In hoger beroep vordert een eigenaar van restaurants de ontbinding van de overeenkomst van opdracht tussen hem en het administratie- en belastingkantoor, met schadevergoeding, omdat zij de overeenkomst volgens hem niet is nagekomen. Volgens het hof is echter geen sprake van verzuim. De man heeft onvoldoende onderbouwd gesteld op welke wijze het verzuim is ingetreden.
Wat speelt er in deze zaak?
Een administratie- en belastingkantoor is ingeschakeld om de boekhouding en de belastingaangiftes te doen van de restaurants van de man. Hij vindt dat het administratie- en belastingkantoor de werkzaamheden niet goed heeft uitgevoerd. Daarom heeft hij een ander administratiekantoor ingeschakeld om de werkzaamheden over te doen en wil hij de factuur van het administratie- en belastingkantoor niet betalen.
Kantonrechter: factuur betalen
Het administratie- en belastingkantoor heeft bij de kantonrechter gevorderd dat zij de man zou veroordelen om de factuur (voor een bedrag van € 2.505,91) van het administratie- en belastingkantoor te betalen, vermeerderd met buitengerechtelijke incassokosten en wettelijke rente. De man heeft een tegeneis ingesteld. Hij vindt dat het administratie- en belastingkantoor zijn schade moet vergoeden.
De kantonrechter heeft de vordering van het administratie- en belastingkantoor toegewezen en de vordering van de man afgewezen. De bedoeling van het hoger beroep is dat de toegewezen vordering alsnog wordt afgewezen en dat het hof de gewijzigde eis van de man toewijst.
In hoger beroep
In hoger beroep vordert de man naast terugbetaling van hetgeen hij ter uitvoering van het vonnis aan het administratie- en belastingkantoor heeft betaald: een verklaring voor recht dat de overeenkomst tussen partijen is ontbonden en tevens dat de man is bevrijd van enige betalingsverplichting jegens het administratie- en belastingkantoor, alsmede veroordeling van het administratie- en belastingkantoor tot betaling van € 1.729,09 vermeerderd met buitengerechtelijke incassokosten.
Het hof bekrachtigt het vonnis van de kantonrechter en wijst de vordering van de man af.
Vordering: ontbinding overeenkomst van opdracht
De man vordert in hoger beroep de ontbinding van de overeenkomst van opdracht tussen hem en het administratie- en belastingkantoor, met schadevergoeding, omdat zij de overeenkomst volgens hem niet is nagekomen. Hij voert aan dat zijn nieuwe boekhouder het werk van het administratie- en belastingkantoor over heeft moeten doen omdat zij geen juiste salarisadministratie had opgesteld en onjuiste belastingaangiftes had ingediend.
Sprake van verzuim?
Het hof oordeelt echter dat het door het administratie- en belastingkantoor gevoerde verweer tegen de gevorderde ontbinding slaagt: het verweer houdt in dat zij niet in verzuim is geraakt, omdat een ingebrekestelling ontbreekt.
Volgens de man is wel sprake van verzuim omdat de foutieve stukken en de aangiftes door het administratie- en belastingkantoor direct als definitief waren opgemaakt en ingediend, zonder dat de man in de gelegenheid is geweest de concept-aangiftes te controleren. Die weerlegging slaagt niet.
Werk niet goed gedaan
De man heeft onvoldoende onderbouwd gesteld op welke wijze het verzuim is ingetreden.
Uit de stellingen van de man volgt wel dat hij, al voordat hij een andere boekhouder inschakelde, vond dat het administratie- en belastingkantoor haar werk niet goed had gedaan. Tijdens de mondelinge behandeling verklaarde hij immers dat hij naar het administratie- en belastingadvieskantoor toe ging, omdat hij zag dat alle loonstroken van de werknemers gelijk waren en dat volgens hem niet klopte.
De man heeft het kantoor toen echter niet in gebreke gesteld en dus ook niet de kans gegeven om het werk alsnog goed uit te voeren.
Andere boekhouder gevraagd
Verder leidt het hof in elk geval uit de stellingen van de man niet af dat de situatie zich voordoet dat nakoming blijvend onmogelijk was geworden. Hij heeft immers een andere boekhouder gevraagd om de door het administratie- en belastingkantoor gemaakte fouten te herstellen en deze is daar klaarblijkelijk in geslaagd.
De nieuwe boekhouder heeft volgens de man deels hetzelfde werk gedaan als het administratie- en belastingkantoor, maar dan goed. Dat is ook de reden dat de man zijn schadevordering beperkt, in die zin dat hij op de facturen van zijn nieuwe boekhouder (tot een bedrag van € 4.235) het factuurbedrag van het administratie- en belastingkantoor in mindering brengt.
Onvoldoende onderbouwd
De slotsom is dat de man zijn stelling dat het verzuim is ingetreden onvoldoende met feiten en omstandigheden heeft onderbouwd.
Het hoger beroep slaagt niet.
Uitspraak Hof Arnhem-Leeuwarden, 6 juni 2023, ECLI:NL:GHARL:2023:4746
Meer salaris betaald dan cao vereist – administratiekantoor aansprakelijk