
Er is ruimte voor verbetering van de arbeidsomstandigheden in Nederland. Op de eerste plaats door de naleving van de risico-inventarisatie en -evaluatie te verbeteren, onder meer met betere ondersteuning van het mkb, preventie te stimuleren en werknemers meer te betrekken bij het arbobeleid. De overheid moet meer inzetten op handhaving. Dat schrijft de SER in het eerste deel van zijn advies ‘Naar een werkend arbostelsel voor iedereen’.
Goede arbeidsomstandigheden
Goede arbeidsomstandigheden zijn een belangrijke voorwaarde voor goed werk en dragen zo bij aan minder uitval en meer productiviteit op het werk en minder kosten voor de samenleving. In lijn met zijn eerdere adviezen op het gebied van gezond en veilig werken is de SER van oordeel dat de arbeidsomstandigheden, het beschermingsniveau en de veiligheid op de werkplek gelijk moeten zijn voor allen die daar arbeid verrichten. Los van het type arbeidsrelatie, moeten werkenden in staat te worden gesteld om hun werk veilig en op een gezonde wijze uit te voeren.
Preventie
De SER is ook van mening dat de focus van het (toekomstige) arbobeleid op preventie moet liggen: daar moet meer in geïnvesteerd worden op alle niveaus. Preventie is in de eerste
plaats het voorkomen dat mensen door hun werk en/of arbeidsomstandigheden gezondheidsschade oplopen. Preventie betekent ook dat bij nieuwe technologieën het voorzorgsbeginsel wordt gehanteerd wanneer er twijfel of onduidelijkheid in de wetenschap is over de ernst van een mogelijk gevaar dat deze nieuwe technologieën met zich meebrengen.
Het realiseren van preventie vraagt om een gezamenlijke inspanning van werkgevers, werknemers en de overheid. Naast goed werkgeverschap is verantwoord opdrachtgeverschap hierbij cruciaal.
Arbeidsomstandigheden moeten beter
De arbeidsomstandigheden binnen een deel van de bedrijven moeten verbeteren. De risico’s in het werk zijn in de afgelopen jaren niet gedaald, terwijl dit met goed arbobeleid wel mogelijk zou moeten zijn. Ontwikkelingen als digitalisering en tijd- en plaatsonafhankelijk werken leiden tot nieuwe opgaven. Daarom moeten de resultaten van arbobeleid verbeteren, omdat goede arbeidsomstandigheden een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan de gezondheid van werknemers.
Oorzaken uitval
Bij dit arbobeleid moet de meeste aandacht uitgaan naar de drie belangrijkste oorzaken van uitval:
- psychosociale arbeidsbelasting;
- fysieke belasting; en
- gevaarlijke stoffen.
Hierbij zijn concrete, meetbare doelen nodig op nationaal, sectoraal en bedrijfsniveau.
Psychosociale arbeidsbelasting (PSA)
De SER adviseert om psychosociale arbeidsbelasting (PSA) verplicht onderdeel te laten zijn van elke actief gebruikte arbocatalogus en elke (branche) RI&E aangezien PSA in alle sectoren voorkomt en (seksueel) grensoverschrijdend gedrag als een aparte categorie te agenderen binnen de (branche-)RI&E. Ook fysieke belasting komt in alle sectoren voor en moet volgens de SER verplicht onderdeel zijn van elke actief gebruikte arbocatalogus en elke (branche-)RI&E.
Risico-inventarisatie en evaluatie (RI&E)
Een goed arbeidsomstandighedenbeleid begint bij preventie: voorkomen dat mensen door hun werk en/of arbeidsomstandigheden gezondheidsschade oplopen. Het startpunt daarvoor is een een risico-inventarisatie en evaluatie (RI&E). Een RI&E geeft een beeld van de belangrijkste risico’s in een organisatie en is de basis voor het arbobeleid.
Alle bedrijven zijn verplicht een RI&E op te stellen, maar het grootste deel van de (mkb-)bedrijven heeft dat nog niet gedaan. Om bedrijven te helpen, moet voor het mkb een start-RI&E worden ontwikkeld. Daarnaast moeten alle bedrijven verplicht worden hun RI&E en het basiscontract met de arbodienst digitaal te melden bij de Nederlandse Arbeidsinspectie (NLA). Bedrijven die gebruik maken van een branche-RI&E kunnen dat door hun brancheorganisatie laten doen.