Anders dan de kantonrechter acht het hof dit ernstig verwijtbaar, dus heeft de werknemer geen recht op een transitievergoeding.
Wat was de situatie?
De werknemer is op 26 oktober 2015 in dienst getreden bij (de rechtsvoorganger van) FedEx in de functie van courier/handler. Er was sprake van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd.
Op dinsdag 17 december 2019 is de werknemer bij zijn leidinggevende geroepen. Aan de werknemer werden foto’s getoond van een pakketje, waarvan gezegd werd dat de werknemer dat pakketje had opgehaald bij Schaap & Citroen juweliers en waarvan gezegd werd dat daaruit een set oorbellen ter waarde van € 30.000 bleek te zijn verdwenen bij aankomst bij de geadresseerde. De werknemer heeft daar geen verklaring voor gegeven. De werknemer is nog diezelfde dag op non-actief gesteld.
Door een senior security specialist bij FedEx, is een onderzoek naar de vermissing van de zending ingesteld.
“De inhoud van de zending, oorbellen twv 30K, ontbraken toen de zending werd geopend door de ontvanger in Amsterdam.
Het onderzoek heeft zich met name gericht op de verpakking. Er zijn beelden van de zending terwijl het verpakt wordt bij de verzender. Ook heb ik de verpakking onderzocht zoals hij is afgeleverd.
Daar zit een heel duidelijk verschil in. (…) Op de beelden van het lossen van deze zending in RTMA is duidelijk te zien dat de zending die uit de bus van de werknemer komt, niet zo getaped is zoals de verzender dat heeft gedaan.
De beelden in RTM station geven duidelijk weer dat in de tijd dat de werknemer zijn bus verlaat, tot dat de zending wordt gelost, er niemand in zijn bus is geweest.
Mijn conclusie, de zending is geopend en opnieuw dicht getaped voordat de zending in RTMA gelost is.
Gezien het feit dat de werknemer niks heeft gemeld over een inbraak in zijn bus, kan ik niet anders concluderen dat dat hij betrokken is bij de diefstal van deze zending. (…)”
Op 20 december 2019 heeft de leidinggevende aan de werknemer meegedeeld hem op staande voet te ontslaan wegens het verduisteren van de inhoud van een pakket.
Oordeel kantonrechter
De kantonrechter heeft eerder geoordeeld dat sprake is van een terecht gegeven ontslag op staande voet. Volgens de kantonrechter is echter geen sprake van ernstig verwijtbaar handelen van de kant van de werknemer zodat FedEx aan de werknemer de transitievergoeding van € 4.392,53 bruto verschuldigd is, verminderd met een bedrag van € 3.787,04 bruto voor de gefixeerde schadevergoeding en te veel betaald loon, zodat een door FedEx te betalen bedrag van € 605,49 bruto resteert, waarbij bepaald is dat partijen elk de eigen kosten van de procedure dragen.
Vermeende diefstal: ontslag op staande voet én transitievergoeding
In hoger beroep
In hoger beroep heeft de werknemer, onder aanvoering van negen grieven, het hof verzocht de bestreden beschikking te vernietigen, zijn eerdere verzoeken alsnog toe te wijzen en FedEx te veroordelen in de kosten van de procedure in beide instanties.
De bewijslast van de aanwezigheid van de dringende reden, de onverwijldheid van de opzegging en de gelijktijdige mededeling rust op degene die de arbeidsovereenkomst wegens een dringende reden heeft beëindigd. Een feit moet worden geacht bewezen te zijn wanneer de rechter een redelijke mate van zekerheid heeft dat het betreffende feit zich heeft voorgedaan.
Onverwijlde opzegging
Met grief V heeft de werknemer betoogd dat het ontslag niet voldoet aan het vereiste van onverwijlde opzegging. Al op 4 december 2019 heeft FedEx bericht ontvangen dat een pakket zonder inhoud was afgeleverd en had FedEx het pakket aan de werknemer kunnen linken terwijl het ontslag pas op 20 december 2019 is gegeven, aldus de werknemer.
Het hof stelt voorop dat het vereiste van onverwijlde opzegging betekent dat, mits met de nodige voortvarendheid wordt gehandeld, er gelegenheid is voor het instellen van een onderzoek, het (daartoe) horen van betrokkenen, intern overleg en het inwinnen van juridisch advies.
FedEx heeft aangevoerd dat zij op 4 december 2019 bericht van Schaap en Citroen ontving dat de zending leeg was aangekomen. Pas op 11 december 2019 heeft zij nadere informatie gekregen, waaronder de aangifte van Schaap en Citroen, en op 12 december 2019 kreeg zij de beschikking over het beeldmateriaal (stills van camerabeelden). Zij heeft die beelden onderzocht en vergeleken met de interne beelden van FedEx.
In het kader van het onderzoek heeft de security specialist de locatie van Schaap en Citroen in Diemen bezocht en in het bijzonder de verpakking van de zending onderzocht. Verder is de leidinggevende van de werknemer bij het onderzoek betrokken en heeft ook hij de beelden bekeken. Op 16 december 2019 is het voorlopig onderzoeksresultaat per e-mail met de leidinggevende gedeeld en deze heeft de werknemer de volgende dag, op 17 december 2019, in het kader van hoor en wederhoor, met de bevindingen geconfronteerd en de werknemer op non-actief gesteld. Na interne evaluatie is FedEx op 20 december 2019 in een gesprek met de werknemer overgegaan tot ontslag op staande voet.
Voldoende voortvarend gehandeld
Het hof is van oordeel dat uit de hiervoor geschetste gang van zaken en de daartoe door FedEx overgelegde stukken, bij gebreke van een nadere voldoende gemotiveerde betwisting door de werknemer, volgt dat FedEx voldaan heeft aan het vereiste van onverwijlde opzegging. Met een onderzoek naar de dringende reden mag, zoals hierboven overwogen, enige tijd gemoeid zijn. FedEx heeft bij dat onderzoek in voldoende mate voortvarend gehandeld. Grief V faalt dan ook.
Dringende reden
Uit de ontslagbrief van 20 december 2019 – die de reden voor het gegeven ontslag op staande voet fixeert – heeft de werknemer moeten begrijpen dat FedEx hem ontsloeg wegens het verduisteren van een paar oorbellen van een zending die afkomstig was van Schaap en Citroen.
Er is een redelijke mate van zekerheid is dat de inhoud van het pakket tijdens het transport door de werknemer is ontvreemd en dat er geen ander/derde – anders dan met medewerking van de werknemer – toegang tot de laadruimte dan wel het pakket heeft gehad. Daaruit volgt dat er ook een redelijke, en naar het oordeel van het hof een voldoende, mate van zekerheid is dat de werknemer betrokken is geweest bij de verdwijning van de inhoud van het pakket (de oorbellen).
Ernstig verwijtbaar
Als de werknemer al niet zelf de inhoud van het pakket heeft ontvreemd is het is op zijn minst aan zijn betrokkenheid te wijten, in de zin van het bieden van gelegenheid aan een derde, dat de inhoud van het pakket is ontvreemd. Een en ander heeft geleid tot schade voor Schaap en Citroen en tot een aansprakelijkstelling van FedEx door Schaap en Citroen. Deze gang van zaken levert een dringende reden op voor ontslag op staande voet. Bijzondere omstandigheden waarom dit in dit geval anders zou zijn, zijn niet gesteld of gebleken.
Het hof acht de geschetste gang van zaken ook ernstig verwijtbaar. Aan de werknemer komt daarom geen transitievergoeding toe terwijl aan FedEx wel de gefixeerde schadevergoeding van € 3.787,04 toekomt. Dit betekent dat de incidentele grief van FedEx die zich richt tegen de toekenning van de transitievergoeding, slaagt.
Vakantie-uren betalen
Grief VII bestrijdt het oordeel van de kantonrechter dat de werknemer geen aanspraak heeft op € 3.741 bruto voor (215) vakantie-uren en € 1.449,36 voor vakantiebijslag. Uit de stellingen van FedEx begrijpt het hof dat de opgebouwde vakantie-uren in de visie van FedEx slechts € 2.265,57 bedroegen waar te veel betaald salaris over de periode van 20-31 december 2019 (van € 832,97 bruto) en te veel uitgekeerde vakantiebijslag (€ 64,73 bruto) op in mindering zijn gebracht.
Tegenover de door de werknemer geclaimde 215 vakantie-uren had van FedEx verwacht mogen worden dat zij een overzicht zou verstrekken uit haar vakantie-urenadministratie betreffende de werknemer. Ook in hoger beroep heeft zij dat achterwege gelaten zodat het hof van de juistheid van de aanspraak van de werknemer op het bedrag van € 3.741 bruto zal uitgaan waarbij in mindering kunnen worden gebracht de bedragen van € 2.265,57 bruto, € 832,97 bruto en € 64,73 bruto, zodat een nog te betalen bedrag van € 577,73 bruto voor vakantiedagen resteert.
Verrekenen
Nu de werknemer de transitievergoeding van € 4.392,53 bruto moet terugbetalen en de gefixeerde schadevergoeding van € 3.787,04 bruto verschuldigd is waartegenover staat dat hij nog aanspraak heeft op een bedrag van € 577,73 bruto, zal het hof gemakshalve de bedragen verrekenen. Dit betekent dat de werknemer nog een bedrag van € 7.601,84 bruto aan FedEx moet betalen, een en ander te vermeerderen met wettelijke rente vanaf de datum van deze beschikking.
Beslissing
Het hof:
- vernietigt de beschikking van de kantonrechter te Rotterdam van 17 juni 2020, voor wat betreft de veroordeling van FedEx tot betaling aan de werknemer van een bedrag van € 605,49 bruto,
- veroordeelt de werknemer tot betaling aan FedEx van een bedrag van € 7.601,84 bruto te vermeerderen met wettelijke rente vanaf de dag van deze beschikking tot aan de dag van voldoening.
Uitspraak Hof Den Haag, 10 augustus 2021, ECLI:NL:GHDHA:2021:1637