
Met het oog op de behandeling van het wetsvoorstel Toekomst Pensioenen op 15 december 2022 en op verzoek van de Tweede Kamer is door De Nederlandsche Bank (DNB) en een aantal pensioenfondsen in kaart gebracht wat de impact is van de nieuwe scenariosets en de UFR-methode (Ultimate Forward Rate) op de transitieberekeningen die eerder met de Tweede Kamer zijn gedeeld.
Evenwichtig overstap
Uit de impactberekeningen blijkt dat ook onder de bijgestelde toekomstverwachtingen pensioenfondsen op een evenwichtige wijze kunnen overstappen naar het nieuwe pensioenstelsel.
Uit de berekeningen blijkt ook dat de inzet van een reserve en/of compensatiedepot belangrijke middelen kunnen zijn om de transitie evenwichtig vorm te geven.
Het nieuwe pensioenstelsel leidt grosso modo tot betere pensioenverwachtingen dan het huidige pensioenstelsel. Dat laat minister Schouten van Pensioen weten in een Kamerbrief.
Netto profijt
De uitkomsten uitgedrukt in netto profijt zijn voor alle doorgerekende varianten in lijn met de eerdere berekeningen.
Er is een positieve verschuiving zichtbaar in de minimale netto profijteffecten voor jongeren die in de nieuwe doorrekeningen hoger liggen (minimale netto profijteffecten gaan van -6% naar -3%). Dit wordt veroorzaakt doordat in de nieuwe scenarioset wordt gerekend met een lagere rente, zoals voorgesteld door de Commissie Parameters. Hierdoor is het effect op netto profijt van de afschaffing van de doorsneesystematiek kleiner.
Gevoeligheidsanalyses
Daarnaast heeft DNB in lijn met eerdere berekeningen de volgende gevoeligheidsanalyses in beeld gebracht:
- Toepassing van een compensatiedepot bij de standaardmethode voor verschillende dekkingsgraden.
- Renteschok -1%-punt en +1%-punt ten opzichte van RTS juni 2022 (met nieuwe UFR-methodiek conform advies Commissie Parameters 2022).
- Verschillende invaardekkingsgraden: 95%, 105% en 140%.
- Variant met flexibele premieregeling zonder risicodelingsreserve (DC).
Betere pensioenverwachtingen
Bij al deze varianten is op hoofdlijnen het beeld vergelijkbaar: hoewel de kwantitatieve cijfers zijn veranderd, zijn de kwalitatieve conclusies ongewijzigd gebleven. Wel liggen ten opzichte van de berekeningen van augustus 2022 de uitkomsten van het nieuwe pensioenstelsel in termen van pensioenverwachtingen boven die van het huidige pensioenstelsel.
Afschaffing doorsneesystematiek
Bij de overgang naar het nieuwe pensioencontract geldt voor alle deelnemers een vlakke pensioenpremie met een bijbehorende pensioenopbouw (afschaffing doorsneesystematiek). Dit heeft impact op de pensioenverwachtingen van alle huidige deelnemers, in het bijzonder van de middengroepen tussen de 40 en de 50 jaar. Dit is ook terug te zien in de berekeningen van DNB, Ortec en de pensioenfondsen, waarbij in bijna alle gevallen geen rekening wordt gehouden met eventuele compensatie.
Kamerbrief impactberekeningen Commissie Parameters 2022 door DNB en pensioenfondsen