
Wanneer is deze 30%-herzieningssituatie uit de Wet arbeidsmarkt in balans (WAB) van toepassing en hoe toets je de 30 procent extra uren?
Voor de 30%-herzieningssituatie gelden twee toetsen:
- Is sprake van een gemiddeld aantal contracturen van minimaal 35 per week?
- Overschrijdt het aantal verloonde uren met meer dan 30 procent het aantal contracturen?
Gemiddeld aantal contracturen
De 30%-herzieningssituatie is niet van toepassing op werknemers met een arbeidscontract van gemiddeld minimaal 35 uur per week. Voor deze toets houd je rekening met alle arbeidsovereenkomsten waarop de lage WW-premie van toepassing is.
Heeft de werkgever meerdere loonheffingensubnummers? Dan kijk je naar de arbeidsovereenkomsten met lage WW-premie van alle loonheffingensubnummers.
Overschrijding contracturen
Om te bepalen of meer dan 30 procent overwerk heeft plaatsgevonden, moet je de uren van alle dienstbetrekkingen meenemen. Dit geldt voor zowel dienstbetrekkingen met de lage WW-premie als de hoge WW-premie. Ook hier kijk je naar alle loonheffingensubnummers.
Berekening in 3 stappen
Om na te gaan of de 30%-herzieningssituatie van toepassing is, doorloop je de volgende stappen:
- Tel alle verloonde uren van de werknemer bij elkaar op.
Je moet rekening houden met alle verloonde uren in alle aangiftetijdvakken van alle dienstbetrekkingen in het kalenderjaar. - Bepaal hoeveel uren contractueel zijn vastgelegd.
Dit betreft alle contractueel overeengekomen uren voor alle aangiftetijdvakken van alle dienstbetrekkingen in het kalenderjaar. Je mag het aantal overeengekomen uren per aangiftetijdvak rekenkundig afronden op 2 decimalen. - Bereken het percentage van hoeveel uren meer verloond zijn dan contractueel overeengekomen is. Rond het percentage naar beneden af op gehele getallen.
Als het percentage 31 procent of meer is, moet je de lage WW-premie herzien.
Wanneer herzien?
Het is pas mogelijk om na afloop van het kalenderjaar te berekenen of meer dan 30 procent extra uren is verloond. Je kunt daarom pas de WW-premie herzien bij of na afloop van de aangifte over december of de 13e vierwekenperiode.
Voorbeeld 1: niet van toepassing
De werkgever doet de aangifte loonheffingen per kalendermaand. De werknemer heeft een schriftelijke arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd die geen oproepovereenkomst is. Het aantal contractueel overeengekomen uren per week is 30. Vanaf 1 juli krijgt de werknemer een contract voor 40 uur per week. De werknemer werkt het hele kalenderjaar. Is de 30%-herzieningssituatie van toepassing?
Je toetst eerst of het arbeidscontract van de werknemer gemiddeld minder dan 35 uur per week is.
Voor de eerste 6 maanden is de overeengekomen arbeidsomvang per aangiftetijdvak: (30 uur x 52/12 =) 130 uur.
Vanaf juli bedraagt de overeengekomen arbeidsomvang per aangiftetijdvak: (40 uur x 52/12 =) 173,333 uur. Deze uitkomst rond je af op 2 decimalen.
Het aantal contracturen voor het gehele kalenderjaar is (6 x 130 uur) + (6 x 173,33 uur) = 1.819,98 uur.
De werknemer is het gehele jaar in dienst, dus 365 dagen. Dit reken je om naar weken: (365/7 =) 52,14 weken. Het gemiddelde aantal contracturen per week bedraagt dan (1.819,98/52,14 =) 34,905 uur. Dit is rekenkundig afgerond 34,91 uur. Je rondt dit naar boven af op een heel aantal: 35 uur.
Aangezien het gemiddelde aantal contracturen per week niet minder is dan 35, is de 30%-herzieningssituatie niet van toepassing voor deze werknemer.
Voorbeeld 2: niet herzien
Het aangiftetijdvak van de werkgever bedraagt een kalendermaand. De werknemer heeft een schriftelijke arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd die geen oproepovereenkomst is. Het aantal contractueel overeengekomen uren bedraagt 20 uur per week. De werknemer werkt het hele kalenderjaar. Voor deze werknemer zijn 1.200 uren verloond. Moet je de lage WW-premie herzien?
Omdat het arbeidscontract van de werknemer gemiddeld minder dan 35 uur per week is, kan de 30%-herzieningssituatie van toepassing zijn op deze werknemer. Om dit na te gaan, doorloop je de volgende stappen:
- Aantal verloonde uren: 1.200.
- Je bepaalt eerst het aantal contracturen per aangiftetijdvak. De uitkomst rond je af op 2 decimalen.
Deze werknemer heeft een arbeidsomvang van 20 uur per week. Per maand is dat: (20 uur x 52/12 =) 86,67 uur.
Voor het gehele kalenderjaar bedraagt het aantal contracturen: (86,67 uur x 12 =) 1.040,04 uur. - Daarna bereken je het percentage van hoeveel uren meer zijn verloond dan contractueel is overeengekomen. Dit percentage rond je naar beneden af op gehele getallen.
((1.200 – 1.040,04) / 1.040,04) x 100% = 15,38 procent. Afronden naar beneden leidt tot 15 procent.
De uitkomst is lager dan 31 procent. Je hoeft de lage WW-premie niet te herzien.
Voorbeeld 3: wel herzien
De werkgever heeft een aangiftetijdvak van 4 weken. De werknemer heeft een schriftelijke arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd die geen oproepovereenkomst is. Het aantal contracturen per week bedraagt 15 uur. De werknemer werkt het hele kalenderjaar. Het aantal verloonde uren is 1.200. Is de 30%-herzieningssituatie van toepassing?
De 30%-herzieningssituatie kan van toepassing zijn. Het arbeidscontract van de werknemer is namelijk gemiddeld minder dan 35 uur per week.
Vervolgens bekijk je of het aantal verloonde uren met meer dan 30 procent de contracturen overschrijdt.
- Aantal verloonde uren: 1.200.
- Je bepaalt eerst het aantal contracturen per aangiftetijdvak. De uitkomst rond je af op 2 decimalen.
Deze werknemer heeft een arbeidsomvang van 15 uur per week. Per vier weken is dat: (15 uur x 4 =) 60 uur.
Voor het gehele kalenderjaar bedraagt het aantal contracturen: (60 uur x 13 =) 780 uur. - Daarna bereken je het percentage van hoeveel uren meer zijn verloond dan contractueel is overeengekomen. Dit percentage rond je naar beneden af op gehele getallen.
((1.200 – 780) / 780) x 100 procent = 53,85 procent. Afronden naar beneden leidt tot 53 procent.
De uitkomst is hoger dan 31 procent. Daarom moet je de lage WW-premie herzien.
Bron: Forum Salaris