
Werkgevers gunnen werknemers tijd thuis, maar zien ze toch nog het liefst op de fysieke werkplek. Dat blijkt uit onderzoek van EenVandaag onder ruim 5.000 mensen die thuis kunnen werken, onder wie 300 ondernemers met personeel.
Betere werk-privébalans
In coronatijd werkten miljoenen Nederlanders noodgedwongen thuis. Daar ontdekten ze een betere balans tussen werk en privé en hadden ze minder last van stress. In 2021 gaf 88 procent aan dat ze ook na corona graag wilden blijven thuiswerken. Dat cijfer is nu vrijwel ongewijzigd: 85 procent wil graag een vorm van thuiswerken behouden. Slechts 15 procent wil altijd naar de fysieke werkplek.
Een of meer dagen vanuit huis werken
Uit het onderzoek blijkt dat wie thuis wil werken dat meestal ook mag blijven doen. Driekwart van de deelnemers (74 procent) werkte de afgelopen maanden één of meerdere dagen vanuit huis. Een kwart (25 procent) moest of ging zelf liever alle dagen naar kantoor.
Gerichte vrijstelling voor thuiswerken: hoe werkt het precies?
Oneens over frequentie
Werkgevers en werknemers zijn het meestal wel eens dat de coronatijd heeft laten zien dat thuiswerken best goed gaat. Maar over de verhouding tussen thuiswerken en werken op de fysieke werkplek op de lange termijn verschillen ze van mening.
De meeste werknemers willen minimaal de helft (61 procent) thuiswerken. Zij vinden het prettig om thuis geconcentreerd hun werk te doen en op bepaalde dagen hun collega’s te zien op kantoor. Vier van de tien (39 procent) willen het grootste deel van de tijd of volledig naar hun werk.
Werknemers bij voorkeur op werkvloer
Bij de ondervraagde ondernemers met personeel ligt dat precies andersom. Slechts een kwart (28 procent) is er voorstander van dat hun personeel voor de helft of meer thuiswerkt. Zeven van de tien (69 procent) zien hun personeel het liefst vooral op de werkvloer. Zij zeggen vaak dat samenzijn met collega’s een meerwaarde voor het bedrijf heeft.
Twijfels over productiviteit thuis
Een andere reden is dat werkgevers eraan twijfelen of iedereen thuis wel hard genoeg werkt. Daar zijn ze niet bij iedereen van overtuigd. Drie van de tien (29 procent) van de ondervraagde ondernemers hebben de indruk dat hun werkgevers thuis minder productief zijn. Daarom houden ze ze liever in het zicht.
Omgekeerd is de meerderheid van de werknemers ervan overtuigd dat ze thuis juist productiever zijn (58 procent).
Kwart ergert zich aan thuiswerkers
In veel bedrijven wordt nu ruim een jaar hybride gewerkt. Dat betekent dat een deel van de collega’s thuis werkt en een ander deel op de fysieke werkplek is. Hier zijn de deelnemers die op die manier werken tevreden over: driekwart (77 procent) vindt dit goed gaan.
Een kwart (23 procent) ergert zich wel eens aan collega’s die thuiswerken. Die zijn volgens hen slecht bereikbaar of het is onduidelijk waar ze mee bezig zijn.
Wettelijk recht op thuiswerken
De werknemer kan een verzoek voor thuiswerken indienen, maar de werkgever beslist uiteindelijk of iemand thuis mag werken of niet. De Tweede Kamer nam op 5 juli 2022 het wetsvoorstel Wet werken waar je wilt aan. Dit wetsvoorstel maakt het moeilijker voor werkgevers om thuiswerken te weigeren. De wet is nog niet door de Eerste Kamer.
Werknemers zijn verdeeld over zo’n wet die het recht op thuiswerken vastlegt. 41 procent is ervoor om thuiswerken voor werknemers eenvoudiger te maken. Zij vinden dat werkgevers en werknemers dat onderling moeten regelen, en niet de overheid. 42 procent ziet dit niet zitten. De ondernemers in het onderzoek zijn massaal tegen (85 procent).
Wet werken waar je wilt – vragen over redelijk en billijk en thuiswerkplek