Het kabinet heeft in het coalitieakkoord aangekondigd de ambitie te hebben om de toeslagen af te schaffen, zodat mensen niet meer verdwalen in de ingewikkelde regelingen of te maken krijgen met hoge terugvorderingen. Daarom wil het kabinet de komende jaren een fundamentele herziening doorvoeren van de kinderopvangtoeslag waar het loslaten van de koppeling gewerkte uren (KGU) een onderdeel van is. De verwachting is dat het aantal uren kinderopvang waarvoor kinderopvangtoeslag wordt aangevraagd hierdoor structureel toeneemt met 21 procent.
De koppeling gewerkte uren (KGU) is voor veel ouders een ingewikkelde voorwaarde. Daarom wordt deze losgelaten, zoals in het coalitieakkoord is afgesproken.
De norm is en blijft dat je opvang afneemt als je werkt. Dit is ook te zien aan het huidige gemiddelde gebruik. Dit ligt rond de 2 dagen per week, wat lager is dan de gemiddelde arbeidsdeelname van de minst werkende partner. De gerichtheid op werkende ouders en dus arbeidsparticipatie blijft bij het loslaten van de KGU.
Beperkte toename vraag
Een ouder die één uur per maand werkt, kan recht hebben op kinderopvangtoeslag voor maximaal 230 uur kinderopvang. Dit is geen misbruik. Het gebruik van dit maximum aantal uren kinderopvang is wel beperkt. Het loslaten van de KGU zorgt naar verwachting voor een beperkte toename van de vraag naar opvang van 3 procent.
Het aantal ouders dat door het loslaten van de KGU meer uren kinderopvangtoeslag afneemt, wordt geraamd op enkele tienduizenden. Deze groep is naar verwachting zeer divers qua samenstelling (onregelmatige werktijden, afwijkende werktijden, zelfstandigen). Over de verdeling van extra uren kinderopvangtoeslag naar inkomen zijn geen gegevens bekend, maar deze is gezien de diverse samenstelling naar verwachting gelijkmatig gespreid over de inkomensklassen.
Evaluatie
In de verdere uitwerking van de hervorming van het kinderopvangstelsel wordt via een evaluatie bekeken of met de invulling van het loslaten van de KGU de beoogde effecten doeltreffend en zo doelmatig mogelijk worden bereikt. Mocht de invulling van de maatregel tot onbedoelde effecten leiden, dan zal bij een verdere hervorming van het kinderopvangstelsel nader worden gekeken naar de invulling van de arbeidseis.
Waarom geen kinderopvang?
In de flitspeiling van 2021 is gevraagd waarom ouders geen gebruik maken van kinderopvang. Van deze ouders gaf 50 procent aan dat zij hun werk zo hebben gepland dat zij dit niet nodig hebben. Bijna een derde van de ouders had een andere reden, zoals dat zij thuiswerkten, de opvang te duur vonden, opvang een taak van de ouder vinden of vanwege onzekerheid door de toeslagenaffaire.
Bij de vraag waarom ouders niet meer gebruik maken van kinderopvang, gaf 72 procent aan dat zij de kosten te hoog vinden. 11 procent van de ouders geeft aan dat zij niet genoeg uren werken voor meer kinderopvangtoeslag. 8 procent van de ouders geeft aan dat zij op een wachtlijst staan en een even grote groep ouders zegt dat zij meer opvang niet goed voor hun kind vinden.
Arbeidseis blijft
Het kabinet ziet kinderopvang als een belangrijk instrument voor ouders om de combinatie tussen arbeid en zorg voor kinderen te vergemakkelijken, en de arbeidsparticipatie te bevorderen. De
huidige arbeidseis blijft daarom in stand. Dat betekent dat beide ouders moeten werken, of een doelgroepstatus moeten hebben, of één ouder in het geval van een eenoudergezin. De minister verwacht dat de hoge vergoeding voor kinderopvang en de sterke vereenvoudiging eraan bijdragen dat meer ouders die nu nog niet werken, de weg naar de arbeidsmarkt vinden en daarmee profijt kunnen hebben van het nieuwe stelsel.
Aanspraak bij werkloosheid
Ouders behouden drie kalendermaanden aanspraak op publieke financiering van kinderopvang voor ten hoogste 230 uren per kalendermaand als een ouder of diens partner werkloos wordt. De uren recht op kinderopvangtoeslag die zijn opgebouwd gedurende deze drie kalendermaanden en vóór ontslag (230 uur per maand) zijn daarbij gedurende het gehele kalenderjaar inzetbaar.
Mogelijk oneigenlijk gebruik
Het totaal aantal uren kinderopvang dat voor kinderopvangtoeslag in aanmerking komt neemt toe met het loslaten van de KGU. Dit vergroot de mogelijkheid voor ouders en kinderopvangorganisaties om gezamenlijk meer uren opvang op te geven dan daadwerkelijk worden afgenomen en betaald. Zo kan bewust worden samengewerkt om te veel toeslag te ontvangen. Dit risico bestond al, maar wordt met dit voorstel beperkt groter. Het mogelijk oneigenlijke gebruik wordt met de reguliere controle op misbruik en oneigenlijk gebruik bij Toeslagen zo veel mogelijk beperkt.
Antwoorden vragen Ontwerpbesluit Kinderopvangtoeslag 2023
Kinderopvangtoeslag per 2023 niet meer afhankelijk van gewerkte uren