De werkgever kan op grond van de Wet arbeid en zorg de gewenste wijze van invulling van het verlof op grond van een zwaarwegend bedrijfs- of dienstbelang wijzigen en soms ook weigeren. De spreiding van de verlofuren door de werknemer is dan erg ontwrichtend voor de gang van zaken binnen de organisatie.
In onderstaande casus oordeelt de kantonrechter dat geen sprake is van een dusdanig zwaarwegend bedrijfsbelang dat de werkgever de invulling van het ouderschapsverlof van de werkneemster mag aanpassen.
Wat is de situatie?
De werkneemster is op 1 december 2021 voor 17,5 uur per week in dienst getreden bij de werkgever in de functie van notarieel medewerker.
De werkneemster heeft eind augustus 2022 het verzoek bij de werkgever neergelegd om aansluitend op haar bevallingsverlof, per 15 maart 2023, 9 weken ouderschapsverlof op te nemen.
De werkgever heeft daar op 8 september 2022 als volgt op gereageerd:
“Ik heb jou in beide gesprekken uitgelegd dat voor de periode van jouw zwangerschaps- en bevallingsverlof het niet mogelijk is om jouw functie op te vullen door iemand met notariële ervaring. Dit omdat er op het moment een krapte is op de arbeidsmarkt en notarieel personeel al helemaal niet te krijgen is. Personeel die geen ervaring heeft in het notariaat is geen optie om die die ongeveer een jaar nodig hebben om wat routine op te doen. […]
Als jouw zwangerschaps- en bevallingsverlof ook nog verlengd wordt met negen weken (aaneengesloten) betaald ouderschapsverlof, wordt het voor kantoor zeer lastig, zo niet onmogelijk om alle functies in te vullen. […]”
Naar de rechter
De werkneemster eist de werkgever te veroordelen om de werkneemster toe te staan ouderschapsverlof op te nemen vanaf 15 maart 2023 gedurende 9 weken voor 17,5 uur per week, op straffe van een dwangsom van € 500 per dag.
De werkneemster baseert de eis op het volgende. De werkgever heeft haar verzoek tot het opnemen van ouderschapsverlof, direct na haar bevallingsverlof, voor 17,5 uur per week voor 9 weken lang ten onrechte geweigerd. De werkgever heeft geen zwaarwegend bedrijfsbelang dat in de weg staat aan het opnemen van ouderschapsverlof.
Ouderschapsverlof in delen opnemen
De werkgever is het niet eens met de eis en voert het volgende aan. Vanwege een zwaarwegend bedrijfsbelang heeft de werkgever een tegenvoorstel aan de werkneemster gedaan om 9 weken ouderschapsverlof in delen op te nemen.
De bezetting op de afdeling van de werkneemster is te gering om haar werkzaamheden, na haar zwangerschaps- en bevallingsverlof, opnieuw door collega’s te laten overnemen.
Wet arbeid en zorg
Op grond van de Wet arbeid en zorg (Wazo) is het uitgangspunt dat een werknemer zijn ouderschapsverlof kan opnemen gedurende een periode en op de wijze die hij kiest.
Op grond van artikel 6:5 lid 3 Wazo kan de werkgever, na overleg met de werknemer, de door hem gewenste wijze van invulling van het verlof op grond van een zwaarwegend bedrijfs- of dienstbelang wijzigen en in uitzonderlijke gevallen ook weigeren.
Zwaarwegend bedrijfs- of dienstbelang
Van zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen zal uitsluitend sprake zijn “indien de door de werknemer gewenste spreiding van verlofuren de gang van zaken in de onderneming ernstig zou ontwrichten”.
Bij een zwaarwegend bedrijfs- of dienstbelang moet worden gedacht aan situaties waarbij de afwezigheid van de werknemer niet via de normale bedrijfsvoering en inzet van het overige personeel kan worden opgevangen en dit ernstige consequenties heeft.
Bezettingsproblemen op de werkvloer
De werkgever voert aan dat sprake is van een zwaarwegend bedrijfsbelang vanwege bezettingsproblemen op de werkvloer.
Ter zitting is door de werkgever nader toegelicht dat er sinds dit jaar nog maar twee medewerkers werkzaam zijn op de afdeling ‘onroerend goed’ waar ook de werkneemster werkzaam is en dat deze twee collega’s van de werkneemster, naast de hoge werkdruk, extra worden belast met de werkzaamheden van de werkneemster gedurende haar ouderschapsverlof. Dit brengt volgens de werkgever risico’s met zich mee. Bovendien is het onmogelijk om voor de duur van het ouderschapsverlof een nieuwe (ervaren) medewerker te zoeken, aldus de werkgever.
Invulling ouderschapsverlof niet aanpasbaar
Hoewel de kantonrechter het aannemelijk acht dat het voor de werkgever lastig is om voor een relatief kort tijdsbestek een nieuwe ervaren medewerker te vinden en dat de werkdruk bij de andere twee medewerkers, die extra belast worden, toeneemt, is de kantonrechter van oordeel dat hierbij geen sprake is van een dusdanig zwaarwegend bedrijfsbelang dat de werkgever de invulling van het ouderschapsverlof van de werkneemster mag aanpassen.
Extra belasting collega’s geen groot probleem
Dat de extra belasting van de andere twee collega’s zal leiden tot enorme risico’s volgt de kantonrechter niet. De werkneemster heeft terecht opgemerkt dat haar werkzaamheden gedurende haar zwangerschap- en bevallingsverlof ook zijn overgenomen door de betreffende twee collega’s.
De werkgever heeft daarnaast niet, althans onvoldoende gemotiveerd, onderbouwd dat de extra belasting ten koste gaat van de klanttevredenheid of van haar omzet. Daar komt bij dat het over een relatief korte periode van 9 weken gaat en de werkneemster ‘maar’ 17,5 uur per week werkzaam is bij de werkgever.
Geen zwaarwegend bedrijfsbelang
Volgens de kantonrechter is er dan ook geen sprake van een zwaarwegend bedrijfsbelang, althans daarvoor zijn onvoldoende feiten of omstandigheden aangedragen. Niet kan worden vastgesteld dat het verlof van de werkneemster voor de werkgever in redelijkheid tot niet te aanvaarden gevolgen leidt.
Het tijdelijke belang van de werkneemster om haar ouderschapsverlof op te kunnen nemen om (langer) voor haar pasgeboren kind te zorgen, hoeft hiervoor dan ook niet te wijken.
Het voorgaande betekent dat de kantonrechter de vordering van de werkneemster toewijst.
Uitspraak Rechtbank Rotterdam, 16 februari 2023, ECLI:NL:RBROT:2023:1355
Meer weten over ouderschapsverlof? Kom dan naar de cursus WAZO – verlofvormen