
De werknemer kreeg in 1999 een leaseauto toegewezen. Het leasecontract werd steeds verlengd tot hij in 2013 te horen kreeg dat hij zijn leaseauto in 2015 moest inleveren. Omdat de werknemer voldoende bezwaar maakte tegen de afschaffing van het recht op de leaseauto, kan hij nog steeds aanspraak op een leaseauto maken. Voor de al verstreken periode waarin hij ten onrechte geen leaseauto had, kan hij schadevergoeding vragen. De werknemer mag zijn schade nader begroten. Dat oordeelt de kantonrechter.
Gerechtvaardigd vertrouwen
Nu vaststaat dat de werknemer de leaseauto langer dan tien jaar tot zijn beschikking heeft gehad en dat sprake was van tenminste twee verlengingen van een voor vijf jaar aangegane leaseovereenkomst, komt de kantonrechter tot de conclusie dat conform hetgeen het hof en de Commissie ARA daarover hebben overwogen, de werknemer er gerechtvaardigd op mocht vertrouwen dat hij die leaseauto bij een functiewijziging mocht behouden en dat de toekenning van de leaseauto daarmee als een arbeidsvoorwaarde van de werknemer moet worden aangemerkt.
Geen einde arbeidsvoorwaarde
Dit betekent ook dat deze arbeidsvoorwaarde niet eindigt op het moment dat de werknemer een andere functie heeft gekregen of krijgt.
Ook eindigt de arbeidsvoorwaarde niet doordat de leasecontracten aan een termijn gebonden waren: uit het feit dat de tijdelijke contracten telkens stilzwijgend werden verlengd, volgt dat de werknemer mocht rekenen op een onbeperkte verlenging.
Schadevergoeding
Nu aan de werknemer niet met terugwerkende kracht een leaseauto kan worden toegekend, heeft hij over de periode vanaf 1 april 2016 totdat hij feitelijk weer over een leaseauto kan beschikken, recht op een schadevergoeding.
Bank: schade op nihil stellen
De werknemer stelt dat een schadevergoeding van € 500 netto per maand een redelijk bedrag is. De bank brengt daar tegenin dat de werknemer dit bedrag niet onderbouwd heeft en dat de schade op nihil zou moeten worden gesteld. Dit in de eerste plaats omdat de werknemer alleen schade heeft geleden ten aanzien van de kilometers die hij niet langer voor privégebruik kon rijden met de leaseauto. Hij heeft namelijk de zakelijke kilometers en woon-werkverkeer kunnen declareren bij de bank.
Geen fiscale bijtelling meer
Ook levert het de werknemer voordeel op dat hij sinds het inleveren van de leaseauto geen fiscale bijtelling meer heeft gehad: bij een auto met een cataloguswaarde van € 35.774 (de laatste leaseauto van de werknemer ) is de besparing meer dan € 200 netto per maand. En tot slot heeft de werknemer in de periode vanaf het inleveren van de auto geen eigen bijdrage (25 % van het leasebudget) meer betaald, aldus de bank.
Nader onderbouwen
De kantonrechter is van oordeel dat de werknemer het door hem gestelde schadebedrag bij akte nader moet onderbouwen. Daarbij moet hij ook ingaan op het door de bank op dit punt gestelde en dit in zijn onderbouwing mee te nemen.
Uitspraak Rechtbank Amsterdam, 15 december 2022, ECLI:NL:RBAMS:2022:7583