
Door één minimumuurloon vast te stellen verdient iedere werknemer, ongeacht hoeveel uur die persoon werkt, hetzelfde minimumuurloon. Dat heeft voordelen met betrekking tot duidelijkheid, overzichtelijkheid en handhaafbaarheid en heeft daarnaast als groot voordeel dat het minimumloon voor een grote groep werknemers die het minimumloon verdienen en meer dan 36 uur werken omhoog gaat.
Dit initiatiefwetsvoorstel van de Tweede Kamerleden Kathmann (PvdA) en Maatoug (GroenLinks) wijzigt de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag (Wml) en enkele andere wetten.
Eerlijker en transparanter minimumloon
Het wetsvoorstel strekt tot invoering van een, voor een ieder die onder de reikwijdte van het wettelijk minimumloon (Wml) valt, geldend uniform minumumuurloon. De invoering van een wettelijk minimumuurloon leidt tot een eerlijker en transparanter minimumloon.
Het wetsvoorstel is op 7 juni 2022 in de Tweede Kamer aangenomen en wordt nu in de Eerste Kamer behandeld.
Het memorie van antwoord is op 11 oktober 2022 gepubliceerd.
Uitvoeringstoets UWV
Het UWV geeft in de uitvoeringstoets aan dat met het verhogen van het minimumloon (als effect van het invoeren van het minimumuurloon) het effect optreedt dat ‘het verlies aan uitkering
aanzienlijk hoger kan zijn dat de verhoging van het loon’.
Over het door het UWV aangegeven negatieve effect op een uitkering door het verhogen van het minimumloon kan de initiatiefnemer aangeven dat dit bekend is en dat dit inherent is aan wet- en regelgeving. Deze negatieve effecten zullen ook plaatsvinden bij andere verhogingen van het minimumloon en kunnen alleen opgelost worden door wet- en regelgeving aan te passen.
Omdat een halfjaarlijkse invoering van het wetsvoorstel niet mogelijk is, doordat het voor het UWV niet mogelijk is gedurende het jaar de grenzen van de Wet tegemoetkomingen loondomein (Wtl) te wijzigen, is de vroegst mogelijke datum van inwerkingtreding 1 januari 2024. Met een inwerkingtreding van 1 januari 2024 is deze wet voor het UWV uitvoerbaar.
Minder toeslagen
De Belastingdienst stelt dat dit wetsvoorstel er toe leidt dat mensen een hoger inkomen krijgen waardoor zij minder toeslagen zullen ontvangen. Dit is inherent aan het toeslagenstelsel waarbij de hoogte van de toeslag afhankelijk is van het inkomen. In dit stelsel zijn mensen ook zelf verantwoordelijk voor het doorgeven van wijzigingen in het inkomen. Werknemers die nu het minimumloon verdienen hebben hier nu al twee keer per jaar te maken met een wijziging van het inkomen.
Het is nog onduidelijk hoe groot de precieze groep is die door de verhoging van het minimumloon een terugvordering zou kunnen krijgen als zij deze verhoging van hun inkomen niet doorgeven aan toeslagen. Dit is namelijk afhankelijk van in hoeverre de parameters (zoals kindbedragen, afbouwgrens, en afbouwpercentage en het inkomensindexeringspercentage) meebewegen met deze loonstijging. Een landelijke communicatiecampagne zou een optie kunnen zijn, maar daarvoor is meer informatie over de grootte van de groep nodig. Deze informatie kan pas aan het einde van 2022 worden gegeven als er meer duidelijkheid is.
Arbeidsinspectie
Een van de voordelen van dit wetsvoorstel is dat het handhaven van het minimumloon voor de Arbeidsinspectie eenvoudiger wordt. De Arbeidsinspectie kan nu immers uitgaan van een minimumuurloon. In de huidige situatie moet de Arbeidsinspectie eerst uitzoeken onder welke cao een werknemer valt en welke arbeidsduur daarbij wordt gehanteerd om vervolgens te kunnen bepalen welk minimumloon daarbij geldt.
Niet alle cao’s geven daarover de gewenste duidelijkheid. Indien er geen cao van toepassing is, moet door de Arbeidsinspectie onderzocht en vastgesteld worden wat de gebruikelijke NAD is in de branche of onderneming, hetgeen complex en arbeidsintensief is. Deze onduidelijkheid leidt bij werkgevers tot discussies met de Arbeidsinspectie en uitvraagprocedures bij werkgevers. Dit
wetvoorstel zorgt ervoor dat er helderheid komt en zodoende wordt het minder arbeidsintensief om het minimumloon te handhaven. Dit geldt bij malafide werkgevers in bijvoorbeeld de
uitzendbranche alsmede bij grensoverschrijdende arbeid. De Arbeidsinspectie hoeft dan niet meer na te gaan welke NAD volgens de cao geldt.
Sluiproutes bestrijden
De initiatiefnemer zijn het eens met de leden van de SP-fractie dat, los van een verhoging van het minimumloon, sluiproutes om zodoende een lager loon te kunnen uitbetalen
moeten worden bestreden. Om die reden zijn de initiatiefnemers het lid Van Kent erkentelijk met zijn motie om te onderzoeken hoe het begrip loon kan worden verhelderd, zodat zaken zoals de
onregelmatigheidstoeslag, dertiende maand of een bonus niet meetellen bij het vaststellen van het minimumloon. Er is hier namelijk op dit moment onduidelijkheid over. De initiatiefnemers zijn van mening dat het van belang is dat deze onduidelijkheid, ten gunste van werknemers, moet worden opgelost.
Normale arbeidsduur (NAD)
De reden dat de initiatiefnemers hebben gekozen om het minimumuurloon vast te zetten op normale arbeidsduur (NAD) van 36 uur is voornamelijk omdat de initiatiefnemers van mening zijn dat werknemers met dit voorstel er niet op achteruit zouden mogen gaan. Als een hogere NAD zou worden gekozen, zouden werknemers die het minimumloon verdienen en een NAD van 36 uur hebben, zoals werknemers vallend onder de CAO Sociale werkbedrijven, er in loon op achteruit gaan. Hiervoor heeft vakbond CNV eerder al voor gewaarschuwd.
De initiatiefnemers vinden het onwenselijk en hebben om die reden gekozen voor een NAD van 36 uur. Een voordeel voor de keuze voor een NAD van 36 uur is dat mensen die het minimumloon verdienen en meer dan 36 uur werken er op vooruit gaan. In sommige gevallen, in het geval van een 40-urige contract, zelfs meer dan 10%. En dat is hard nodig in een tijd waarbij er steeds meer werkende armen zijn en het aantal mensen in de schulden fors toeneemt.
Als wordt gekeken naar het aantal werknemers per NAD geldt dat voor 41% van de werknemers van de 96 cao’s (40 cao’s), geldt een NAD die ligt tussen de 36 en 37 uur per week. Voor 38% van
de werknemers van de 96 cao’s (35 cao’s), ligt de NAD tussen de 38 tot 39 uur per week. Het aantal cao’s met een NAD van 40 uur per week weegt naar werknemersaantallen gemeten, minder
zwaar door in het totaalcijfer. Voor 12% van de werknemers die vallen onder 96 cao’s (12 cao’s), is de NAD 40 uur per week.
€14-15 als minimumuurloon
Hoe zit het met de onderbouwing van de inzet van €10,49 als minimumuurloon. Moeten we niet in de richting van €14-15 als minimumuurloon?
De initiatiefnemers zijn van mening dat het minimumloon fors omhoog moet, richting €14-15. De verhoging in dit wetsvoorstel is, volgens de initiatiefnemers, een eerste stap naar een verdere verhoging van het minimumloon. Een minimumuurloon maakt immers eenvoudiger en overzichtelijker om het minimumloon te verhogen.
Loonkostensubsidie en LIV
Met betrekking tot de loonkostensubsidie en de LIV heeft dit wetsvoorstel geen effect op werkgevers die nu de LIV of loonkostensubsidie ontvangen. Ook zullen werknemers, waarvoor subsidie wordt ontvangen, geen veranderingen merken. Het enige effect van dit wetsvoorstel is dat gemeenten hogere kosten, vanwege het hogere minimumloon voor werknemers die meer dan 36 uur werken, zullen hebben bij het verstrekken van de loonkostensubsidie. De kosten hiervoor bedragen 80 miljoen euro per jaar. De LIV wordt, volgens het regeerakkoord, afgeschaft en zal dus bij de invoering van het wetsvoorstel geen rol meer spelen.
Loonkosten stijgen
Door de invoering van dit wetsvoorstel zullen de kosten voor werkgevers stijgen. Dit geldt echter alleen voor werkgevers die werknemers in dienst hebben die het minimumloon verdienen en arbeidsduur hebben van meer dan 36 uur. De overheid als werkgever zal nauwelijks extra loonkosten hebben omdat vrijwel alle overheidscao’s gebaseerd zijn op een 36-urige werkweek. Dus werknemers die bij de overheid werken en het minimumloon verdienen gaan er niet op vooruit. Uitzondering hierop zijn medewerkers bij defensie die in de laagste loonschalen zitten. De defensie cao heeft een NAD van 38 uur, dus daar stijgen de lonen voor de laagste loonschalen. De kosten hiervoor zijn 3 mln. euro en deze zijn inmiddels al gedekt via de recent afgesloten defensie cao. Voor de marktsector bedraagt de loonkostenverhoging volgens berekeningen van het ministerie van SZW 685 mln. euro.
De kosten worden voornamelijk gedragen door bedrijven met werknemers in dienst die meer dan 36 uur werken tegen het minimumloon. Voor de initiatiefnemers is het acceptabel dat werkgevers deze hogere loonkosten zullen dragen. Veel werknemers die het minimumloon verdienen, kunnen nauwelijks rondkomen. Deze verhoging van het minimumloon zal voor een groep van die werknemers enige verlichting brengen om de stijgende kosten te kunnen betalen. Daarbovenop willen de initiatiefnemers nog wel aangeven dat juist in sectoren, zoals de horeca en uitzendsector, waar veel mensen het minimumloon verdienen en meer dan 36 uur werken de afgelopen jaren er nauwelijks op vooruit zijn gegaan.
Advies Stichting van de Arbeid
In het advies van de Stichting van de Arbeid over het wetsvoorstel minimumuurloon geven werkgevers en werknemers aan dat zij op veel punten de voordelen zien van een uniform minimumuurloon. In dit advies erkennen werkgevers en werknemers de problemen bij het handhaven van het huidige minimumuurloon en de Stichting ziet in dat de invoering van een minimumuurloon de controle door Arbeidsinspectie eenvoudiger zal maken.
Ook wijst de Stichting er op dat het bepalen van de NAD valt onder de onderhandelingsvrijheid van cao-partijen. De initiatiefnemer heeft naar aanleiding van vragen vanuit de Stichting hierover aangegeven dat wat de initiatiefnemer betreft niet getornd moet worden aan de onderhandelingsvrijheid van cao-partijen en dat dit wetsvoorstel daarop geen consequenties heeft.
Cao-partijen blijven verantwoordelijk voor de geldende NAD in de cao en dat blijft met dit wetsvoorstel ook het geval. Wat betreft het voorstel om het minimumuurloon te baseren op een NAD van 36 uur per week leidt bij de Stichting tot verschillende appreciaties.
Ook constateren werknemers én werkgevers beiden dat het minimumuurloon baseren op een NAD van 36 uur per week een positief effect heeft op de koopkrachtpositie van werknemers die nu
rond het minimumloon verdienen en in sector werken waar de NAD hoger is dan 36 uur per week. Wel leven er zorgen bij werkgevers over de loonkosten voor sectoren waar een hogere NAD geldt
van meer dan 38 uur per week. Bij het uniformeren van het minimumuurloon moet er echter keuze worden gemaakt voor een NAD.
Initiatiefvoorstel-Kathmann en Maatoug Wet invoering minimumuurloon
Invoering minimumuurloon per 2024 haalbaar voor Belastingdienst en UWV