Het uitgangspunt van de nieuwe pensioenwet blijft dat we ons pensioen gezamenlijk opbouwen. En dat we financiële risico’s met elkaar delen. Werkgevers en werknemers leggen premie in,
pensioenuitvoerders beleggen dat geld en keren de pensioenuitkeringen uit.
Wat wijzigt er?
De afgelopen jaren gingen de meeste pensioenen niet of nauwelijks omhoog. In het nieuwe pensioenstelsel kunnen pensioenuitvoerders de opbrengst van hun beleggingen sneller gebruiken
om de pensioenen te verhogen. Omgekeerd werkt het ook: als het erg tegenzit, kunnen de pensioenen ook omlaag. De nieuwe pensioenwet regelt wel dat er buffers zijn om dat zo veel mogelijk op te vangen.
Duidelijker en persoonlijker
De nieuwe pensioenwet zorgt er ook voor dat het duidelijker en persoonlijker wordt hoeveel pensioen er is opgebouwd. Het pensioen van een deelnemer is voortaan alle premie die namens die deelnemer is betaald, plus het rendement dat dit geld heeft opgeleverd.
Premie ten gunste van eigen pensioen
Wat ook wijzigt, is dat de premie die werknemers betalen op elke leeftijd ten gunste komt van het eigen pensioen. In het vorige systeem bouwde je het meeste pensioen op aan het einde van de loopbaan. Kreeg je laat in jouw carrière een andere baan of werd je werkloos, dan kon dat grote gevolgen hebben. De nieuwe wet voorkomt dat. De wet sluit zo beter aan bij onze tijd: mensen werken tegenwoordig niet meer veertig jaar voor één werkgever.
Wanneer gaan de wijzigingen in?
De nieuwe pensioenwet gaat op 1 juli 2023 in, maar het duurt even voordat je de gevolgen daarvan merkt. Er komt eerst een overgangsfase van een aantal jaren, de transitiefase. In die periode gaan werkgevers, vakbonden en pensioenuitvoerders met elkaar bespreken hoe ze alle regelingen kunnen aanpassen aan de nieuwe wet.
Tot die tijd zijn er meerdere plekken waar je informatie kunt vinden over het nieuwe pensioen, zoals op www.onsnieuwepensioen.nl. Er is ook een website speciaal voor professionals die aan de slag gaan met het nieuwe stelsel: www.werkenaanonspensioen.nl.
Al met pensioen? Gelden wijzigingen dan ook?
De veranderingen gelden voor iedereen die in een pensioenfonds pensioen heeft opgebouwd. We bouwen ons pensioen samen op, dus stappen we ook samen over. Als mensen die al gepensioneerd zijn in het oude systeem blijven, zou dat nadelig zijn. Vooral voor henzelf, omdat hun pensioen dan al snel aan koopkracht verliest.
Hoe wordt overstapmoment naar nieuwe regeling bepaald?
Als het pensioen is ondergebracht bij een pensioenfonds, bepalen werkgevers, vertegenwoordigers van werknemers en de fondsen samen op welk moment het fonds overstapt naar de nieuwe regeling. Elk pensioenfonds doet dat dus op een eigen moment.
Als een pensioenfonds de overstap maakt, geldt dat voor alle deelnemers. Is het pensioen ondergebracht bij een verzekeraar, dan beslist de verzekeraar wanneer de overstap wordt gemaakt.
Stem laten horen bij pensioenfonds of verzekeraar?
Je kunt je stem laten horen via het medezeggenschaporgaan van de pensioenuitvoerder. Dat orgaan is betrokken bij de plannen voor de overstap. Ben je het niet eens met hoe de overgang vorm krijgt?
Dan kun je een klacht indienen bij de uitvoerder. Die moet de klacht dan beoordelen. Daarna kan een geschil worden voorgelegd bij de geschilleninstantie. Hier kun je terecht als de klacht over de
omzetting door de uitvoerder is afgewezen. Deze geschilleninstantie begint op1 januari 2024. Je kunt uiteraard uiteindelijk ook altijd bij de civiele rechter terecht.
Waarom niet in het oude pensioenstelsel blijven?
Er zijn drie redenen waarom je er niet voor kunt kiezen om in het oude pensioenstelsel te blijven:
- De basis van ons pensioen is dat we samen de risico’s delen. Zo kunnen we financiële tegenslagen opvangen als het economisch tegenzit. Maar dat werkt alleen als we het ook echt samen
doen; niet als mensen in verschillende pensioensystemen zitten. - Het is op termijn heel nadelig om achter te blijven in het oude systeem. De mensen die daarin zitten, worden steeds ouder en er komen geen nieuwe mensen meer bij. Het pensioengeld
kan dan alleen nog maar voorzichtig worden belegd, en levert niet zo veel meer op. Men verliest al snel koopkracht als men in dat oude pensioenstelsel zou blijven zitten. - Het brengt extra kosten met zich mee om twee pensioensystemen in de lucht te houden. En het wordt ook voor iedereen een stuk ingewikkelder als er twee pensioenstelsels naast elkaar
bestaan.
Wat wijzigt er aan het nabestaandenpensioen?
Voor mensen boven de pensioengerechtigde leeftijd blijft het nabestaandenpensioen een deel van het opgebouwde ouderdomspensioen van de overleden partner. Net als nu. Ontvang je al
nabestaandenpensioen? Dan gaan voor jou dezelfde veranderingen gelden als voor de andere uitkeringen.
Voor mensen die nog werken verandert er meer. In het oude stelsel was het nabestaandenpensioen voor werkenden afhankelijk van wat de overleden partner had opgebouwd. Als je jong een partner verloor, had die partner nog maar weinig opgebouwd en ontving je een laag nabestaandenpensioen.
Direct verzekerd bij indiensttreding
In het nieuwe stelsel wordt het nabestaandenpensioen direct verzekerd zodra iemand in dienst treedt en ontvangen nabestaanden een vast bedrag. Partners en kinderen van werkenden krijgen daardoor vaak een hoger nabestaandenpensioen.
Deze verzekering loopt na afloop van het dienstverband ook nog drie maanden door. Ook wanneer je na het einde van het dienstverband een Ziektewet-of WW-uitkering krijgt. Na afloop van een van deze periodes kun je de verzekering vrijwillig voortzetten, en de premie wordt dan betaald uit het opgebouwde pensioenvermogen.
Hoe ziet de overgang naar het nieuwe stelsel er straks uit?
In het nieuwe stelsel moet iedereen straks kunnen zien hoe veel pensioen hij of zij heeft opgebouwd. Op dit moment hebben pensioenuitvoerders één grote pot met daarin het hele pensioenvermogen. Dat moeten ze dus gaan verdelen, zodat je straks precies kunt zien hoe veel pensioengeld je hebt opgebouwd. De wet eist dat dit evenwichtig gebeurt. Het mag niet zo zijn dat sommige groepen er veel op voor- of achteruit gaan.
Als je het niet eens bent met de verdeling, kun je daar altijd een klacht over indienen bij de uitvoerder. En daarna eventueel bij een onafhankelijke geschilleninstantie. Of bij de rechter.
Persoonlijker pensioen, beschikken over eigen pensioenpot?
Nee. We blijven pensioen gezamenlijk opbouwen en de risico’s met elkaar delen. Het beheer doen we dus nog steeds gezamenlijk, via een pensioenuitvoerder. Wel wordt het voor iedereen duidelijker wat je zelf precies hebt opgebouwd.
Gaat het pensioen nu elke maand omhoog of omlaag?
Nee. Net als in het huidige systeem worden de uitkeringen één keer per jaar aangepast. Het pensioen varieert dus niet per maand. In de nieuwe wet kunnen pensioenen sneller omhoog, maar dat merk je dus maar één keer per jaar.
Hoe voorkomen dat pensioenen dalen bij tegenvallende rendementen?
Pensioenfondsen kunnen voorkomen dat pensioenen bij tegenvallende rendementen omlaag moeten:
- Ieder pensioenfonds kan een buffer aanleggen van maximaal 15 procent. Die kan het fonds gebruiken om te voorkomen dat financiële schokken consequenties hebben voor de pensioenuitkeringen.
- Pensioenfondsen mogen verliezen uitsmeren over 10 jaar. In de volgende jaren kan dat verlies dan worden weggestreept tegen eventuele winsten.
Worden mensen tussen de 40 en 50 jaar benadeeld bij de overgang?
Voor mensen tussen de 40 en de 50 jaar die al 25 jaar deelnemen aan een uitkeringsovereenkomst geldt dat zij de afgelopen jaren hebben meebetaald aan de opbouw van het pensioen van hun
oudere collega’s. Maar in de nieuwe situatie doen jongere collega’s dat later niet meer voor hen.
Compensatie benadeelde groepen
Bij het omzetten van pensioenaanspraken naar een nieuw contract, moeten pensioenfondsen zorgen voor een evenwichtige overgang. Ze moeten rekening houden met de belangen van deze specifieke groep deelnemers. Net als met de belangen van andere deelnemers. De sociale partners zullen in hun transitieplan afspraken opnemen voor de compensatie van benadeelde groepen.
Wat is de einddatum van de transitiefase?
Alle pensioenen moeten op 1 januari 2027 zijn overgezet naar het nieuwe systeem, maar de minister van Pensioenen heeft al aangekondigd dat pensioenuitvoerders een jaar extra kunnen gebruiken. De datum wordt dan 1 januari 2028. Het kan zijn dat alle pensioenfondsen de transitie al eerder hebben afgerond. Maar het kan ook zijn dat er toch meer tijd nodig is. In 2025 kan er nog worden besloten om de overgang meer tijd te geven.
Is er straks nog wel pensioen over voor jongeren?
Ja. Het Nederlands pensioenstelsel is een kapitaalgedekt stelsel. Dit betekent dat er geld wordt gespaard voor het toekomstige pensioen. Bij de overgang wordt de huidige pot met pensioenvermogen verdeeld op basis van de afspraken tussen werkgevers en werknemers.
In het nieuwe systeem werkt het daarna heel eenvoudig: het opgebouwde pensioen is de voor en door jou ingelegde premies plus het daarover gemaakte rendement.
Wat moet je doen?
Voor de overgang naar het nieuwe stelsel hoef je zelf niks te doen. Wel is het goed om jouw contactgegevens te controleren bij de verschillende pensioenuitvoerders waar je in het verleden
pensioen hebt opgebouwd. Welke dat zijn, kun je zien via www.mijnpensioenoverzicht.nl.
Antwoorden op vragen over nieuw pensioenstelsel
Volg ook de online cursus Impact nieuwe Wet toekomst pensioenen per 1 juli 2023 op 4 oktober met Ron Mulder