Het gaat hierbij vooral om mensen met een kantoor- of managementfunctie. Werkgevers verwachten ook een toename. Vooral bureau- en concentratiewerk vinden werknemers en werkgevers geschikt om vaker vanuit huis te doen; reguliere overleggen – zowel intern als zakelijk – vindt men vaak geschikt voor online vergaderen. Deze wijzigingen zullen vooral invloed hebben op de spitsdrukte en op het ov-gebruik.
Van thuisonderwijs worden beperktere mobiliteitseffecten verwacht; na COVID zullen vormen van online onderwijs waarschijnlijk vaak naast onderwijs op locatie worden geboden.
Dempend effect
In totaal raamt het Kennisinstituut dat structureel meer thuiswerken, online vergaderen en afstandsonderwijs een dempend effect zullen hebben op de afgelegde afstand per trein (-3,9% tot -8,8%) en per bus, tram en metro (-3,5% tot -8,1%). Voor de auto vinden we een effect van -1,1% tot -3,6%, voor de fiets is het totaaleffect naar verwachting minimaal (-1,7% tot +0,5%) en voor lopen (mede als gevolg van meer compenserende reizen zoals ommetjes) is er een licht versterkend effect (+1,3% tot + 3,5%).
Succes hybride werken
Deze aanpassingen als gevolg van meer digitaal werken en studeren betekenen echter niet dat de mobiliteit na COVID zal dalen; er zijn verschillende andere factoren die juist voor mobiliteitsgroei zorgen. De omvang van de structurele veranderingen zal onder meer afhangen van het succes van hybride werkvormen.
Fiscale ondersteuning
Wanneer werkgevers, scholen of de overheid een wens hebben om thuiswerken, online vergaderen of thuisonderwijs na COVID te bestendigen kunnen maatregelen worden genomen. Zo kan de
overheid inzetten op (fscale) ondersteuning van thuiswerken en het ontlasten van de spits.
Onderzoek Gaat het reizen voor werk en studie door COVID structureel veranderen?