
Met ruim 3,5 miljoen gepensioneerden, bijna zes miljoen werkenden en 1500 miljard euro aan pensioenvermogen zijn de belangen enorm. De overstap naar het nieuwe pensioenstelsel is een gigantische operatie waarover al bijna vijftien jaar wordt gesproken. De Tweede Kamer debatteert op 2 november hierover.
Het gaat om een stelsel waarin de pensioenen meer gaan meebewegen met de beurs. En dat maakt het spannend, want juist nu de politiek knopen doorhakt, is de onzekerheid op financieel en economisch vlak groot. Ook zijn er veel vragen over hoe de 1500 miljard aan pensioenvermogen eerlijk is te verdelen. Het moet in één keer goed gaan.
Pensioenakkoord
Het kabinet heeft samen met werknemer- en werkgeversorganisaties in 2019 een pensioenakkoord gesloten. Het voorstel voor de nieuwe Wet toekomst pensioenen vloeit daaruit voort en regelt de herziening van het pensioenstelsel.
Rondetafelgesprekken
De Tweede Kamer heeft eerder dit jaar drie rondetafelgesprekken gehouden over het wetsvoorstel. De inbreng van de Kamer is aanleiding geweest voor de regering om bepaalde zaken in het voorstel aan te passen. Het definitieve ontwerp voor de wet wordt in dit debat behandeld.
Verouderd stelsel
De nieuwe wet moet volgens planning in juli 2023 ingaan. In het nieuwe pensioenstelsel wordt een aantal zaken anders geregeld dan nu. De arbeidsmarkt wijzigt continu en daardoor is het stelsel verouderd. De huidige pensioenen worden omgezet naar het nieuwe systeem. Om de overgang soepel te laten verlopen, zijn er transitieregels in het wetsvoorstel opgenomen.
Nieuw pensioenstelsel
De pensioenopbouw wordt anders. Pensioenfondsen doen in het nieuwe stelsel geen beloftes meer over de hoogte van pensioenen. Fondsen beleggen in het nieuwe stelsel, net als nu, de pensioenpremie.
Nieuw is dat fondsen voor alle deelnemers bij zullen houden wat hun persoonlijk deel is van het gezamenlijke pensioenvermogen, zodat mensen meer inzicht krijgen in hoeveel geld er voor hun eigen pensioen gereserveerd is.
Ook is er aandacht voor de standaardisering van het nabestaandenpensioen en de verkorting van de wachttijd voor pensioenopbouw voor uitzendwerknemers.
Financiële positie
In het nieuwe systeem is de rente, die in het huidige systeem belangrijk is bij het berekenen van hoe een fonds ervoor staat, veel minder van belang. In plaats daarvan wordt de actuele financiële positie van een pensioenfonds bepalend voor de hoogte van pensioenen.
Van collectieve naar eigen pensioenpot
Pensioenfondsen bewaren hun vermogen nu in één grote pot. Bij een lage rente moeten ze volgens de rekenregels meer geld in die pot houden, om zo zekerder te zijn dat ze de pensioenen in de toekomst kunnen betalen. Tot voor kort was er geen ruimte voor een hoger pensioen om voor inflatie te compenseren en hier en daar moest zelfs worden gekort.
Straks krijgt iedereen binnen het fonds een eigen pensioenpot. Naast de pensioenpremie die je inlegt, bepalen resultaten op de beurs dan of dat potje groter wordt of juist kleiner. De rente speelt nog wel een rol, maar wat meer op de achtergrond.
Compensatie
Omdat het nieuwe stelsel voor bijvoorbeeld veertigers nadelig uitpakt, zullen zij daarvoor gecompenseerd moeten worden met wat extra geld. Maar oudere generaties willen graag ook wat extra’s om weer te compenseren voor het koopkrachtverlies in de afgelopen karige jaren.
Brandbrief
Een groep van tientallen oud-politici, oud-bestuurders en pensioenexperts schreef een dringende brandbrief aan de Tweede Kamer. Ze vinden het nieuwe stelsel te complex en lastig uit te voeren voor pensioenfondsen. Ook leidt de overgang naar individuele potjes volgens de critici voor veel deelnemers tot een uitkomst die zeer ongewis is.
Reactie minister op brief
Minister Schouten heeft een inhoudelijke reactie gegeven op de brandbrief van 40 ondertekenaars over het wetsvoorstel Wet toekomst pensioenen.
“Deze brief bevat in belangrijke mate een herhaling van de boodschap die drie jaar geleden door grotendeels dezelfde ondertekenaars is gegeven. Deze boodschap past in een al veel langer lopend rekenrentedebat in het huidige stelsel. Dat continue debat vormt juist één van de aanleidingen voor de invoering van het nieuwe stelsel. (…)
Het voorstel om de rekenrente te stabiliseren en te verhogen wordt ook in de huidige brief voorgesteld als een maatregel die het huidige stelsel verbetert voor alle generaties. Wat een hogere rekenrente echter feitelijk doet, is hetzelfde collectieve fondsvermogen anders verdelen, namelijk in het voordeel van
gepensioneerden en ten laste van werkenden. (…)
Met een hogere rekenrente dan de feitelijke rente kunnen direct hogere pensioenen uitgekeerd worden, omdat de dekkingsgraad op papier verbetert. Omdat het fondsvermogen niet is gestegen, wordt dit betaald uit fondsvermogen dat bestemd is voor de dekking van het toekomstige pensioen van jongere
deelnemers. Dat is geen toekomstbestendige vormgeving van een pensioenstelsel, maar een hypotheek nemen op de toekomst, ten laste van jongere generaties. (…)
De huidige extreme inflatie is voor ieder kapitaalgedekt stelsel een grote uitdaging. Dat geldt voor het huidige stelsel en voor het nieuwe stelsel. Uitgaande van een toekomstbestendig pensioenstelsel voor alle generaties, waarbij ook jongere generaties ervan verzekerd zijn dat voldoende pensioenvermogen voor
hen gereserveerd blijft, kan het nieuwe stelsel echter wel beter omgaan met die situatie. (…)
Pensioenfondsen zijn ook al lang bezig met voorbereidingen, in afwachting van de nieuwe wetgeving. Zij geven aan dat ze nu vooral duidelijkheid verlangen van de politiek.”
Instemming met wetsvoorstel?
In de Tweede Kamer is er een meerderheid voor het wetsvoorstel toekomst pensioenen, want de coalitiepartijen staan achter het wetsvoorstel. In de Eerste Kamer hebben zij echter geen meerderheid. Daar wordt gerekend op steun van de PvdA en GroenLinks. Eerder steunden die partijen het pensioenakkoord, maar over de uitwerking van dat akkoord in wetgeving zijn ze minder te spreken.
Wat is het alternatief?
Als het nieuwe pensioenstelsel niet doorgaat, blijven de structurele problemen van het huidige stelsel bestaan. Een andere optie zou zijn om alle opgebouwde pensioenrechten in het huidige stelsel te houden en daar een streep onder te zetten. Alle premies vanaf nu vallen dan in het nieuwe pensioenstelsel.
Nadeel daarvan is dat het volgens de pensioenfondsen erg duur is om twee regelingen naast elkaar te laten bestaan. Dat zou dan moeten tot de laatste persoon die nu pensioen opbouwt, is overleden. Ook blijft het geheel dan voor deelnemers onoverzichtelijk. Dit is juist een belangrijke reden om van het huidige stelsel af te willen.
De nieuwe pensioenwet moet op 1 juli 2023 ingaan. Fondsen hebben dan tot 1 januari 2027 de tijd om hun deelnemers over te zetten.
Het debat is te volgen vanaf 10.15 uur via de livestream van de Tweede Kamer en de app Debat Direct.
Bronnen: Tweedekamer.nl en NOS.nl