Dat is de conclusie van het onderzoek van het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) naar het thuiswerken vóór en in coronatijd.
Het SCP-rapport geeft inzicht in de voor- en nadelen van thuiswerken voor het welbevinden van
werknemers en laat zien of die voor- en nadelen in de coronapandemie even sterk aanwezig waren
als bij het thuiswerken uit de jaren ervoor.
Inzichten in de gevolgen van thuiswerken zijn niet alleen belangrijk voor de thuiswerkmaatregel zelf, maar ook voor de discussie over de toekomst van thuiswerken op langere termijn.
Oproep tot thuiswerken
‘Werk thuis tenzij het niet anders kan.’ Sinds de uitbraak van de coronapandemie, in maart 2020, riep
het kabinet mensen dringend op om zoveel mogelijk vanuit huis te werken. Veel werkgevers en
werknemers gaven gehoor aan deze oproep.
In het voorjaar van 2021 werkte nog steeds bijna de helft van de werknemers vanuit huis waarvan 33 procent een groot deel van de week of de volledige week. Eind juni 2021, ruim een jaar na de
eerste oproep tot thuiswerken, versoepelde de overheid deze maatregel en veranderde de oproep in
‘werk minstens de helft van de werktijd vanuit huis’. Als het aan de thuiswerkers zelf ligt, blijft deze werkvorm gebruikelijker dan voorheen.
Blijvend meer thuiswerken
De gemiddelde thuiswerker wil na afloop van de coronamaatregelen meer uren thuiswerken dan eerst, maar niet meer zoveel als in het afgelopen jaar. Er is echter ook een groep die straks liever grotendeels of volledig op locatie actief is.
Bijna de helft van de werkgevers met thuiswerkvoorzieningen verwacht op grond hiervan dat er na de coronacrisis blijvend meer vanuit huis wordt gewerkt en een aantal grotere werkgevers denkt al na over inkrimping van de kantoorruimte.
Plus- en minpunten
Vóór de coronacrisis konden de meeste mensen zelf kiezen of ze thuiswerkten. Het afgelopen jaar was de
keuzemogelijkheid beperkt: driekwart van de thuiswerkers rapporteerde dat ze verplicht vanuit huis
werkten vanwege het coronavirus.
Het feit dat werknemers het afgelopen jaar veel meer dagen per week vanuit huis werkten dan anders versterkt sommige minpunten, zoals minder contacten met collega’s, maar is in andere opzichten juist gunstiger, bijvoorbeeld een grotere besparing op reistijd.
Ongestoord thuis werken
Hoe goed of hoe slecht thuiswerken werknemers bevalt, hangt vermoedelijk deels af van hun
werkomgeving thuis. Het merendeel van de thuiswerkers (86 procent) kon in het najaar van 2020 thuis vaak of vrijwel altijd ongestoord werken, hoewel maar ruim vier op de tien thuiswerkers thuis een aparte werkruimte hadden.
Wel was ongestoord werken wat lastiger te realiseren voor moeders met kinderen onder de 13 jaar. Van hen kon 71 procent vaak of altijd ongestoord werken, tegen 85% van de vaders met kinderen in die leeftijd.
Geen invloed op tevredenheid
Opvallend is dat de gevolgen van thuiswerken in en vóór de coronapandemie in veel opzichten gelijk
zijn aan elkaar. Een eerste overeenkomst is dat thuiswerken in beide situaties geen invloed had op de
tevredenheid met het leven.
De tevredenheid met het leven daalde ook niet onder groepen voor wie het min of meer verplichte thuiswerken misschien extra belastend kan zijn: werknemers die volledig thuiswerkten, werknemers zonder aparte werkruimte thuis, werknemers met jonge thuiswonende kinderen en alleenstaande werknemers.
Ook later in de coronapandemie tussen het najaar van 2020 en het voorjaar van 2021, bleef de levenstevredenheid van thuiswerkers nog steeds gelijk.
Zeggenschap over werktijden
De pluspunten van thuiswerken waren in het najaar van 2020 ook hetzelfde als in de jaren ervoor: thuiswerken vergroot de zeggenschap over zowel de werktijden als over de inrichting van de
werkzaamheden duidelijk, waarbij de invloed op de werktijden het meeste stijgt. Daarnaast verbetert
thuiswerken ook de werk-privébalans, maar dit betreft slechts een lichte verbetering.
Een paar pluspunten waren opvallend genoeg zelfs iets sterker aanwezig in de coronapandemie. De
ene was de autonomie over de werktijden.
Een ander pluspunt dat in coronatijd wat sterker aanwezig was, was de aansluiting tussen werktijden
en thuissituatie.
Moeders met jonge kinderen
Moeders met kinderen onder de 13 jaar rapporteerden geen betere aansluiting tussen werktijden en thuissituatie als ze in coronatijd gingen thuiswerken. Hetzelfde zagen we bij het vrijwillige thuiswerken in de jaren ervoor. Misschien was thuiswerken voor sommige moeders toen ook al een ‘gedwongen’ keuze, namelijk vanwege de sluitingstijden van kinderopvang en buitenschoolse opvang.
Onder vaders verbeterde de aansluiting wel, en dat gebeurde zowel als zij gingen thuiswerken in de
coronapandemie als in de jaren ervoor. Voor vaders vergroot thuiswerken de mogelijkheden om hun
kinderen te zien misschien sterker, omdat zij gemiddeld meer uren betaald werk doen dan moeders.
Bovendien kunnen zij veel vaker dan moeders thuis ongestoord werken.
In de periode dat de scholen en kinderopvang dicht waren, was de werk-privébalans voor ouders met
jonge kinderen – thuiswerkend of niet – overigens juist lastiger, en leverden vooral moeders vrije tijd
in.
Minpunt meer overuren ontbrak
De minpunten van thuiswerken waren het afgelopen jaar anders dan in voorgaande jaren. Het eerste
verschil is dat één minpunt ontbrak. Als werknemers in het najaar van 2020 thuiswerkten, bleven hun
overuren, gemiddeld genomen, gelijk, terwijl die stegen als ze in de jaren ervoor overstapten naar
deze werkvorm.
Dankzij het ontbreken van dit minpunt bij thuiswerken in de coronapandemie en het feit dat mensen
toen maar weinig naar hun werk reisden, bespaarden ze gemiddeld ongeveer 3 uur per week. Als werknemers gingen thuiswerken in de jaren vóór de coronapandemie bespaarden zij, gemiddeld genomen, geen tijd, doordat het grotere aantal overuren en de kortere wekelijkse reistijd tegen elkaar wegvielen.
Gemis aan contacten met collega’
Werknemers met een functie waarin veel werd thuisgewerkt misten hun collega’s het vaakst. Toch was de steun die werknemers kregen van collega’s het afgelopen jaar net zo groot als in 2019 en bovendien hoog.
Misschien wisten mensen toch voldoende andere vormen te vinden om elkaar steun te geven, bijvoorbeeld via telefoon, mail, video-overleg. Het is ook mogelijk dat dit kwam door een gevoel dat collega’s in hetzelfde schuitje zaten of doordat werkgevers speciale (digitale) activiteiten regelden op dit gebied.
Problemen met verplicht thuiswerken
De doorsnee werknemer had al met al geen grote problemen met het min of meer verplichte thuiswerken in de coronapandemie, ondanks het gemis aan contacten met collega’s. Een beperkte groep had er echter wel veel moeite mee, want één op de tien mensen die in het najaar van 2020 verplicht een groot deel van de week of volledig thuiswerkten gaf aan dit erg belastend te vinden.
Aandachtspunten voor beleid
Wat zijn, vanuit het oogpunt van het welbevinden van werknemers, belangrijke aandachtspunten om rekening mee te houden, zowel bij thuiswerken als coronamaatregel als bij thuiswerken in de vorm van het hybride werken op langere termijn?
Aandachtspunt bij thuiswerken als coronamaatregel:
- Maatwerk voor werknemers die verplicht thuiswerken erg zwaar valt.
Aandachtspunten bij goede balans tussen thuis en op locatie werken na einde van de coronamaatregelen (hybride werken):
- Geef werknemers voldoende keuzemogelijkheden bij hybride werken na afloop van de coronamaatregelen.
- Behoud de grotere zeggenschap over de werktijden bij thuiswerken want dit is een belangrijk pluspunt voor werknemer
- Houd in de gaten of de onderlinge steun van collega’s hoog blijft bij hybride werken en zorg ervoor dat leren van elkaar voldoende mogelijk blijft
- Houd er rekening mee dat werknemers minder gaan thuiswerken dan ze nu aangeven te willen doen, zelfs bij voldoende keuzemogelijkheden
- Houd er rekening mee dat thuiswerken de arbeidsdeelname van vrouwen niet of slechts beperkt vergroot
Thuis of terug naar kantoor: plus- en minpunten van thuiswerken voor het welbevinden van werknemers