmarkt
Daarnaast werkt het kabinet verder aan de hervormingen op de arbeidsmarkt, zodat werkenden sneller een vast contract krijgen en weten waar ze aan toe zijn qua rooster en inkomen. Ook gaat de aanpak van misstanden bij arbeidsmigranten onverkort door.
Het kabinet voelt een grote verantwoordelijkheid om maatregelen te nemen voor meer bestaanszekerheid, ondanks de demissionaire status.
Bestaanszekerheid
Het kabinet maakt in de Miljoenennota 2024 structureel € 2 miljard extra per jaar vrij om de koopkracht van gezinnen en mensen met een laag (midden)inkomen te verbeteren. Zo wordt de huurtoeslag verhoogd met maximaal € 416 per jaar. Het kindgebonden budget gaat omhoog. Voor het eerste kind met maximaal € 750 per jaar, voor het tweede kind met maximaal € 883 en maximaal € 400 voor kinderen tussen 12 en 17 jaar. Dit zorgt ervoor dat grote gezinnen en gezinnen met oudere kinderen beter kunnen rondkomen.
Verder stijgen de uitkeringen in gelijke mate mee met het minimumloon, doordat de dubbele heffingskorting in de bijstand in 2024 niet wordt afgebouwd. Het Tijdelijk Noodfonds Energie wordt deze winter weer opengesteld, waarmee een deel van de energierekening van mensen met hoge kosten en een laag inkomen wordt vergoed. Scholen met veel kwetsbare kinderen kunnen volgend jaar doorgaan met het aanbieden van gratis schoolmaaltijden, zodat kinderen niet met een lege maag in de klas zitten.
1,7 procent meer koopkracht
Als gevolg van deze maatregelen stijgt komend jaar voor de meeste mensen de koopkracht. De doorsnee Nederlander gaat er 1,7% op vooruit. Het aantal Nederlanders dat in armoede leeft, blijft komend jaar naar verwachting gelijk op 4,8% van de bevolking, 1,3%-punt lager dan bij de start van het kabinet. Het aantal kinderen dat opgroeit in armoede daalt naar 5,1%. Dat is 2,1%-punt minder dan bij de start van het kabinet.
Scholing belangrijk
Het kabinet blijft het belangrijk vinden dat mensen zich blijven ontwikkelen tijdens hun loopbaan. Het budget voor scholingssubsidie Stimulans Arbeidsmarktpositie (STAP) wordt vanaf 2024 afgeschaft. Maar de SLIM-regeling, subsidie gericht op het stimuleren van leren en ontwikkelen in het mkb, krijgt extra middelen en wordt aangepast. Voor de periode van 2024 tot en met 2027 komt een bedrag van € 73,5 miljoen beschikbaar ter bevordering van individuele scholing van burgers.
Compensatieregeling transitievergoeding mkb
Kleine werkgevers die de activiteiten van hun onderneming beëindigen vanwege pensionering of overlijden hebben, onder voorwaarden, recht op compensatie van de transitievergoeding. Besloten is dat het onderdeel compensatie bij bedrijfsbeëindiging vanwege ziekte van de werkgever niet in werking zal treden. Reden hiervoor is dat na onderzoek is gebleken dat het niet mogelijk is tot een werkbaar sociaal-medisch kader te komen aan de hand waarvan ziekte van de werkgever kan worden beoordeeld.
Invoering wettelijk minimumuurloon
De Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag wijzigt op 1 januari 2024. Vanaf dan is het verplicht om werknemers per uur minimaal het wettelijke minimumuurloon te betalen.
Met de invoering van het wettelijk minimumuurloon geldt er in alle sectoren één uniform minimumuurloon en verdwijnen de vaste dag-, week- en maandbedragen. Dat maakt het minimumloon transparanter en eerlijker. Omdat de hoogte van het wettelijk minimumuurloon afgeleid wordt van het huidige feitelijke uurloon bij een dienstverband van 36 uur, leidt de invoering van het wettelijk
minimumuurloon ook tot een loonsverhoging voor werknemers die een arbeidsduur van meer dan 36 uur per week hebben.
Afschaffing LIV en LKV oudere werknemer
Het kabinet werkt aan de voorbereidingen voor een wetsvoorstel dat de afschaffing van het lage-inkomensvoordeel (LIV) per 2025 kan regelen. Hierin wordt ook een verbetering in het loonkostenvoordeel herplaatsen arbeidsgehandicapte werknemer geregeld. In 2023 is ook besloten om het loonkostenvoordeel (LKV) oudere werknemer af te schaffen per 2026. De daarvoor benodigde wetswijziging wordt ook in gang gezet.
Aanpak tekort aan bedrijfsartsen
Het demissionair kabinet hecht er waarde aan ook in 2024 te blijven investeren in de kwaliteit van de bedrijfsarts en de arbeidsgerelateerde zorg. Zoals ook blijkt uit het advies van de SER ‘Naar een werkend
arbostelsel voor iedereen’ voorkomt goed georganiseerde arbozorg uitval en bevordert het effectieve re-integratie. Het kabinet is daarom van plan om middelen beschikbaar te stellen om zowel opleidingsuren van praktijkopleiders te compenseren, zodat meer artsen kunnen worden opgeleid, als een bijdrage te leveren aan kosten voor blijvende verbetering van de kwaliteit van de opleidingen. Dit om het oplopende tekort aan praktijkopleiders tegen te gaan.
Daarnaast is het kabinet van plan om de kwaliteit van de arbeidsgerelateerde zorg te verbeteren. Voor de korte termijn gaat het bijvoorbeeld om een efficiëntere samenwerking tussen arbodeskundigen en werken in multidisciplinaire teams. Meer structurele oplossingen worden meegenomen in het traject Arbovisie 2040, dat de komende periode nader wordt uitgewerkt.