
Deze gerichte vrijstelling staat naast de gerichte vrijstellingen voor het onbelast vergoeden, verstrekken en ter beschikking stellen van onder meer noodzakelijke gereedschappen en ICT-middelen en arbovoorzieningen.
€ 2,15 per dag
De gerichte vrijstelling bedraagt maximaal € 2,15 per thuisgewerkte dag (in 2022: € 2 per dag). Dit bedrag is bedoeld voor de extra kosten door het thuiswerken. Je kunt de vrijstelling ook toepassen als een werknemer slechts een deel van de dag thuiswerkt.
Deels thuiswerken en dienstreis
Je mag voor eenzelfde werkdag niet tegelijkertijd de vrijstelling voor thuiswerken en de vrijstelling voor
reizen naar een vaste werkplek toepassen. Dit mag wel als de werknemer op een dag deels thuiswerkt en een zakelijke reis niet zijnde woon-werkverkeer (dienstreis) maakt.
> 40 dagen per kalenderjaar op zelfde werkplek
Er is in ieder geval sprake van een vaste plaats van werkzaamheden als de werknemer meer dan 40 dagen per kalenderjaar op dezelfde plek werkt.
Afspraken over aantal thuiswerkdagen
De tussen de werkgever en de werknemer gemaakte afspraken over het aantal thuiswerkdagen kunnen de basis vormen voor de vaststelling van de door de werkgever onbelast te vergoeden kosten voor zowel de reizen voor woon-werkverkeer als het thuiswerken door de werknemer. Een incidentele afwijking hiervan hoeft niet te leiden tot een aanpassing van de vergoeding. Dat volgt uit de 128-dagenregeling.
128-dagenregeling
Als de werknemer 128 dagen thuiswerkt, mag de werkgever de werknemer een vaste onbelaste vergoeding voor thuiswerkkosten geven alsof de werknemer 214 dagen per kalenderjaar thuis werkt.
In de volgende situaties moet je het aantal werkdagen (214) en thuiswerkdagen (128) naar evenredigheid toepassen:
- De werknemer werkt op minder dan 5 dagen per week thuis.
- De dienstbetrekking begint of eindigt in de loop van het kalenderjaar.
In de volgende situaties moet je de vergoeding naar tijdsgelang herrekenen:
- De werkgever start of stopt gedurende het kalenderjaar met de vergoeding.
- De grondslag voor de berekening van de vergoeding wijzigt in het kalenderjaar.
Samenloop niet mogelijk
Als de werknemer de beschikking heeft over een OV-chipkaart, OV-abonnement, auto of fiets van de zaak of ander vervoer vanwege de werkgever en hier daadwerkelijk gebruik van maakt voor een reis naar een vaste werkplek, is samenloop met een vergoeding voor thuiswerken voor die dagen niet mogelijk.
Voorbeeld 1
Anton werkt 5 dagen per week. Hij werkt 2 dagen thuis en gaat 3 dagen naar kantoor (enkele reisafstand 20 km).
Reiskostenvergoeding per maand: 3/5 x 214 dagen = 129 dagen; 129 dagen x (40 km x € 0,21) / 12 = € 90,30.
Thuiswerkkostenvergoeding per maand: 2/5 x 214 dagen = 86 dagen; (86 dagen x € 2,15) / 12 = € 15,41.
Voorbeeld 2
Bouchra werkt 4 dagen per week. Zij werkt 2 dagen thuis en 2 dagen op kantoor (enkele reisafstand 12 km).
Reiskostenvergoeding per maand: 2/5 x 214 dagen = 86 dagen; 86 dagen x (24 km x € 0,21) / 12 = € 36,12.
Thuiswerkkostenvergoeding per maand: 2/5 x 214 dagen = 86 dagen; (86 dagen x € 2,15) / 12 = € 15,41.
Bron: Handboek Loonheffingen, paragraaf 22.1.12 Extra kosten verbonden aan thuiswerken