2023 wordt financieel minder zwaar dan 2022. Het plafond op de energieprijs helpt huishoudens om de begroting weer rond te maken en betalingsachterstanden in te lopen. Dit concludeert het Nibud na bestudering van de Miljoenennota.
De plannen uit de Miljoenennota die het kabinet op 20 september heeft gepresenteerd, hebben effect op de huishoudportemonnee van miljoenen Nederlanders.
Het belastingtarief in de eerste belastingschijf daalt licht en bijna alle heffingskortingen stijgen. Ook de huurtoeslag, de zorgtoeslag, de kinderbijslag en het kindgebonden budget gaan omhoog. Voor de hoogste inkomens en de zelfstandigen daalt het aantal aftrekposten.
Prijsplafond energie
Het kabinet stelt een tijdelijk prijsplafond voor gas en elektriciteit voor. Alles is er op gericht om zo snel als mogelijk is een prijsplafond in te stellen voor energie. Het betreft een tijdelijke maatregel die op 1 januari 2023 moet ingaan en tot het einde van het jaar doorloopt. Maar vanaf 1 november dit jaar is al verlichting mogelijk met een tussenvariant waarbij een prijsplafond wordt gesimuleerd en termijnbedragen worden verlaagd.
Het kabinet wil alle huishoudens helpen. Daarbij is de inzet dat minimaal de helft van de huishoudens volledig onder het prijsplafond valt als zij blijvend energie besparen. Er wordt een volumegrens voorgesteld van 1200m3 voor gas en 2400KWh voor elektra.
Wat betreft prijs wordt gedacht aan een prijsplafond van maximaal € 1,50 voor gas en € 70 cent voor elektra.
Het verder uitwerken van de precieze details van een prijsplafond heeft de hoogste prioriteit van het kabinet en daarvoor is het in overleg met onder andere energiebedrijven en sociale partners.
Wijzigingen per 1 januari 2023
Specifiek gaat het om de volgende wijzigingen per 1 januari 2023:
- Tarief eerste belastingschijf daalt, heffingskortingen stijgen
Het tarief voor de inkomstenbelasting in de eerste schijf daalt van 37,07 procent naar 36,93 procent. Huishoudens gaan dus minder belasting betalen, maar merken dat vooral bij de aangifte die ze in 2024 doen over 2023. - De algemene heffingskorting stijgt met € 182 naar € 3.070. Het percentage waarmee deze wordt afgebouwd blijft nagenoeg gelijk. Vanaf een inkomen van € 22.660 wordt de algemene heffingskorting afgebouwd.
- De maximale arbeidskorting stijgt met € 792 naar € 5.052. Ook hier blijft het percentage waarmee deze wordt afgebouwd nagenoeg gelijk. Na de grens van € 41.895 wordt de arbeidskorting afgebouwd.
- De inkomensafhankelijke combinatiekorting stijgt wel, met € 160 naar € 2.694.
- Vanaf 2023 kunnen de algemene heffingskorting, arbeidskorting en inkomensafhankelijke combinatiekorting niet meer worden uitbetaald aan de minstverdienende partner. Bij AOW-huishoudens kan dit nog wel.
- De ouderenkorting voor stellen stijgt met € 109 naar € 1.835 en de alleenstaande ouderenkorting stijgt met € 29 naar € 478.
- De bijdrage voor de Zorgverzekeringswet (bijdrage Zvw) voor gepensioneerden en zelfstandigen blijft vrijwel gelijk.
Deze maatregelen zie je in januari 2023 direct terug op je loonstrook of op de betaalspecificatie van je uitkering of aanvullend pensioen.
Aftrekposten nadeliger voor hoge inkomens en zzp’ers
- Het maximale tarief voor aftrekposten zoals de hypotheekrente, de ondernemersaftrek, de zorgkosten, etc., gaat omlaag naar het tarief van de eerste schijf (36,93 procent).
- De zelfstandigenaftrek wordt met € 1.278 verlaagd naar € 5.033.
Weinig veranderingen voor woningeigenaren
Het eigenwoningforfait daalt van 0,45 procent naar 0,35 procent.
De bijtelling bij geen of geringe eigenwoningschuld stijgt van 13,3 procent naar 16,67 procent.
De maatregelen die betrekking hebben op aftrekposten en de woning zijn merkbaar bij de belastingaangifte die je in 2024 doet over het jaar 2023, of via de voorlopige aanslag in 2023.
Toeslagen stijgen
- Het kindgebonden budget voor het eerste en het tweede kind stijgt met € 36 per maand. Vanaf het derde kind gaat het omhoog met € 44 per kind per maand. Het extra bedrag voor alleenstaande ouders (de alleenstaande ouderkop) stijgt met € 47 per maand. Ook de inkomensgrens voor het kindgebonden budget gaat omhoog.
- De kinderbijslag gaat per kwartaal met € 21 tot € 30 omhoog afhankelijk van de leeftijd van het kind.
- De huurtoeslag stijgt, omdat het deel van de huur wat huishoudens zelf moeten betalen, lager wordt. Ook gaat de maximale huurgrens met € 76 omhoog naar € 839.
- De zorgtoeslag gaat € 40 tot € 60 per maand omhoog, afhankelijk van het inkomen. Ook voor de zorgtoeslag geldt dat de inkomensgrens omhoog gaat. Hierdoor krijgen meer mensen recht op zorgtoeslag.
- Financieel kwetsbare huishoudens (met een inkomen van maximaal 120 procent van de bijstandsnorm) ontvangen ook in 2023 de energietoeslag van € 1300.
Minimumloon en uitkeringen stijgen
- Het minimumloon gaat op 1 januari 2023 met 10 procent omhoog. Deze stijging komt bovenop de reguliere indexatie.
- De uitkeringen die aan het minimumloon zijn gekoppeld, zoals de bijstand, de Wajong en de AOW, stijgen daardoor ook met 10 procent.
- Voor de netto bijstandsuitkering betekent dat een stijging van € 148 per maand voor gehuwden/samenwonenden en € 104 per maand voor alleenstaanden. De stijging is deels per 1 januari en deels per 1 juli.
- De aanvullende pensioenen worden gemiddeld genomen geïndexeerd met 2,5 procent.
Overige wijzigingen
Vanaf het schooljaar 2023-2024 hebben studenten weer recht op een basisbeurs. Vanwege de hoge inflatie wordt het bedrag voor uitwonende studenten extra verhoogd. Zij krijgen er elke maand € 165 bij.
Er komt een prijsplafond om de stijging van de energierekening te compenseren.
Prijsstijgingen
Het kabinet verlengt de verlaging van de accijnzen op brandstof en de verlaging van de btw op energie tot 1 juli 2023. Daardoor verwacht het CPB dat de prijzen volgend jaar met gemiddeld 2,6 procent zullen stijgen. Dit is veel lager dan de prijsstijging zoals we die dit jaar zien. Of de inflatie daadwerkelijk zo zal uitpakken is erg onzeker. We moeten rekening houden met de mogelijkheid dat de prijzen ook volgend jaar nog sterk blijven stijgen.
Daarnaast stijgt de premie voor de basiszorgverzekering naar verwachting gemiddeld met € 11 per maand.
Lonen
Met de beleidsveranderingen en de prijsstijgingen zijn we er nog niet. De meeste mensen die in loondienst werken, profiteren volgend jaar waarschijnlijk van de verhoging van het cao-loon. De verwachting is dat de lonen volgend jaar gemiddeld met 3,7 procent zullen stijgen.
Net als de prijsstijgingen is dit een gemiddelde. Niet iedereen krijgt evenveel, en ook niet direct vanaf de maand januari. Er zijn ook groepen waar het cao-loon niet stijgt. Zelfstandigen moeten zelf een tarief vaststellen.
Bij een gemiddelde loonstijging van 3,7 procent en een verwachte prijsstijging van 2,6 procent, stijgt de koopkracht van de 117 voorbeeldhuishoudens gemiddeld met 4,9 procent (het varieert van 0,7 procent tot 12,6 procent).
2023 wordt beter
Ten opzichte van 2022 krijgen huishoudens het financieel gezien makkelijker in 2023. Komend jaar is er een koopkrachtstijging van rond de 3,9 procent. Wel ziet het Nibud dat de allerlaagste inkomens er meer op vooruitgaan dan de inkomens rond en boven modaal. De stijging is niet voor iedereen voldoende om uit de geldzorgen te zijn. Als het Nibud rekent met een iets hoger inflatiecijfer van 5,5 procent, dan houdt de krapte in de portemonnee voor meer huishoudens in 2023 aan.
In de berekeningen heeft het Nibud nog niet het prijsplafond mee kunnen nemen omdat de details daarvan nog niet bekend waren.
In de tabel hierna heeft Nibud op een rij gezet wat 10 van de 117 voorbeeldhuishouden gemiddeld overhouden, gerekend met het lage inflatiecijfer. Dan valt op dat huishoudens rond en boven modaal achterblijven.
Huishoudtype | Koopkrachtpercentage 2022-2023 (lage inflatie: 2,6 procent) | Netto per maand in euro’s | Wat overblijft: 2023-2022 in euro’s |
---|---|---|---|
Alleenstaand bijstand | 7,8 | 121 | 128 |
Alleenstaand minimumloon € 25.000 | 9,7 | 192 | 57 |
Alleenstaand € 40.000 (iets meer dan modaal) | 3,3 | 81 | -93 |
Alleenstaand € 75.000 (iets minder dan 2x modaal) | 2,7 | 108 | -179 |
Gezin 2 kinderen bijstand | 9 | 229 | 182 |
Gezin 2 kinderen € 35.000 (iets minder dan modaal) | 6,9 | 198 | 0 |
Gezin 2 kinderen € 70.000 (iets minder dan 2x modaal) | 4,2 | 170 | -110 |
Alleenstaand zzp € 25.000 | 2,7 | 65 | -95 |
Alleenstaand AOW | 6,7 | 122 | 115 |
Alleenstaand AOW + pensioen € 15.000 | 5,4 | 125 | -45 |
Lage inkomens gaan erop vooruit
Met name lage inkomens gaan er volgend jaar op vooruit. Zij profiteren van de verhoging van de bijstand en de verlenging van de energietoeslag. Daarnaast hebben zij ook baat bij de verhogingen van de huur- en zorgtoeslag. En huishoudens met kinderen merken dat de kinderbijslag en het kindgebonden budget worden verhoogd. Niet alleen minima, ook huishoudens met een inkomen uit loondienst ter hoogte van het minimumloon gaan er flink op vooruit. Het minimumloon stijgt volgend jaar met 10 procent. Zelfstandigen met hetzelfde inkomen blijven hierdoor aanzienlijk achter bij werkenden. Daarnaast worden zij ook geconfronteerd met een verlaging van de zelfstandigenaftrek.